Beleidsnotitie gebruik wegen met beweegbare afsluitingen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie	Barendrecht
Organisatietype	Gemeente
Officiële naam regeling	Beleidsnotitie gebruik wegen met beweegbare afsluitingen
Citeertitel	Beleidsnotitie gebruik wegen met beweegbare afsluitingen
Vastgesteld door	college van burgemeester en wethouders
Onderwerp	ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen
Datum inwerkingtreding	Terugwerkende kracht tot en met	Datum uitwerkingtreding	Betreft	Datum ondertekening Bron bekendmaking	Kenmerk voorstel
28-12-2012			nieuwe regeling	11-12-2012 Blik op Barendrecht, 20-12-2012	Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsnotitie gebruik wegen met beweegbare afsluitingen

Het college van burgemeester en wethouders stellen de volgende regeling vast.

Inleiding

In Barendrecht zijn om onbedoeld verkeer tussen de wijken te voorkomen wegafsluitingen ingesteld. Een aantal van deze afsluitingen wordt gebruikt door het openbaar vervoer. Tevens worden er ontheffingen aan verschillende weggebruikers afgegeven om de afsluitingen te passeren. Omdat het huidig beleid is gebaseerd op de beleidsnotitie “Gebruik wegen met vaste en beweegbare afsluitingen” versie 2003 en er diverse aanvullende besluiten voor uitbreiding van ontheffinghouders zijn genomen is het gewenst dat het beleid wordt aangepast.

Soorten en locatie afsluitingen.

De beweegbare afsluitingen worden op verschillende soorten wegvakken toegepast. De meest voorkomende afsluitingen zijn die waar het openbaar vervoer gebruik van maakt. De overige afsluitingen zijn voor verschillende doeleinden toegepast.

De afsluitingen welke voor openbaar vervoer zijn opengesteld betreffen;

·
Dorpsstraat, nabij de wegaansluiting Ouvertureweg/Dudokdreef
·
Ouvertureweg-Cellolaan
·
Harplaan-Rossinisingel
·
Strausslaan-Walmolen
·
Harmonielaan

De overige afsluitingen betreffen;

·
Jaagpad-Grondmolen
·
Voordijk nabij aansluiting Sweelincklaan/Henry Dunantlaan
·
Carnisseweg-Gdansk
·
Middeldijk ter plaatse van onderdoorgang A29 (fietsroute)
·
Londen-Brugge (brandweersluis)
·
Riedermorgen-Noordersingel

Gebruik afsluitingen

De gesloten-verklaring van de wegvakken met beweegbare afsluitingen is geregeld door middel van bord C1 RVV 1990 “gesloten in beide richtingen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- en trekdieren of vee”. Of door bord C12, “gesloten voor alle motorvoertuigen”.

Indien de afsluiting gepasseerd wordt door het openbaar vervoer en ontheffinghouders wordt het onderbord “uitgezonderd openbaarvervoer en ontheffinghouders” toegepast. In de Wet Personenvervoer 2000, artikel 1 sub h, is de definitie van ‘openbaar vervoer’ nader omschreven als; “voor een ieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling met een auto, bus, trein, metro, tram of een via een geleidesysteem voortbewogen voertuig”.

Voor alle gebruikers die niet onder de noemer ‘openbaar vervoer’ vallen dient een ontheffingenbeleid te worden vastgesteld. Deze verkeersdeelnemers vallen onder de term op het onderbord “uitgezonderd ontheffinghouders”. Voor de gebruikers die de afsluiting mogen passeren wordt dit kenbaar gemaakt door het onderbord “uitgezonderd ontheffingshouders” te plaatsen.

Ontheffinghouders

Gelet op het verschil in het gebruik van de afsluitingen door de ontheffinghouders en de uitbreiding hierop in de afgelopen jaren worden hierna de verschillende ontheffinghouders voor de beweegbare wegafsluitingen aangegeven:

