Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Provincie Noord-Brabant

Subsidieregeling betere luchtkwaliteit Noord-Brabant 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieProvincie Noord-Brabant
Officiële naam regelingSubsidieregeling betere luchtkwaliteit Noord-Brabant 2013
CiteertitelSubsidieregeling betere luchtkwaliteit Noord-Brabant 2013
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpmilieubeheer, subsidies

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. <span baskerville="" new="" style="font-family: ">Algemene subsidieverordening provincie Noord-Brabant, art. 2</span>
  2. Algemene subsidieregeling Noord-Brabant, art. 15

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-03-201301-03-2013Intrekking

26-02-2013

Provinciaal Blad, 2013, 21

S0259574
14-12-201201-03-2013nieuwe regeling

11-12-2012

Provinciaal Blad, 2012, 284

S3310209

Tekst van de regeling

Subsidieregeling betere luchtkwaliteit Noord-Brabant 2013

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Gelet op de artikelen 2 en 15 van de Algemene subsidieverordening Provincie Noord-Brabant;

Overwegende dat het Rijk en de provincie Noord-Brabant financiële middelen ter beschikking hebben gesteld om in de periode 2007 tot en met 2015 via cofinanciering bij te dragen aan de verbetering van de luchtkwaliteit in de provincie Noord-Brabant;

Overwegende dat verbetering van de luchtkwaliteit “gezondheidswinst” oplevert die aansluit bij het Provinciale Milieu Plan;

Overwegende dat het verbeteren van de luchtkwaliteit via een samenwerkingsverband meerwaarde genereert die aansluit bij de visie zoals beschreven in de Agenda van Brabant;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder de-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in Verordening (EG) Nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op de-minimissteun, Pb EG L 379/05 van 28 december 2006, met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen.

Artikel 2 Doelgroep

  • 1 Subsidie kan worden aangevraagd door rechtspersonen en tijdelijke of permanente samenwerkingsverbanden van rechtspersonen.

  • 2 In het samenwerkingsverband als bedoeld in het eerste lid treedt een deelnemer van het samenwerkingsverband op als penvoerder en draagt zorg voor:

    • a.

      de subsidieaanvraag;

    • b.

      de overige correspondentie;

    • c.

      de inhoudelijke en financiële verantwoording.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op het verbeteren van luchtkwaliteit.

Artikel 4 Weigeringsgrond

Subsidie wordt geweigerd indien voor hetzelfde project reeds op grond van de Subsidieregeling betere luchtkwaliteit Noord-Brabant subsidie is verstrekt.

Artikel 5 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 3 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de subsidieaanvrager levert een bijdrage uit eigen middelen of middelen van derden van ten minste 50% van de subsidiabele kosten van het project;

  • b.

    indien sprake is van een samenwerkingsverband, beschikt het samenwerkingsverband over een door alle deelnemers van het samenwerkingsverband ondertekende verklaring, waaruit de instemming van alle deelnemers blijkt met betrekking tot het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd, de penvoering en de inhoudelijke en financiële verantwoording;

  • c.

    het project draagt bij aan de verbetering van de leefbaarheid binnen de provincie Noord-Brabant voor zover deze samenhangt met het verbeteren van de luchtkwaliteit;

  • d.

    het project is innovatief;

  • e.

    het project draagt bij aan vernieuwing, inzicht en ontwikkeling ter verbetering van de luchtkwaliteit;

  • f.

    het project heeft betrekking op ten minste een van de volgende vijf doelstellingen van het Brabants Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit:

    • 1°.

      het stimuleren van het gebruik van schone en duurzame transportbrandstoffen en schone, zuinige en stille voertuigen;

    • 2°.

      het slimmer en efficiënter omgaan met mobiliteit;

    • 3°.

      het verbeteren van de doorstroming van het gemotoriseerde verkeer;

    • 4°.

      het verminderen van de blootstelling aan luchtverontreiniging door het tegengaan van overdracht;

    • 5°.

      het stimuleren van innovatie of het bevorderen van gedragsbeïnvloeding.

