Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Harderwijk

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHarderwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van marktgelden 2012
CiteertitelVerordening marktgelden 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de marktgelden.

Deze verordening vervangt de verordening marktgelden 2011 zoals vastgesteld op 9 december 2010.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201301-01-2013intrekking

20-12-2012

Het Kontakt, 27-12-2012

12.00881
05-01-201201-01-201201-01-2013nieuwe regeling

08-12-2011

Het Kontakt, 28-12-2011

B11.003600

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2012

De raad van de gemeente Harderwijk;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 november 2011,

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2012

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam "marktgelden" worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten, bestaande uit het ter beschikking stellen van een standplaats op de voor de markt aangewezen plaatsen gedurende de voor de markt aangewezen tijd voor het uitoefenen van de markthandel en daarmee verband houdende handelingen;

  • b.

    het gebruiken van een aansluiting op de elektriciteitskasten op of in de nabijheid van de onder a. bedoelde plaatsen.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Het marktgeld als bedoeld in artikel 1, onder a, wordt geheven van degene die een standplaats inneemt.

  • 2.

    Het marktgeld als bedoeld in artikel 1, onder b, wordt geheven van degene die gebruik maakt van een aansluiting.

Artikel 3 Tarieven

  • 1.

    Het marktgeld als bedoeld in artikel 1, onder a, bedraagt:

    • a.

      voor het innemen van een vaste standplaats voor een belastingtijdvak van één kalenderkwartaal of een gedeelte daarvan € 19,12 per m';

    • b.

      voor het innemen van een niet vaste standplaats per marktdag of een gedeelte daarvan € 2,00 per m'.

  • 2.

    Het marktgeld als bedoeld in artikel 1, onder b, bedraagt per marktdag of een gedeelte daarvan € 3,59 per standplaats.

Artikel 4 Heffingsgrondslag

  • 1.

    Het marktgeld wordt geheven naar de frontbreedte van de standplaats in volle strekkende meters, waarbij de ruimte die wordt ingenomen voor de opslag van reservevoorraad van koopwaren al dan niet op voertuigen, tafels en dergelijke geplaatst, geacht wordt deel uit te maken van de standplaats.

  • 2.

    Een gedeelte van een eenheid wordt voor een gehele gerekend.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1.

    Het marktgeld voor het innemen van een vaste standplaats wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    Het marktgeld voor het innemen van een niet vaste standplaats wordt geheven door middel van een bon met doorlopende nummering.

Artikel 6 Ontstaan van belastingschuld en termijn van betaling

  • 1.

    Het marktgeld als bedoeld in artikel 5, eerste lid, is verschuldigd op het tijdstip waarop de belastingplichtige voor de eerste keer in het kwartaal een standplaats inneemt.

  • 2.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten geheven bij wege van aanslag worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 3.

    Het marktgeld als bedoeld in artikel 5, tweede lid, moet worden voldaan op het tijdstip van uitreiking van de bon als bedoeld in artikel 5, tweede lid.

  • 4.

    Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het tweede lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

  • 5.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 7 Verlenen van kwijtschelding

Van de in artikel 1 genoemde rechten wordt geen kwijtschelding, als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221), verleend.

Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de marktgelden.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening marktgelden 2011" van 9 december 2010, nummer 114, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening marktgelden 2012".

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente

Harderwijk in zijn openbare vergadering van

8 december 2011, onder nummer 103.

de heer J.C.G.M. Berends de heer H.R. Lanning

voorzitter raadsgriffier