Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling voor het recreatiegebied Rottemeren |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling voor het recreatiegebied Rottemeren |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Gemeenteblad 1990-37 |
Geen
Wet gemeenschappelijke regelingen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-1990 | 01-01-2018 | Onbekend | 21-09-1989 Gemeenteblad 1990-37 | Raadsstuknummer: 1989-171 |
Geconsolideerde tekst van de regeling
Gemeenschappelijke regeling recreatiegebied Rottemeren
De Raad der gemeente Rotterdam,
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 september 1989, Verzameling gedrukte stukken 1989, volgnummer 171, OR-U-280;
Met verwijzing naar het besluit van de gemeenteraad van 9 juni 1966, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 23 december 1966, nr. 13, gewijzigd bij besluit van 30 september 1971, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 26 november 1971, nr. 9, inzake de deelneming aan de gemeenschappelijke regeling voor het recreatiegebied Rottemeren;
dat het in verband met de nieuwe Wet gemeenschappelijke regelingen noodzakelijk is de gemeenschappelijke regeling voor het recreatiegebied Rottemeren te wijzigen;
dat het tevens gewenst is de grens van het gebied, waarvoor de regeling geldt, aan te passen aan de feitelijke omstandigheden;
gelet op het bepaalde in de Wet gemeenschappelijke regelingen;
1.de gemeenschappelijke regeling voor het Recreatiegebied Rottemeren en de daarbij behorende grenskaart te wijzigen zoals in bijlage litt. c. en de daarop onder litt. d. gegeven toelichting is vermeld.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 september 1989.
M.J. Goedhart, l.s. R. den Dunnen, l.b.
Goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 21 december 1989, nr. 89.031524.
Vorenstaande gemeenschappelijke regeling is 27 december 1989 opgenomen in het register, zoals bedoeld in artikel 27.1 van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen, dat ter inzage ligt op de secretarie der gemeente (afd. Beheerszaken, Stadskantoor, Rodezand 18, kamer 100).
Gemeenschappelijke regeling voor het recreatiegebied Rottemeren
Aan het recreatieschap worden ter vervulling van de in artikel 2, lid 3, omschreven taak alle bevoegdheden van regeling en bestuur toegekend binnen de grens van artikel 54 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Aan het algemeen bestuur behoort met betrekking tot de in artikel 2 omschreven taak van het recreatieschap alle bevoegdheid die niet in of ingevolge deze regeling aan het dagelijks bestuur of de voorzitter is opgedragen.
Alle stukken die uitgaan van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend.
Provinciale staten respectievelijk de gemeenteraden besluiten in een van de eerste vergaderingen van elke zittingsperiode over de benoeming van de leden van het algemeen bestuur. Zolang de leden van het algemeen bestuur deel uitmaken van provinciale staten respectievelijk de gemeenteraad die hen heeft benoemd, behouden zij het lidmaatschap totdat in hun opvolging is voorzien.
Een lid kan te allen tijde door provinciale staten respectievelijk de gemeenteraad die hem heeft benoemd worden ontslagen, danwel zelf ontslag nemen. Provinciale staten benoemen in hun respectievelijk de gemeenteraad benoemt in zijn eerstvolgende vergadering, nadat zijn plaats door ontslag of anderszins is opengevallen, een nieuw lid.
Het college dat een lid van het algemeen bestuur benoemt, kan een plaatsvervangend 1id benoemen, dat het door hem benoemde lid in geval van ontstentenis of verhindering vervangt. Het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel, alsmede artikel 13 is ten aanzien van een plaatsvervangend lid van overeenkomstige toepassing.
Het algemeen bestuur vergadert ten minste tweemaal per jaar en voorts zo dikwijls de voorzitter of het dagelijks bestuur zulks nodig oordeelt, danwel drie van de leden het schriftelijk, met opgave van redenen, verlangen.
Tot de bevoegdheid van het algemeen bestuur behoort onder andere:
Het algemeen bestuur stelt, met inachtneming van de bepalingen van deze gemeenschappelijke regeling, een reglement van orde voor zijn vergaderingen vast. Dit reglement wordt ter kennis gebracht van de deelnemers.
Over het vaststellen, wijzigen of intrekken van belastingverordeningen en andere door strafbepaling of bestuursdwang te handhaven verordeningen, over de begroting, begrotingswijzigingen en over de rekening kan het algemeen bestuur niet beraadslagen noch een besluit nemen dan in een openbare vergadering.