  • g.

    aan het project liggen ten grondslag:

    • 1°.

      een degelijk en op resultaat toetsbaar projectplan waarin in ieder geval is opgenomen op welke wijze wordt voldaan aan de onderdelen a tot en met f;

    • 2°.

      een sluitende begroting voor het project;

    • 3°.

      bindende schriftelijke toezeggingen over de financiële bijdrage van de betrokken partijen;

    • 4°.

      een volledig ingevulde en ondertekende de-minimisverklaring.

Artikel 6 Subsidiabele kosten

  • 1 Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende daadwerkelijk na datum van subsidieverlening gemaakte kosten voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      direct aan het project verbonden kosten;

    • b.

      uitvoeringskosten door derden;

    • c.

      voorbereidings- en toezichtskosten voor zover deze in redelijke verhouding staan tot de totale kosten van het project.

  • 2 Kosten genoemd in het eerste lid die gemaakt zijn voor de datum van subsidieverlening komen alleen voor subsidie in aanmerking indien Gedeputeerde Staten na een daarop gericht gemotiveerd verzoek besluiten om deze kosten tot de subsidiabele kosten te rekenen.

Artikel 7 Niet subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 6 komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    organisatorische, administratieve en overlegkosten die verbonden zijn aan het voorbereiden van een subsidieaanvraag;

  • b.

    tot de algemene bestuurslasten behorende huisvestingskosten en salarissen van ambtenaren van de in het project participerende overheden;

  • c.

    kosten voor ontwikkeling van modellen en meetinstrumenten voor zover deze niet innovatief zijn;

  • d.

    uitvoeringskosten die reeds voortvloeien uit de op de grond van de in titel 5.2 van de Wet milieubeheer opgedragen taken.

Artikel 8 Vereisten subsidieaanvraag

  • 1 Subsidieaanvragen worden ingediend bij Gedeputeerde Staten.

  • 2 Subsidieaanvragen worden ingediend binnen de tenderperiode van 1 januari 2013 tot en met 31 januari 2013.

  • 3 Subsidieaanvragen worden ingediend met gebruikmaking van het daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier.

  • 4 Een subsidieaanvraag bevat tenminste het volledig ingevulde aanvraagformulier en de daarin voorgeschreven bijlagen.

Artikel 9 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de tenderperiode van 1 januari 2013 tot en met 31 januari 2013 vast op € 75.000.

Artikel 10 Subsidiehoogte

  • 1 De hoogte van de subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 75.000.

  • 2 De totaal verstrekte subsidie aan een subsidieaanvrager over een periode van drie belastingjaren bedraagt maximaal € 200.000 voor rechtspersonen en € 100.000 voor ondernemingen in het wegvervoer en voldoet ook aan de overige voorwaarden voor de-minimissteun.

Artikel 11 Verdeelcriteria

  • 1 Indien de binnen de tenderperiode ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond, genoemd in artikel 9, te boven gaan, bepalen Gedeputeerde Staten de volgorde van behandeling op basis van het aantal punten dat aan een project kan worden toegekend, waarbij projecten met meer punten voorgaan op projecten met minder punten.

  • 2 Het totaal aantal punten dat aan een project kan worden toegekend, wordt als volgt berekend:

    • a.

      per criterium zoals beschreven in het derde lid kunnen 0 tot het maximaal aantal punten worden behaald;

    • b.

      vervolgens wordt de totaalscore vastgesteld door alle behaalde scores per criterium bij elkaar op te tellen.

  • 3 De projecten worden beoordeeld op de volgende criteria:

    • a.

      de mate waarin het project bijdraagt aan innovativiteit, te waarderen met maximaal 35 punten;

    • b.

      de mate waarin het project bijdraagt aan verbetering van de luchtkwaliteit, te waarderen met maximaal 35 punten;

    • c.

      de mate waarin het project vernieuwende inzichten oplevert, te waarderen met maximaal 30 punten.