·
openbaar vervoer: zoals bedoeld in de Wet Personenvervoer 2000, artikel 1 sub h, uitsluitend over de afsluitingen waar een busroute op van toepassing is, geen aparte vergunning verlening;
·
taxivervoer zoals bedoeld in de Wet Personenvervoer 2000, artikel 1 sub j, voor het uitvoeren van taxiritten, uitsluitend over de afsluitingen waar een busroute van het openbaar vervoer op van toepassing is, aparte vergunningverlening op bedrijf;
·
besloten busvervoer zoals bedoeld in de Wet Personenvervoer 2000 artikel 1 sub i, ten behoeve van school- en zwemvervoer, bedrijfsvervoer en collectief bedrijfs(bus)vervoer in het kader van een bedrijfsvervoerplan, uitsluitend over de afsluitingen waar een busroute van het openbaar vervoer op van toepassing is, aparte vergunningverlening op bedrijf;
·
politie, ambulance- en brandweervoertuigen voor het uitvoeren van een rit ten behoeve van hulpverlening met als zodanig herkenbare voertuigen, voor alle afsluitingen, geen aparte vergunningverlening;
·
huisartsen, werkzaam in Barendrecht voor het uitvoeren van een rit ten behoeve van hulpverlening, voor alle afsluitingen, aparte vergunningverlening;
·
verloskundigen, werkzaam in Barendrecht voor het uitvoeren van een rit ten behoeve van hulpverlening, uitgezonderd de locaties Middeldijk ter plaatse van onderdoorgang A29 (fietsroute) en Londen-Brugge ( brandweersluis), aparte vergunningverlening;
·
huisvuilophaaldiensten, beveiligingsdiensten, werkzaam in de gemeente Barendrecht voor het uitvoeren van een rit ten behoeve van dienstverlening, verlening vergunning voor één of meerdere afsluitingen in nader overleg te bepalen, aparte vergunningverlening.
·
medewerkers van de vrijwillige brandweer; voor het uitvoeren van een spoedeisende rit naar de brandweergarage op basis van een oproep voor hulpverlening, verlening vergunning op naam voor één of meerdere afsluitingen in nader overleg te bepalen, aparte vergunningverlening, aanvraag ontheffing door brandweercommandant.

In het kader van ontheffingen RVV 1990 worden ontheffingen voor bord C1 en C12 afgegeven welke eveneens van toepassing zijn op de afsluitingen met een beweegbare afsluiting. Dit betreft o.a. voertuigen en of medewerkers van de gemeente. De ontheffingen worden o.a. verstrekt voor het uitvoeren werkzaamheden zoals onderhoud, gladheidbestrijding e.d. Tevens worden ontheffingen verstrekt voor bedrijfsvoertuigen van derden voor het uitvoeren van werkzaamheden in de gemeente.

In geval van directe hulpverlening en ten tijde van gladheidbestrijding kunnen de beweegbare afsluitingen centraal worden neergelaten. Deze aansturing vindt respectievelijk plaats vanuit de brandweerkazerne en de gemeentewerf.

Vanuit de brandweerkazerne kan dit worden verricht op basis van een centrale bediening terwijl vanuit de gemeentewerf de afsluitingen telefonisch kunnen worden bediend.

Aanverwante zaken

In verband met het terugdringen van regels en kosten, worden ontheffingen en verlengingen zoveel als mogelijk voor onbepaalde tijd afgegeven.

·
Voor het verlengen van een ontheffing voor een bepaalde termijn dient een aanvraag voor verlenging 3 maanden voor het verstrijken van de looptijd te worden aangevraagd.
·
Bij wijziging van de gegevens op de ontheffing, zoals kenteken e.d., dient een nieuwe ontheffing te worden aangevraagd.
·
Voor het passeren van de beweegbare afsluiting is, met uitzondering van de openbaarvervoerbedrijven omdat deze zijn voorzien van een Vetag-/ Vecomapparatuur, een transponder benodigd.
·
De transponder(s) worden verstrekt op basis van kosten welke gelijk zijn aan de inkoopprijs;
·
politie , ambulance, brandwee r , brandweerpersoneel en voertuigen van gemeentelijke dienstenzijn vrijgesteld van aanschaf- en vervangingskosten;
·
de inbouw van de transponder in het voertuig dient door de ontheffinghouder te worden verzorgd;
·
de ontheffinghouder is verantwoordelijk voor het juiste gebruik en toepassing van de transponder;
·
vervangingskosten, gelijk aan de inkoopprijs, zijn voor rekening van de ontheffinghouder;
·
bij beëindiging van de ontheffing dient de transponder binnen 10 werkdagen te worden geretourneerd aan de gemeente;
·
bij beëindiging van de ontheffing wordt voor een goed werkende transponder die binnen 6 maanden na afgifte wordt ingeleverd de aanschafkosten geretourneerd.
·
Bij gewijzigd beleid dient de gemeente, de vergunninghouders voor onbepaalde tijd, te informeren.
·
Op vergunningen voor onbepaalde tijd is het laatst vastgestelde beleid van toepassing.
·
Op vergunningen voor bepaalde tijd is het vastgestelde beleid op de datum van afgifte van toepassing.
·
De afgifte van een ontheffing ontslaat de houder/gebruiker niet van aansprakelijkheid.