De leden, plaatsvervangende leden en adviseurs van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur hebben, indien het algemeen bestuur dit bepaalt, recht op vergoeding van reiskosten, naar een tarief dat door het algemeen bestuur wordt vastgesteld.
Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur verstrekken aan de raden van de deelnemers respectievelijk aan provinciale staten alle inlichtingen die door één of meer leden van die organen worden verlangd, tenzij het algemeen belang zich daartegen verzet. Het reglement van orde van het desbetreffende bestuur regelt de wijze waarop hieraan uitvoering wordt gegeven.
Hij die ophoudt lid van het algemeen bestuur te zijn, houdt tevens op lid van het dagelijks bestuur te zijn.
Het dagelijks bestuur stelt met inachtneming van de bepalingen van deze gemeenschappelijke regeling een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Dit reglement wordt aan het algemeen bestuur ter kennis gebracht.
Tot de uitvoering, bedoeld in artikel 21, lid 1 onder b, behoort de bevoegdheid tot het op kosten van de overtreders doen wegnemen, beletten, verrichten of in de vorige toestand herstellen van hetgeen in strijd met een verordening van het algemeen bestuur is of wordt gehouden, gemaakt of gesteld, ondernomen of nagelaten, beschadigd of weggenomen. Spoedeisende gevallen uitgezonderd wordt van deze bevoegdheid geen gebruik gemaakt dan nadat de belanghebbende schriftelijk is gewaarschuwd.
De ingevolge het bepaalde in artikel 22 verschuldigde kosten kan het dagelijks bestuur bij dwangbevel invorderen. Dit wordt op kosten van de schuldenaar bij deurwaardersexploit betekend en ten uitvoer gelegd op de wijze bij het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering ten aanzien van vonnissen en authentieke stukken voorgeschreven.
De secretaris en de penningmeester.
Het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter worden bijgestaan door een secretaris en een penningmeester, waarvan de eerstgenoemde door en uit het algemeen bestuur wordt aangewezen. De tweede functionaris komt vanwege de ambtelijke invulling van de functie een adviserende stem toe. Het algemeen bestuur benoemt, schorst en ontslaat hen en kan een instructie voor hen opstellen; bij afwezigheid of ontstentenis worden zij vervangen op de wijze door het algemeen bestuur te bepalen.
Het algemeen bestuur is bevoegd ten behoeve van de uitoefening van de taak van het recreatieschap verordeningen vast te stellen. Op overtreding van de bij of krachtens deze verordeningen gegeven voorschriften kan straf of bestuursdwang worden gesteld.
Voordat een verordening wordt vastgesteld, zendt het dagelijks bestuur het ontwerp daarvan ter beoordeling toe aan gedeputeerde staten en aan burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten. Het besluit tot vaststelling van de verordening wordt niet genomen binnen acht weken na de datum van verzending van het ontwerp. Het ontwerp behoeft de instemming van tweederde van alle deelnemers.
Voor zover een verordening van het recreatieschap voorziet in hetzelfde onderwerp als een verordening van de provincie Zuid-Holland of één van de aan de regeling deelnemende gemeenten, regelt eerstgenoemde verordening de onderlinge verhouding. Zij kan bepalen dat de verordening van de provincie of van een gemeente voor het gehele gebied, dan wel voor een gedeelte daarvan geheel of gedeeltelijk ophoudt te gelden.
Voor zover een verordening van de provincie Zuid-Holland of van één van de deelnemende gemeenten in hetzelfde onderwerp voorziet als een eerder in werking getreden verordening van het recreatieschap geldt eerstbedoelde verordening niet voor het binnen het gebied gelegen deel van de provincie of gemeente.
De huishouding van het recreatieschap wordt, voor zover in deze regeling niet anders is bepaald, ingericht als die van een tak van dienst in de zin van de Provinciewet, voor zover betreft:
Het boekjaar van het recreatieschap is gelijk aan het kalenderjaar.
Jaarlijks stelt het algemeen bestuur een begroting vergezeld van een voortschrijdend financieel vijfjarenplan op. De cijfers van het eerste jaar van het vijfjarenplan zijn identiek aan de begrotingscijfers. De cijfers van de overige jaren geven de maximum in die jaren te besteden gelden aan, gebaseerd op het prijspeil van het eerste jaar van het vijfjarenplan.
