Organisatie | Harderwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2013 |
Citeertitel | Verordening parkeerbelastingen 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Verordening parkeerbelastingen 2012, zoals vastgesteld op 8 december 2011.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2014 | intrekking | 19-12-2013 Het Kontakt, 24-12-2013 | 1.300.854 | |
04-01-2013 | 01-01-2013 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 20-12-2012 Het Kontakt, 27-12-2012 | 12.00881 |
De raad van de gemeente Harderwijk;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 november 2012, nummer 12.00881;
gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening 2006 en de daarop volgende verordeningen;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2013
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als de houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig gebruik heeft gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 6 Wijze van heffing en termijn van betaling
In afwijking in zoverre van het tweede lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen parkeervergunning meer is dan € 135,00 doch minder dan € 10.000,00 en het totaalbedrag van dat aanslagbiljet door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kan worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 7 Ontheffing van parkeerbelasting
Indien de belasting, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, voor een vergunning is voldaan voor een tijdvak van langer dan één kalendermaand en die vergunning vóór het verstrijken van dat tijdvak wordt ingetrokken, wordt ontheffing verleend over het aantal nog niet ingetreden volle kalendermaanden van dat tijdvak. De in de vorige volzin bedoelde ontheffing wordt niet eerder verleend dan nadat de beschikking van burgemeester en wethouders, waarbij de vergunning wordt ingetrokken, onherroepelijk is komen vast te staan.
Indien een vergunninghouder de belasting, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, voor een vergunning heeft voldaan over een tijdvak van langer dan één kalendermaand, als gevolg van door of met medewerking van het gemeentebestuur getroffen maatregelen, andere dan die bedoeld in het eerste lid, gedurende één of meer in dat tijdvak vallende kalendermaanden niet kan parkeren op een plaats waarop zijn vergunning betrekking heeft, wordt op verzoek ontheffing verleend over het aantal volle kalendermaanden, gedurende welke de vergunninghouder niet heeft kunnen parkeren.
Indien de belasting, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, voor een vergunning is voldaan voor een tijdvak van langer dan één kalenderjaar en die vergunning vóór het verstrijken van dat tijdvak wordt ingetrokken, wordt ontheffing verleend over het aantal nog niet ingetreden volle kalenderjaren van dat tijdvak. De in de vorige volzin bedoelde ontheffing wordt niet eerder verleend dan nadat de beschikking van burgemeester en wethouders, waarbij de vergunning wordt ingetrokken, onherroepelijk is komen vast te staan.
Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, van het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Harderwijk in zijn openbare vergadering van 20 december 2012, onder nummer 12.00881
mevrouw A.E.H. van der Kolk de heer H.R. Lanning
voorzitter raadsgriffier
TARIEVENTABEL behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2013 vastgesteld door de raad van de gemeente Harderwijk in zijn openbare vergadering van 20 december 2012, onder nummer 12.00881.
Tarief van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a.
Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur of op andere voor betaald parkeren aangewezen terreinen en weggedeelten, zoals aangegeven op de bij de Verordening parkeerbelastingen 2013 behorende tekening, nr. 000-0-213, bedraagt:
Voor een dagkaart, geldig op de dag van afgifte, in zone A bedraagt het tarief € 8,00
Voor een dagkaart, geldig op de dag van afgifte, in zone B bedraagt het tarief € 8,00
Indien de uitrijkaart voor een terrein met achteraf betaald parkeren in niet (meer)
aanwezig is bedraagt het tarief voor een nieuwe uitrijkaart in zone A: € 21,00
Indien de uitrijkaart voor een terrein met achteraf betaald parkeren in niet (meer)
aanwezig is bedraagt het tarief voor een nieuwe uitrijkaart in zone B: € 19,00
Tarief van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, voor een parkeervergunning.
Het tarief bedraagt per parkeervergunning, geldig voor alle volle dagen en geldig voor een motorvoertuig in de op de bij de Verordening parkeerbelastingen 2013 behorende tekening, nr. 000-0-206, aangegeven gebieden:
- parkeerkelder stadhuis, per kalenderjaar € 496,00
- parkeerkelder Vuldersbrink per kalenderjaar € 182,00
- parkeerkelder Hortus per kalenderjaar € 289,00
- parkeerkelder Houtwal per kalenderjaar € 315,00
- vergunningengebied Binnenstad per kalenderjaar € 187,00
- parkeerterrein Klooster, Plantage, Waltorenstraat,
Scheepssingel per kalenderjaar € 138,00
- parkeerterreinen Westeinde, Boulevard, Boulevard (bewoners gedeelte) per kalenderjaar € 99,00
- parkeerterrein Havendijk per kalenderjaar € 25,00
- parkeerterrein Flevoweg per kalenderjaar € 25,00
- Weekend parkeren (alleen in combinatie met een bewoners vergunning op maaiveld van vrijdag 18.00 uur tot maandag 8.00 uur) per kalenderjaar € 40,00
tweede bewonersvergunning Bij het verstrekken van een tweede bewonersvergunning voor hetzelfde adres, wordt voor de vergunning met het hoogste parkeertarief een verhoging toegepast van 20%.
Keuze tweede parkeervergunning
Bij een tweede bewonersvergunning kan worden gekozen voor een vergunning voor de parkeerterreinen: Boulevard (m.u.v. bewonersterrein), Westeinde, en de parkeerkelders Hortus en Houtwal. In dat geval wordt het tarief van het parkeerterrein met het hoogste tarief gehanteerd.
- parkeerterrein Westeinde per kalenderjaar € 300,00
- parkeerterrein Boulevard per kalenderjaar € 300,00
- parkeerterrein Flevoweg per kalenderjaar € 50,00
- parkeerterrein Havendijk per kalenderjaar € 75,00
Door werkers kan worden gekozen voor een vergunning voor maximaal 3 van de voor werkers genoemde parkeerterreinen. In dat geval wordt het tarief van het parkeerterrein met het hoogste tarief gehanteerd.
- een vergunning voor alle parkeerterreinen (met uit-
zondering van parkeerkelder Bleek, bewonersterrein
Boulevard, bewonersterrein Scheepssingel, Hortus
en parkeergarage Houtwal) per kalenderjaar € 540,00
Tijdelijke vergunning binnenstad
- tijdelijke vergunning in de binnenstad per vier weken € 65,00
Tarief overschrijven vergunning op ander kenteken
Het tarief voor het op enig moment in het belastingjaar overschrijven van een
vergunning op een ander kenteken bedraagt € 8,50