Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gouda

verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGouda
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingverordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2013
CiteertitelVerordening parkeerbelastingen 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp
Externe bijlageTarieventabel behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2013

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 225
  2. Parkeerverordening 2012

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201301-01-2014Nieuwe regeling

12-12-2012

De Goudse Post, 19 december 2012

785204

Tekst van de regeling

Intitulé

verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2013

 

 

de raad van de gemeente gouda

 

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2012;

 

Gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening 2012;

 

besluitvast te stellen de volgende verordening:

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN 2013

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die:

1. is aangeduid met het bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990,of

2. gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990 met het opschrift zone, voorzover deze plaats niet is uitgezonderd;

betaald parkeerplaats: een parkeerplaats welke is aangeduid met het (zonale) bord BW111 (handje/muntje) (publicatie 134 van het CROW, Richtlijnen parkeerbebording) en/of op de straat of stoep een tegel met daarop een handje/muntje;

dagkaart: een schriftelijk bewijs waarmee het is toegestaan te parkeren op belanghebbendenplaatsen en/of betaald parkeerplaatsen gedurende een aaneengesloten periode van maximaal een kalenderdag;

gehandicaptenparkeerplaats: een parkeerplaats waar alleen geparkeerd mag worden met een geldigegehandicaptenparkeerkaart;

houder: degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens;

motorvoertuig:hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, enhetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

parkeermetervak: een parkeerplaats ten aanzien waarvan het parkeren wordt geregeld door eenindividuele parkeermeter;

parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

vergunning: een door burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen belanghebbenden plaatsen en/of betaald parkeerplaatsen.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘parkeerbelastingen’ worden de volgende belastingen geheven:

a. een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

b. een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

 

Artikel 3 Belastingplicht

1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

2. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

a. degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

b. zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:

1e. als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overlegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;

2e. als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

4. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

 

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

 

Artikel 5 Wijze van heffing

1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.

2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

 

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld

1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

 

Artikel 7 Termijnen van betaling

1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

3. Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

 

Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

 

Artikel 9 Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen€  56,--.

 

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de parkeerbelastingen wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.

 

Artikel 12 Overgangsrecht

De ‘Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2012’ van 14 december 2011, gewijzigd bij raadsbesluit van 23 mei 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

Artikel 13 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

 

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening parkeerbelastingen 2013.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 12 december 2012.

De voorzitter,

De griffier

 

Tarieventabel behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2013

 

 

Toelichting op de Verordening parkeerbelastingen 2013

Op 10 november 2012 is de Programmabegroting 2013-2016 vastgesteld. De in de paragraaf Lokale Heffingen globaal aangegeven tariefsaanpassingen voor het jaar 2013 zijn in de gemeentelijke belastingverordeningen voor 2013 verwerkt. Bij de redactie hiervan is zoveel mogelijk aangesloten bij de modelverordeningen van de VNG. De toelichting op de modelverordening is te raadplegen via de volgende link:

http://www.gouda.nl/gemeente/Modelverordeningen_gem_belastingen_toelichting.pdf

 

Onlangs is aan uw raad toegezonden de “Notitie parkeerbalans Gouda 2013”. In deze notitie zijn de volgende maatregelen geformuleerd om het tekort op de parkeerbalans ad circa € 90.000,-- tegen te gaan:

- het uurtarief van de parkeerterreinen Klein Amerika en Schouwburgplein met € 0,10 te verhogen en het uurtarief van parkeerterrein Vossenburchkade met € 0,13 te verhogen;

- het 1e uur gratis parkeren op parkeerterrein Vossenburchkade af te schaffen;

- het tarief van straatparkeren in de schil te verhogen van € 1,40 naar € 1,60 per uur en het uurtarief van de bezoekersregeling voor bezoek van bewoners te verhogen van € 0,85 naar € 0,95.

Vorenvermelde maatregelen zijn verwerkt in de ter vaststelling voorgelegde Verordening parkeerbelastingen 2013.

Met ingang van 1 januari 2013 mag de kostencomponent van de naheffingsaanslag parkeerbelasting met €  2,-- worden verhoogd naar €  56,--. Omdat met ingang van 2005 bij de naheffingsaanslagen parkeerbelasting structureel de wettelijk maximaal toegestane kostencomponent, op grond van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen, in rekening wordt gebracht, wordt de verhoging ook met ingang van 2013 ingevoerd.

 

Voorts is van belang dat vanaf  2011 de uitvoering van de heffing en invordering van de gemeentelijke belastingen alsmede de uitvoering van de Wet WOZ is opgedragen aan de Gemeenschappelijke Regeling BSGR (Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland).