Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke Regeling Archeologie Hellevoetsluis-Rotterdam |
Citeertitel | Gemeenschappelijke Regeling Archeologie Hellevoetsluis-Rotterdam |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Gemeenteblad 2010-24 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-02-2010 | Onbekend | 22-09-2009 Gemeenteblad 2010-24 | Onbekend |
Gemeenschappelijke Regeling Archeologie Hellevoetsluis-Rotterdam
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeenten Hellevoetsluis en Rotterdam;
gelet op artikel 1 en 8 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Wet op de Archeologische Monumentenzorg;
overwegende dat het wenselijk is dat de gemeente Hellevoetsluis samenwerkt met de gemeente Rotterdam op het gebied van archeologie;
overwegende dat overeenkomstig artikel 1, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten hun colleges toestemming hebben verleend om aan deze regeling deel te nemen;
De navolgende ‘Gemeenschappelijke regeling archeologie Hellevoetsluis-Rotterdam’ aan te gaan.
De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. Deze regeling kan worden gewijzigd dan wel opgeheven na een daartoe strekkend besluit van de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten. Een voorstel tot wijziging kan door elk der deelnemende gemeenten afzonderlijk worden gedaan.
Wanneer de deelnemende gemeenten besluiten tot opheffing van de regeling, zal in onderling overleg bezien worden of er sprake is van daaruit voortvloeiende kosten en, zo ja, hoe deze kosten over de deelnemende gemeenten verdeeld moeten worden.
Het college van de gemeente Rotterdam zendt deze regeling en besluiten tot wijziging en opheffing aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland.
De gemeenten Hellevoetsluis en Rotterdam dragen ieder voor zich zorg voor vermelding van deze regeling in de daartoe bestemde registers conform artikel 27, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
De colleges kunnen, in het belang van de doelstelling, de taakuitvoering en de instandhouding van de gemeenschappelijke regeling, in nadere regels aanvullende afspraken maken.
De colleges treden met elkaar in overleg indien zich omstandigheden voordoen welke van dien aard zijn dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van deze regeling niet mag worden verwacht. Partijen zullen alsdan bezien voor wiens rekening de onvoorziene omstandigheden komen en zullen zonodig komen tot de vaststelling van nieuwe (gewijzigde) afspraken, die zoveel mogelijk bij de inhoud van deze regeling aansluiten.
Deze regeling kan worden aangehaald als: ‘Gemeenschappelijke regeling archeologie Hellevoetsluis-Rotterdam’.
Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na publicatie in de gemeentebladen van de gemeenten Hellevoetsluis en Rotterdam.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van Hellevoetsluis van 9 juli 2009.
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam op 22 september 2009.
De secretaris, De burgemeester,
W.A.J.J. Houtman, l.s. J. Kriens, l.b.
Aldus vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Rotterdam op 22 september 2009.
Dit gemeenteblad is uitgegeven op 17 februari 2010 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.30 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), Coolsingel 40, Kamer 314.
(Zie ook: www.bds.rotterdam.nl – Gemeentebladen)
Behorende bij artikel 2 en artikel 3 van de Gemeenschappelijke Regeling Archeologie Hellevoetsluis-Rotterdam
Op grond van artikel 2 en 3 van de Gemeenschappelijke Regeling Archeologie Hellevoetsluis-Rotterdam hebben de partijen de volgende taken en verplichtingen.
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Hellevoetsluis en Rotterdam, ieder voor zover het zijn eigen gemeente betreft, dragen zorg voor het navolgende:
Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam draagt zorg voor het navolgende:
de archeoloog zal de volgende taken op archeologisch gebied voor de gemeente Hellevoetsluis vervullen:
8.Het beheren van de archeologische documentatie met betrekking tot de gemeente Hellevoetsluis conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), alsmede het archeologisch vondstmateriaal daterend van voor het jaar 2009.
13.Het adviseren over en/of uitvoeren, al of niet in samenwerking met andere organisaties of instellingen, van educatieve en publieksgerichte activiteiten op het gebied van de archeologie van Hellevoetsluis (maken van brochures, boeken, tentoonstellingen, onderwijsprojecten, geven van rondleidingen e.d.).
De colleges van de beide gemeenten hebben de volgende afspraken gemaakt over de financiële vergoeding.
Het gemeentebestuur van Hellevoetsluis betaalt voor de archeoloog aan het gemeentebestuur van Rotterdam een vast bedrag van € 5.430,00 (Prijspeil 2008, excl. 19% BTW) per jaar voor de uitvoering van beleids- en beheerswerkzaamheden, alsmede werkzaamheden op het terrein van de Ruimtelijke Ordening. Dit bedrag wordt jaarlijks proportioneel verhoogd aan de hand van de toepasselijke salarisverhoging voor gemeenteambtenaren. Ook een structurele wijziging in de personele inzet kan leiden tot een aanpassing van het vaste bedrag.
Het gemeentebestuur van Hellevoetsluis betaalt voor de archeoloog aan het gemeentebestuur van Rotterdam een variabel bedrag van maximaal € 9.570,00 (Prijspeil 2008, excl. 19% BTW) per jaar, zijnde de verrekenbare kosten voor het opstellen dan wel toetsen van vergunningsaanvragen, PvA’s, PvE’s, rapporten en bestemmingsplannen op het gebied van de archeologie. Meer- of minderwerk wordt jaarlijks verrekend op basis van separaat vast te leggen tarieven. Per kwartaal wordt door de gemeente Rotterdam aan de gemeente Hellevoetsluis een urenstaat met aangegeven verrichte werkzaamheden ter goedkeuring voorgelegd. Ook een structurele wijziging in de personele inzet kan leiden tot een aanpassing van het maximale variabele bedrag.
Projectgebonden kosten voor archeologisch (voor)onderzoek, voor regievoering bij door derden uitgevoerd archeologisch onderzoek opgravingen of voor andersoortige projecten (communicatie, de uitvoering van onderzoek, het ontwikkelen van nieuwe beleidsinstrumenten, etc.) worden per project nader overeengekomen.