Van het in lid 3 omschreven recht mag slechts gebruik worden gemaakt indien het gewraakte besluit tot gevolg zal hebben dat de bijdrage van de gemeente Rotterdam in het exploitatietekort ten opzichte van het voorgaande jaar zal stijgen met een percentage dat de stijging van het prijspeil te boven gaat. Met het prijspeil wordt bedoeld het prijsindexcijfer voor de overheidsconsumptie.
Het dagelijks bestuur zendt de ontwerp-begroting zes weken voordat zij aan het algemeen bestuur wordt aangeboden toe aan provinciale staten en aan de raden van de deelnemers. In de ontwerp-begroting wordt als uitgaven-plafond aangehouden het voor dat jaar in het laatst vastgestelde vijfjarenplan opgenomen bedrag aan uitgaven.
De ontwerp-begroting wordt door de zorg van de deelnemers voor een ieder ter inzage gelegd en tegen betaling van de kosten algemeen verkrijgbaar gesteld. Van de terinzagelegging en de verkrijging, tussen welke en de behandeling van de ontwerp-begroting ten minste veertien dagen moeten verlopen, geschiedt openbare kennisgeving.
Na vaststelling zendt het algemeen bestuur, zo nodig, de begroting aan de deelnemers, die ter zake aan de Kroon binnen acht weken na toezending van hun gevoelen kunnen doen blijken. Indien de begroting geheel overeenkomstig het in lid 1 genoemde ontwerp is vastgesteld, kan worden volstaan met de mededeling hiervan aan de deelnemers.
Het bepaalde in het eerste, derde en vijfde lid van dit artikel is mede van toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting. Het bepaalde in het eerste en derde lid is echter niet van toepassing op wijzigingen van de begroting die niet leiden tot een verhoging van het nadelig exploitatiesaldo dan wel verlaging van het exploitatie overschot van het desbetreffende begrotingsjaar.
Het in artikel 34, lid 1, bedoelde uitgavenplafond mag door de wijziging van de begroting niet worden overschreden. Indien zulks echter in een geval van dringende spoed onontkoombaar is, dient de vaststelling van de desbetreffende begrotingswijziging te geschieden bij een besluit van het algemeen bestuur met de stemmen van ten minste tweederde van het aantal leden.
Met betrekking tot elk boekjaar legt het dagelijks bestuur vóór 1 juli van het daaropvolgende jaar aan het algemeen bestuur een rekening van het recreatieschap over en een balans per 31 december van dat boekjaar. Hij voegt daarbij het verslag van een onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, ingesteld door een niet in dienst van het recreatieschap of een van de deelnemers staande, door het algemeen bestuur aan te wijzen deskundige. Zodra de stukken aan het algemeen bestuur zijn aangeboden, worden zij algemeen verkrijgbaar gesteld tegen betaling van de kosten. Van de verkrijgbaarstelling vindt openbare kennisgeving plaats.
De minister van Binnenlandse Zaken, gedeputeerde staten van Zuid-Holland en burgemeester en wethouders van de deelnemers kunnen het geldelijk beheer en de boekhouding te allen tijde aan een onderzoek van hunnentwege doen onderwerpen. Aan de daartoe door hen aan te wijzen ambtenaren verstrekt het dagelijks bestuur desgevraagd alle voor dit onderzoek nodige inlichtingen.
Een nadelig saldo van de rekening van baten en lasten van het recreatieschap wordt gebracht ten laste van de provincie Zuid-Holland voor 16% , de gemeente Rotterdam voor 80% en de overige deelnemers voor 4% , over hen te verdelen naar rata van het aantal inwoners per 1 januari van het jaar waarop het nadelig saldo betrekking heeft.
Wanneer de begroting een over de deelnemers om te slaan tekort aanwijst, zal de in de begroting geraamde bijdrage door de deelnemers bij wijze van voorschot worden voldaan in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste op 1 februari en de tweede op 1 augustus van het desbetreffende begrotingsjaar vervalt.
De eerste benoeming van de leden van het algemeen bestuur en van de leden van het dagelijks bestuur heeft plaats met ingang van de dag waarop de gemeenschappelijke regeling in werking zal zijn getreden.
Deze regeling wordt aangehaald als: Gemeenschappelijke regeling voor het recreatiegebied Rottemeren.