  • 4 Indien toepassing van het derde lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 12 Subsidieverlening

  • 1 Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na afloop van de aanvraagperiode.

  • 2 De termijn voor het nemen van een beslissing op de aanvraag kan door Gedeputeerde Staten worden verlengd met ten hoogste 13 weken.

Artikel 13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1 Aan de subsidieontvanger wordt de verplichting opgelegd dat het project uiterlijk 31 december 2015 is afgerond.

  • 2 Aan de subsidieontvanger kan voorts de verplichting worden opgelegd om:

    • a.

      kennis over de opgedane leerervaringen tijdens het project te delen; of

    • b.

      medewerking aan evaluatie van het project te geven.

Artikel 14 Vaststelling subsidies tot € 25.000

Subsidies tot € 25.000 stellen Gedeputeerde Staten direct vast.

Artikel 15 Bevoorschotting en betaling

  • 1 Gedeputeerde Staten verstrekken een voorschot van 90% van het verleende subsidiebedrag.

  • 2 Bij het direct vaststellen van de subsidie vindt de betaling van het subsidiebedrag in een keer plaats.

  • 3 Het voorschot, bedoeld in het eerste lid, wordt in een keer betaald.

Artikel 16 Hardheidsclausule

Gedeputeerde Staten kunnen in individuele gevallen bepalingen in deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van de verbetering van luchtkwaliteit zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 17 Intrekking

De Subsidieregeling betere luchtkwaliteit Noord-Brabant wordt ingetrokken.

Artikel 18 Overgangsrecht

Voor subsidieaanvragen ingediend voor de inwerkingtreding van deze regeling blijft de Subsidieregeling betere luchtkwaliteit Noord-Brabant zijn werking behouden.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 20 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling betere luchtkwaliteit Noord-Brabant 2013.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

’s-Hertogenbosch, 12 december 2012

Gedeputeerde Staten voornoemd, 

de voorzitter prof.dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris drs. W.G.H.M. Rutten

 

Toelichting behorende bij de Subsidieregeling betere luchtkwaliteit Noord-Brabant 2013.

Algemeen

De Europese luchtkwaliteitsnormen worden overschreden. In het stedelijke gebied vormt het verkeer de belangrijkste bron van luchtvervuiling. Het Brabants Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (BSL), als onderdeel van het Nationale Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL), is opgesteld om deze problematiek aan te pakken. Het BSL bevat maatregelen die gemeenten en de provincie treffen.

In 2008 is door Gedeputeerde Staten een beleidsregel “Verbeteren Luchtkwaliteit in Brabant” vastgesteld. Dit betrof een subsidieregeling die vele projecten mogelijk heeft gemaakt. De beleidsregel liep tot 1 januari 2012. Doordat een aantal kansrijke projecten niet in 2011 ingediend konden worden is het in de beleidsregel bepaalde subsidieplafond niet bereikt. Deze (rijks)middelen afkomstig uit het NSL van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) zijn alsnog ingezet via de Subsidieregeling betere luchtkwaliteit Noord-Brabant die op 27 augustus 2012 is ingegaan.

In deze regeling is rekening gehouden met een aantal nieuwe ontwikkelingen. Er komt bij luchtkwaliteit steeds meer aandacht voor de gezondheidscomponent i.p.v. alleen maar de grenswaarde (concentratiewaarde) halen. Het Provinciale Milieu Plan heeft gezondheid als rode draad opgenomen in het programma. De Agenda van Brabant geeft de volgende hoofdlijnen: innovatie, kennisontwikkeling, leefomgeving, regisseur grote (gebieds)opgaven en verbindende schakel. Ook is uit diverse overleggen gebleken dat er kansen liggen voor productie en gebruik van biogas als brandstof. Om dit proberen te versnellen/vlot te trekken dient dit extra gestimuleerd te worden d.m.v. voorbeeldprojecten of coalitievorming. Al deze elementen zijn meegenomen in de Subsidieregeling betere luchtkwaliteit Noord-Brabant. De subsidiabele activiteiten van deze subsidieregeling zijn: A) Innovatieve projecten passend binnen de doelstelling van het BSL met een subsidieplafond van € 275.000; B) Projecten die de relatie tussen gezondheid en luchtkwaliteit in beeld brengen, met een subsidieplafond van € 55.000; C) Projecten ter stimulering van productie en rijden op “groen gas” met een subsidieplafond van totaal € 125.000.

De totaal te verstrekken subsidie bedraagt € 455.000. Deze regeling bleek een succes te zijn. Binnen 2,5 maand waren de subsidieplafonds bereikt van de onderdelen A) en B). Voor onderdeel C) is gebruik gemaakt van een tender. In deze regeling is een onderscheid gemaakt tussen demonstratieprojecten en overige groengas projecten waarbij een verdeelsleutel van de subsidieplafonds is gehanteerd van € 75.000 voor demonstratieprojecten en € 50.000 voor overige groengas projecten. Het plafond is voor de overig groengas projecten is ook bereikt. Voor het demonstratieproject zijn uiteindelijk geen aanvragen ingediend omdat de potentiële projectplannen niet matchten met de subsidievoorwaarden of tijdsplanning of omdat er geen financiële substantiële bijdrage was voor het totale project. Voor het onderdeel A) innovatieve projecten blijkt veel belangstelling te bestaan. Het resterende bedrag van € 75.000 wordt daarom in de nieuwe Subsidieregeling betere luchtkwaliteit Noord-Brabant 2013 hiervoor ingezet.

Wettelijk kader Subsidieverstrekking is gebaseerd op de Algemene wet bestuursrecht. De wettelijke grondslag voor subsidieverstrekking door de provincie Noord-Brabant is neergelegd in de Algemene subsidieverordening Provincie Noord-Brabant (ASV). De bepalingen van de ASV zijn van toepassing op subsidies die op grond van deze subsidieregeling worden toegekend, tenzij hier, waar mogelijk, van wordt afgeweken in de subsidieregeling of subsidiebeschikking. Dit betekent dat de algemene regels van de ASV, waarvan niet beoogd wordt af te wijken, in deze regeling niet opnieuw zijn opgenomen. Een aanvrager zal dus naast deze subsidieregeling ook de ASV moeten raadplegen om te weten welke rechten en verplichtingen aan de subsidie verbonden zijn. In de ASV zijn met name in artikel 10 belangrijke administratieve verplichtingen vastgelegd in verband met de financiële verantwoording. Deze verplichtingen gelden op grond van artikel 10, derde lid, ook voor subsidies die direct worden vastgesteld. Verder is de subsidieontvanger op grond van het vierde lid van artikel 10 ASV verplicht in iedere publicatie te vermelden dat het project is gerealiseerd met financiële steun van de provincie Noord-Brabant. Op grond van artikel 14 van de ASV dient de subsidieontvanger het bestuur direct in kennis te stellen van stagnatie, wijzigingen in de uitvoering van een project of andere feiten waardoor de uitvoering in gevaar komt, wordt vertraagd of versneld.

De-minimissteun Deze subsidieregeling behoeft niet aangemeld te worden bij de Europese Commissie omdat voldaan wordt aan de vrijstellingsvereisten als geformuleerd in Verordening (EG) nr. 1998/2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op de-minimissteun (Pb 2006, L 379/05). Hiertoe is bepaald dat niet meer subsidie wordt verstrekt dan tot het drempelbedrag van € 200.000 (€100.000 voor ondernemingen in het wegvervoer). De subsidieaanvrager dient hier overigens zelf op toe te zien en zelf de juiste gegevens toe aan te dragen.

Artikelsgewijs

Artikel 3 Subsidiabele activiteitenDe subsidie is gericht op projecten die een specifieke bijdrage leveren aan vernieuwingen, inzichten en ontwikkelingen ter verbetering van de luchtkwaliteit.

Artikel 5 SubsidievereistenOnder a De subsidie is bedoeld om projecten ter verbetering van de luchtkwaliteit te stimuleren. Vandaar dat deze is opgezet als cofinanciering waarbij de aanvrager de helft van de kosten uit andere middelen dient te bekostigen, eigen middelen of middelen van derden waaronder subsidies.

Artikel 6 Subsidiabele kostenDe hoofdregel is dat alleen kosten gemaakt na de datum van verlening subsidiabel zijn. Bij uitzondering kunnen Gedeputeerde Staten anders beslissen.

Artikel 10 SubsidiehoogteLid 2 Het bedrag van € 200.000 (resp. € 100.000) komt overeen met het drempelbedrag dat de Europese Commissie heeft vastgesteld ten aanzien van de-minimissteun. Dit bedrag geldt per onderneming over een periode van drie belastingjaren. Steun onder deze drempel behoeft niet te worden aangemeld. In deze (verordening/regeling) is ervoor gekozen om bij de subsidietoekenning dit bedrag niet te overschrijden. Het kan echter in de praktijk voorkomen dat een door ons begunstigde onderneming in de afgelopen drie jaar al eens subsidie of een andere vorm van steun van een overheidsorgaan heeft ontvangen. Dit moet blijken uit de “Verklaring de-minimissteun”. Indien de te verlenen subsidie tezamen met de reeds ontvangen steun een bedrag van € 200.000 (resp. € 100.000) overschrijdt, zal in dat specifieke geval de onderhavige subsidieverlening aangemeld moeten worden.

Artikel 11 VerdeelcriteriaVanwege de verdeelcriteria worden de projecten beoordeeld op de mate waarin zij voldoen aan de criteria hetgeen van invloed is op de te behalen punten. Vervolgens worden alle punten per project opgeteld.

Artikel 12 Subsidieverlening Voor de aanvraagtermijn is aangesloten bij de ASV. Let op voor de subsidievaststelling is aangesloten bij artikel 10 van de ASV. Het aanvragen van een subsidievaststelling volgt uit de systematiek van de subsidietitel van de Awb.Artikel 13 Verplichtingen van de subsidieontvangerDit artikel bevat aanvullingen op de verplichtingen die zijn opgenomen in de ASV, waaronder de verplichting bij publicaties met betrekking tot de te subsidiëren activiteit, te vermelden dat de activiteit gedeeltelijk wordt gerealiseerd met subsidie van de provincie Noord-Brabant. Ten aanzien van de middelen afkomstig van het NSL heeft de provincie Noord-Brabant verantwoordingsverplichtingen conform de zogenoemde sisa-systematiek zoals opgenomen in het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV). Op grond van de ASV dient ook een subsidieontvanger bij een verzoek om vaststelling van subsidie aan deze verantwoordingsverplichtingen te voldoen zodat de provincie nochtans voldoende gegevens verzamelt om aan de eigen verantwoordingsverplichting richting het Rijk te kunnen voldoen.

Artikel 14 Vaststelling subsidies tot € 25.000In lijn met ontwikkelingen op subsidiegebied (het kader financieel beheer rijkssubsidies) en binnen de ruimte die de huidige ASV biedt, is bepaald dat subsidies tot € 25.000 direct worden vastgesteld. Conform artikel 10, derde lid van de ASV ontslaat dat de subsidieontvanger niet van de verantwoordingsverplichtingen. De desbetreffende gegevens moeten uiterlijk drie maanden na afloop van de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt dan wel binnen drie maanden na afloop van het jaar waarvoor subsidie is verstrekt, worden ingediend.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

de voorzitterde secretaris
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk drs. W.G.H.M. Rutten