Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Stichtse Vecht

Uitvoeringsbesluit voor de gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Stichtse Vecht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieStichtse Vecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsbesluit voor de gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Stichtse Vecht
CiteertitelUitvoeringsbesluit voor de gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Stichtse Vecht
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Beheerverordening begraafplaatsen Stichtse Vecht 2013

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-12-20151e wijziging (art. 4)

08-12-2015

Vechtstroom, 16-12-2015

Beleid
01-01-201317-12-2015Nieuwe regeling

23-10-2012

Nieuwsblad voor Vecht-, Amstel- en Rijnstreek, 20-12-2012

Beleid

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsbesluit voor de gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Stichtse Vecht

Het college van de gemeente Stichtse Vecht,

 

gelet op artikel 4, derde lid, artikel 5, eerste en tweede lid, artikel 9, derde lid, artikel 14, artikel 16, artikel 18, artikel 22, derde lid en artikel 33 van de Beheerverordening begraafplaatsen Stichtse Vecht 2013;

 

besluit vast te stellen

 

de volgende nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaatsen.

Artikel 1. Register en plaatsregistratie

  • 1.

    De administratie bevat een openbaar register van diegenen die zijn begraven of waarvan

    de as is bezorgd. In dit register worden de naam, de geboortedatum en de datum van

    overlijden opgenomen. Daarbij is vermeld de grafaanduiding en de dag van de begraving

    of de bijzetting. In de administratie zijn ook de gegevens van de rechthebbenden en de

    gebruikers van de graven met hun namen en adressen opgenomen.

  • 2.

    Het register wordt in opdracht van het college bijgehouden door de beheerder.

  • 3.

    De rechthebbenden en gebruikers zijn verplicht de wijziging van hun adres aan het

    college door te geven.

  • 4.

    Het college draagt er zorg voor dat er van de begraafplaatsen een gewaarmerkte

    plattegrondtekening wordt aangehouden waarop de indeling en de grafnummering van de

    begraafplaats is aangegeven.

Artikel 2. Openstelling en begraaftijden

  • 1.

    De begraafplaatsen zijn dagelijks toegankelijk van zonsopkomst tot zonsondergang.

  • 2.

    Het begraven van lijken, het bijzetten en het bezorgen van as kan plaatsvinden

    • a.

      op werkdagen van 8.00 uur tot 16.00 uur;

    • b.

      op zaterdag van 8.00 tot 16.00 uur;

    • c.

      op maandag tot en met zaterdag van 16.00 tot 20.00 uur in de maanden mei, juni en juli.

  • 3.

    Op zon- en feestdagen wordt niet begraven of bijgezet.

  • 4.

    Begravingen en bijzettingen die plaatsvinden of eindigen buiten de onder lid 2a genoemde tijden of die plaatsvinden op zaterdag of plaatsvinden op de onder lid 2c genoemde uren, worden aangemerkt als begravingen of bijzettingen tijdens buitengewone uren.

  • 5.

    Het tijdstip van begraven of bijzetten van stoffelijke resten en het bezorgen van de as wordt telkens en voor elk geval afzonderlijk door de beheerder, in overleg met de betrokken nabestaande vastgesteld.

Artikel 3. Aantallen overledenen en asbussen

  • 1.

    In een particulier graf 1 diep, mag maximaal één lijk worden begraven en

    één asbus, met of zonder urn, worden bijgezet of verstrooid.

  • 2.

    In een particulier graf(2-diep), met of zonder kelder, mogen maximaal twee lijken worden begraven en twee asbussen, met of zonder urn, worden bijgezet of verstrooid.

  • 3.

    In een particulier kindergraf mogen maximaal twee lijken worden begraven en mogen maximaal

    twee asbussen, met of zonder urn, worden bijgezet of verstrooid.

  • 4.

    In een particulier urnengraf mogen maximaal zes asbussen, met of zonder urn, worden geplaatst

    of verstrooid.

  • 5.

    In een particuliere urnenplek mag maximaal één asbus met of zonder urn worden geplaatst of verstrooid.

  • 6.

    In een particuliere urnenkelder mogen maximaal drie asbussen, met of zonder urn, worden

    geplaatst of verstrooid.

  • 7.

    In een particuliere urnennis mogen maximaal twee asbussen of twee urnen worden geplaatst.

  • 8.

    In een algemeen graf kunnen maximaal twee lijken worden begraven.

  • 9.

    In een algemeen kindergraf kunnen maximaal twee lijken worden begraven.

  • 10.

    In een algemeen urnengraf kunnen maximaal vier asbussen met of zonder urn worden bijgezet.

Artikel 4. Gedenkteken

  •  

    • 1.

      Een gedenkteken dient te voldoen aan de in artikel 6 gestelde afmetingen.

    • 2.

      Indien het gedenkteken niet voldoet aan het gestelde in artikel 6, wordt het gedenkteken van het graf verwijderd.

    • 3.

      Het is niet toegestaan:

    • a.

      omrandingen van hekken, stangen of kettingen e.d. om de graven aan te brengen; het aanbrengen of plaatsen van voorwerpen die op zichzelf of in verband met de omgeving aanstoot zouden kunnen geven.

    • b.

      Het gebruik van schelpen, grind of steenslag op graven zonder onderliggende betonplaat alsmede verf of kleurstof anders dan op de letters of daarmee gelijk te stellen tekens op of in het gedenkteken is niet toegestaan.

Artikel 5. Vereisten keldergraven

  • 1.

    Het stichten van een grafkelder geschiedt door de zorg van de rechthebbende na verkregen vergunning van het college.

  • 2.

    De afmetingen van de ruimte waarbinnen een grafkelder mag worden aangebracht, zijn: 2,25 m lang, 1,15 m breed en 0,60 m hoog, gerekend vanaf maaiveld.

  • 3.

    De rechthebbende die in een grafkelder wil doen begraven, is verplicht op zijn kosten deze kelder voor de begrafenis te laten openen en na het begraven terstond te laten sluiten.

  • 4.

    Het openen van een grafkelder, anders dan tot het daarin opnemen van overledenen en in dat geval eerder dan twee uren tevoren, is verboden, tenzij de beheerder van de begraafplaats hiervoor toestemming heeft verleend.

  • 5.

    Indien de rechthebbende zijn verplichtingen ten aanzien van het sluiten niet nakomt, geschiedt sluiting op zijn kosten van gemeentewege.

Artikel 6. Afmetingen gedenktekens

  • 1.

    Op een particulier (urnen)graf mag één gedenkteken worden geplaatst.

    • a.

      Op de begraafplaatsen te Breukelen en Nieuwer Ter Aa is het gedenkteken maximaal 1,00 m hoog, maximaal 0,90 m breed en maximaal 1,90 m lang, inclusief de fundering.

    • b.

      Op de begraafplaats te Kockengen is het gedenkteken maximaal 1,00 m hoog, maximaal

0,70 m breed en maximaal 1,40 m lang, inclusief de fundering.

  • c.

    Op de begraafplaats te Loenen is het gedenkteken maximaal 1,50 hoog, maximaal 2,00 m lang, maximaal 0,80 m breed, inclusief de fundering.

  • d.

    Op de begraafplaats te Maarssen is het gedenkteken maximaal 1,50 m hoog, maximaal

1,00 m breed en maximaal 2,00 m lang, inclusief de fundering.

e.Op de begraafplaats te Vreeland is het gedenkteken maximaal 1,50 m hoog, maximaal

0,80 m breed en maximaal 2,00 m lang, inclusief de fundering.

  • f.

    Op de themavelden in Maarssen: Onder de Beuken en in Breukelen: Aan de Bosrand wordt één liggend gedenkteken of één zwerfkei gebruikt als gedenkteken. Het gedenkteken is maximaal 0,80 m breed en maximaal 0,80 m lang. De zwerfkei is maximaal 0,80 m hoog, maximaal 0,80 m breed en maximaal 0,80 m lang, inclusief fundering.

  • g.

    Op het themaveld in Maarssen: In het Bos wordt één zwerfkei gebruikt als gedenkteken. De zwerfkei is maximaal 0,80 m hoog, maximaal 0,80 m breed en maximaal 0,80 m lang, inclusief fundering.

    • 2.

      Op een particulier kindergraf mag één gedenkteken worden geplaatst.

  • a.

    Op de begraafplaats in Loenen is het gedenkteken is maximaal 1,00 m hoog, maximaal 0,80m breed en maximaal 1,00 m lang, inclusief de fundering.

  • b.

    Op de begraafplaats in Maarssen is het gedenkteken maximaal 1,50 m hoog, maximaal 0,80m breed en maximaal 2,00 m lang, inclusief fundering.

    • 3.

      Op een particuliere urnenkelder mag één liggend gedenkteken worden geplaatst.

      Het gedenkteken is maximaal 0,50 m breed en 0,50 m lang.

    • 4.

      Op een particuliere urnenplek is het toegestaan één zwerfkei te gebruiken als gedenkteken. a. De zwerfkei is maximaal 0,50 m hoog, maximaal 0,50 m breed en maximaal 0,50 m lang,

      inclusief fundering.

  • b.

    Op het themaveld in Maarssen: Onder de Beuken en in Breukelen: Aan de Bosrand wordt één liggende steen of één zwerfkei gebruikt als gedenkteken. Het gedenkteken is maximaal 0,50 m breed en maximaal 0,50 m lang. De zwerfkei is maximaal 0,50 m hoog, maximaal 0,50 m breed en maximaal 0,50 m lang, inclusief fundering.

    • 5.

      Op een algemeen graf mag door de eerste gebruiker één staand gedenkteken achter op het graf worden geplaatst dat maximaal 1,00 m hoog en 0,80 m breed is. Door de tweede gebruiker mag één liggend gedenkteken voor op het graf worden geplaatst dat maximaal 1,00 m lang en 0,80 m breed is.

    • 6.

      Op een algemeen graf op het themaveld in Maarssen: “In het Gras” mag door de eerste gebruiker één liggend gedenkteken achter op het graf worden geplaatst dat 0,50 m breed is en 0,50 m lang. Door de tweede gebruiker mag één liggend gedenkteken voor op het graf worden geplaatst dat 0,50 m breed en 0,50 m lang is.

    • 7.

      Het gedenkteken dient zodanig geconstrueerd te zijn dat staande gedeelten niet kunnen omwaaien.

    • 8.

      Het gedenkteken moet zonder het verbreken van cementvoegen in eenvoudig verplaatsbare delen uit elkaar genomen kunnen worden, indien dit nodig is voor het openen van het graf c.q. van een in de onmiddellijke nabijheid daarvan gelegen graf.

    • 9.

      Gedenktekens dienen per grafplek gefundeerd te worden op een onder het maaiveld liggende betonbalk.

Artikel 7. Tijdstip van plaatsing gedenkteken

  • 1.

    Het tijdstip van plaatsing, herstel of vervanging van het gedenkteken dient tenminste 2

    werkdagen tevoren kenbaar gemaakt te worden aan de beheerder. Het plaatsen van een

    gedenkteken dient plaats te vinden op werkdagen van maandag t/m vrijdag van 08:00

    uur tot 16:00 uur.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Artikel 8. Losse bloemen en planten

  • 1.

    Op een graf kunnen potplanten en bloemen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen. Op een graf mogen eenjarige gewassen worden geplant.

  • 2.

    Potten, vazen of andere voorwerpen buiten de voor het graf beschikbare oppervlakte, alsmede verwelkte bloemen of kransen en kapotte voorwerpen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving van gemeentewege verwijderd worden zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

Artikel 9. Winterharde gewassen

  • 1.

    De winterharde gewassen die op de graven worden geplant, mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door besnoeiing binnen de in artikel 6 genoemde afmetingen kunnen worden gehouden.

  • 2.

    De toepassing van gewassen op het graf die hoger worden dan 1,50 m.

  • 3.

    Gewassen die zijn aangebracht in strijd met het bepaalde in dit artikel, kunnen van

    gemeentewege verwijderd worden zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

Artikel 10. Afval en beschadigingen

  • 1.

    Alle sporen van afval, ontstaan tengevolge van werkzaamheden op of aan de gedenktekens, moeten van de begraafplaats meegenomen worden.

  • 2.

    Beschadigingen, ontstaan tengevolge van werkzaamheden op of aan de gedenktekens, moeten

    worden hersteld door de rechthebbende, gebruiker of veroorzaker van de schade.

Artikel 11. Onderhoud rechthebbende/gebruiker

  • 1.

    De rechthebbende of de belanghebbende is verplicht de grafbedekking op het graf “behoorlijk te onderhouden of te herstellen.” Onder dit onderhoud wordt verstaan: Het schoonmaken van het gedenkteken, het verven of vergulden van letters en andere figuraties op het gedenkteken, het aanbrengen, onderhouden en eventueel vernieuwen van losse planten en één- of meerjarige planten, het verwijderen van dode planten, het verwijderen van spontaan opkomende kruiden of zaailingen en het uitvoeren van herstellingen van het gedenkteken en andere grafbedekkingen.

  • 2.

    Het groenafval dat vrij komt bij het onderhoud dient door een ieder in de daarvoor

    aanwezige afvalbakken te worden gedeponeerd.

Artikel 12. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze nadere regels treden gelijktijdig in werking met de inwerkingtreding van de “Beheerverordening begraafplaatsen Stichtse Vecht 2013”

  • 2.

    Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: “Uitvoeringsbesluit begraafplaatsen Stichtse Vecht”.

  • 3.

    Uitvoeringsbesluiten van de voormalige gemeenten Maarssen, Breukelen en Loenen worden ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van burgemeester en wethouders van gemeente Stichtse Vecht 23 oktober 2012,

De secretaris De burgemeester