Leges

Op het verstrekken van de ontheffingen is de legesverordening van toepassing. Hiervan zijn de volgende gebruikers uitgezonderd;

·
Voertuigen van openbaar vervoerbedrijven waarbij de dienstregeling bestemmingen in de gemeente Barendrecht heeft.
·
Voertuigen van politie , ambulance- en brandweer.
·
Medewerker vrijwillige brandweer
·
Voertuigen van gemeentelijke diensten

mandatering verlening ontheffingen

Om het verstrekken van de ontheffingen te versnellen wordt voorgesteld om de besluitvorming van de ontheffingen in het vervolg als volgt te laten plaatsvinden;

·
aanvrager maakt deel uit van de doelgroep ontheffinghouders: besluitvorming gemandateerd aan de afdelingsmanager voor nieuwe aanvragen en verlengingen voor ontheffingen;
·
aanvrager maakt geen deel uit van de doelgroep ontheffinghouders: besluitvorming door het college van burgemeester en wethouders voor aanvragen voor ontheffingen.

De mandatering zal in het Mandaatbesluit worden vastgelegd.

Ontheffing

Afhankelijk van de aanvraag wordt een ontheffing per bedrijf of voertuig opgesteld. In de ontheffing worden specifieke voorwaarden/voorschriften aangegeven welke afhankelijk zijn van de aard van de aanvraag. De ontheffing voor het passeren van beweegbare afsluitingen dient in het voertuig aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond. Herkenbare voertuigen van politie, brandweer, ambulance en openbaar vervoer zijn hiervan uitgezonderd.

Huisregels ontheffingen

Voor een goed gebruik te bevorderen bij het passeren van de beweegbare afsluitingen zijn huisregels opgesteld voor de gebruikers. De huisregels en het vigerend beleid worden bij het verstrekken van een ontheffing geleverd en zijn als zodanig van toepassing. De huisregels zijn in bijlage 1 toegevoegd.

Aldus vastgesteld in de vergadering.

Bijlage 1

Huisregels voor ontheffinghouders van de beweegbare afsluitingen.

Ter bevordering van het goed gebruik bij het passeren van de beweegbare afsluitingen zijn de volgende regels opgesteld;

Algemene regels ontheffingen;

gebruik van de ontheffing is uitsluitend toegestaan voor ritten waarvoor de ontheffing is verleend en uitsluitend over de aangeduide afsluitingen op de ontheffing;
.
gebruik van de beweegbare afsluitingen is uitsluitend toegestaan en mogelijk met voertuigen welke zijn voorzien van Vetag/Vecom-apparatuur of door de gemeente verstrekte transponders.
.
gebruik van de beweegbare afsluitingen is tevens toegestaan en mogelijk met de handbediening van de apparatuur door middel van de daarvoor ter beschikking gestelde sleutel.

Passeren van beweegbare afsluitingen is uitsluitend toegestaan indien:

het tweekleurig verkeerslicht groen licht vertoont en de beweegbare afsluiting volledig naar beneden is gezakt;
.
het tweekleurig verkeerslicht gedoofd is en de beweegbare afsluiting volledig naar beneden is gezakt. Hierbij dient de ontheffinghouder zelf rekening te houden met verkeer vanuit de ander zijde;
.
het negenoog-verkeerslicht voor openbaar vervoer vrije doorgang aangeeft en de beweegbare afsluiting volledig naar beneden is gezakt;
.
het negenoog-verkeerslicht voor openbaar vervoer gedoofd is en de beweegbare afsluiting volledig naar beneden is gezakt. Hierbij dient de ontheffinghouder zelf rekening te houden met verkeer vanuit de andere zijde;
.
in alle andere gevallen is het passeren van een beweegbare afsluiting niet toegestaan!
.
bij groen licht of vrije doorgang negenoog mag er maar één motorvoertuig de beweegbare afsluiting passeren, zoals aangeduid is op het onderbord bij het verkeerslicht;
.
schade aan gemeentelijke eigendommen als gevolg van het negeren van de hiervoor genoemde aanwijzingen, zal verhaald worden op de veroorzaker;
.
bestuurders en/of ontheffinghouders worden geacht op de hoogte te zijn van de informatie over de werking van de beweegbare afsluitingen. De benodigde informatie wordt bij het verlenen of verlengen van de ontheffing kenbaar gemaakt.
.
de ontheffing dient in het voertuig aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond. Herkenbare voertuigen van politie, brandweer, ambulance en openbaar vervoer zijn hiervan uitgezonderd.
.
De afgifte van een ontheffing ontslaat de houder/gebruiker niet van aansprakelijkheid.