Organisatie | Waalwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening afvalstoffenheffing 2013 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Wet milieubeheer, art. 15.33
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-12-2012 | 01-01-2014 | Nieuwe regeling. | 08-11-2012 Gemeenteblad, 29-11-2012 | 2012/054 |
VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING 2013
De raad van de gemeente Waalwijk;
gelezen het voorstel over de belastingverordeningen 2013 van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2012;
gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
”Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2013”
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
1. Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld
in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
2.De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke
Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:
gebruikmaken door degene aan wie een deel van een perceel in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruikmaken door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven, met dien verstande dat degene die het deel in gebruik heeft gegeven, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
het ter beschikking stellen van een perceel voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruikmaken door degene die dat perceel ter beschikking heeft gesteld, met dien verstande dat degene die het perceel ter beschikking heeft gesteld, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie het perceel ter beschikking is gesteld.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
Naast de heffing van een vastrecht conform hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel bestaat de maatstaf van heffing van de belasting uit twee onderdelen:
a. het gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen per perceel dan wel per groep van percelen en;
b.het aantal aanbiedingen ter lediging van een container van de periodiek ingezamelde afvalstoffen per perceel.
3a 1. De vaststelling van het totaal per belastingtijdvak ingezamelde gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen per perceel dan wel per groep van percelen, vindt plaats door een optelling van de gewichten van het wekelijks alternerend ingezamelde groente-, fruit- en tuinafval (gft) enerzijds en overige afvalstoffen anderzijds bij dit perceel dan wel bij deze groep van percelen in het betreffende belastingtijdvak.
2.Het gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen per inzamelbeurt per perceel dat niet behoort tot een groep van percelen wordt vastgesteld als het verschil van het gewicht van de betreffende container vóór lediging en het gewicht na lediging.
3.Het gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen per inzamelbeurt per perceel dat behoort tot een groep van percelen wordt vastgesteld als een evenredig gedeelte van het totale gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen per inzamelbeurt bij de betrokken groep van percelen gerelateerd aan het aantal geregistreerde percelen van de betrokken groep van percelen.
3b 1. De vaststelling van het totaal per belastingtijdvak aantal aanbiedingen van de
periodiek ingezamelde afvalstoffen per perceel dat niet behoort tot een groep van percelen vindt plaats door optelling van het aantal van aanbiedingen van een container van het wekelijks alternerend ingezamelde groente-, fruit- en tuinafval (gft) enerzijds en overige afvalstoffen anderzijds van dit perceel in het betreffende belastingstijdvak.
2.De aanbieding van een container van de periodiek ingezamelde afvalstoffen per inzamelbeurt per perceel dat niet behoort tot een groep van percelen wordt vastgesteld als de container door de unieke identificatietransponder behorende bij de betreffende container tijdens de lediging van de container is geregistreerd.
3.Meerdere registraties van de identificatietransponder binnen tien minuten gelden als één aanbieding.
4.Voor de berekening van de belasting wordt uitgegaan van de gewichten die zijn vastgesteld met behulp van deweegapparatuur op de wegende inzamelauto plus
het aantal geregistreerde aanbiedingen van de bij het perceel behorende containers.
5.Indien tijdens enige inzamelbeurt door een calamiteit of door technische storing van de wegende inzamelauto, of van de op de inzamelauto geplaatste container-weeg- of herkennings- of -registratie-apparatuur of van de middelen waarmee de gegevens van de geledigde containers worden opgeslagen, van een aangeboden container geen automatische weging of herkenning of registratie of gegevens-verwerking plaatsvindt, wordt voor de inzameling van de afvalstoffen per perceel dan wel groep van percelen voor alle betrokken percelen dan wel groepen van percelen, ongeacht of de bij deze percelen dan wel groepen van percelen behorende containers worden aangeboden, voor de betreffende inzamelbeurt een forfaitair gewicht per perceel dan wel groep van percelen vastgesteld overeenkomstig het gestelde in lid 6 en lid 7.
6.Het forfaitair gewicht per groep van percelen als bedoeld in lid 5 wordt bepaald als een evenredig gedeelte van het totaal over het voorgaande belastingtijdvak bij het betreffende groep van percelen vastgestelde gewicht van de overeenkomstige
afvalstoffen en het totaal van de inzamelbeurten van de overeenkomstige afvalstoffen gedurende het voorgaande belastingtijdvak.
7.Het forfaitair gewicht wordt bepaald op 20 kilogram voor het groente- fruit- en tuinafval en op 25 kilogram voor de overige afvalstoffen, welke alternerend per week worden ingezameld.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, dan wel bij wege van aanslag. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving, dan wel door middel van een aanslag aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat belastingjaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat belastingjaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.
Artikel 7 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de in artikel 5 lid 1 en lid 2 bedoelde belasting, die bij wege van aanslag wordt geheven, worden
betaald in één termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
a. In afwijking van het eerste lid geldt voor de belasting genoemd in artikel 5 lid 1, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het
aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag daarvan meer is dan € 100,--, doch minder is dan € 2.000,-- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
b.In afwijking van het eerste lid geldt voor de belasting genoemd in artikel 5 lid 1, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag daarvan meer is dan
€ 100,00,-- doch minder is dan € 2.000,-- dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de laatste termijn twee maanden later.
Bij de invordering van de afvalstoffenheffing wordt kwijtschelding verleend voor het totaal van de aanslagen afvalstoffenheffing tot een maximumbedrag van € 200,-- per jaar. Voor het meerdere wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.
Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel
1. De ‘Verordening afvalstoffenheffing 2012’ van 10 november 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien
verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2.Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering 8 november 2012.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE WAALWIJK
De griffier, G.H. Kocken / De voorzitter, drs. A.M.P. Kleijngeld