Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Molenwaard

Procedure Overleg lokaalonderwijsbeleid Molenwaard 2013;

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMolenwaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingProcedure Overleg lokaalonderwijsbeleid Molenwaard 2013;
CiteertitelProcedure Overleg Lokaal Onderwijsbeleid Molenwaard 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, Wet op het primair onderwijs

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201329-09-2020Nieuwe regeling

15-01-2013

Het Kontakt, 17 januari 2013

Mozard28355

Tekst van de regeling

Intitulé

Procedure Overleg lokaalonderwijsbeleid Molenwaard 2013;

De raad van de gemeente Molenwaard;

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d 18 december 2012;

 

gelet op het bepaalde over het op overeenstemming gerichte overleg (OOGO) in artikel 102 van de Wet op het primair onderwijs;

 

overwegende dat het noodzakelijk is een procedure vast te stellen voor het overleg tussen de gemeente en de schoolbesturen over het lokaal onderwijsbeleid;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende:

 

Procedure Overleg lokaalonderwijsbeleid van de gemeente Molenwaard;

HOOFDSTUK 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit raadsbesluit wordt verstaan onder:

  • a.

    schoolbestuur: het bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs

    bekostigde openbare of bijzondere school voor basisonderwijs, die gelegen

    is op het grondgebied van de gemeente;

  • b.

    advies: het advies van de Onderwijsraad als bedoeld in de Wet op het primair

    onderwijs;

  • c.

    burgemeester enwethouders: het college van burgemeester en wethouders.

HOOFDSTUK 2 Overleg

Paragraaf 2.1 Overlegorgaan lokaal onderwijsbeleid

Artikel 2 Functie overlegorgaan

  • 1.

    Er is een overlegorgaan lokaal onderwijsbeleid waarin burgemeester en wethouders metde vertegenwoordigers van alle schoolbesturen overleg voeren over de voorbereiding en uitvoering van het lokaal onderwijsbeleid.

  • 2.

    In het overleg komen aan de orde:

    • a.

      de onderwerpen waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassingis als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs;

    • b.

      overige onderwerpen van overleg aangaande het lokaal onderwijsbeleid.

  • 3.

    Op de onderwerpen, als genoemd in het tweede lid onder b, is artikel 8 niet vantoepassing.

Artikel 3 Samenstelling overlegorgaan

  • 1.

    De schoolbesturen kunnen zich laten vertegenwoordigen in het overlegorgaan. Eenschoolbestuur wijst daartoe één vertegenwoordiger aan, die namens dit schoolbestuur het overleg voert. Het schoolbestuur kan zich laten vertegenwoordigen door de schoolleider.

  • 2.

    Schoolbesturen kunnen zich gezamenlijk laten vertegenwoordigen in het overlegorgaan.Voor het bepalen van het aantal vertegenwoordigers is het gestelde in het eerste lid vantoepassing.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders worden in het overleg vertegenwoordigd door deportefeuillehouder onderwijs. De portefeuillehouder onderwijs fungeert als voorzitter van het bestuurlijk overleg.

Artikel 4 Derden

Derden kunnen, wanneer de voorzitter van het overlegorgaan dit wenst of minstens de helft van de vertegenwoordigers van schoolbesturen, genoemd in artikel 3, dit wensen, deelnemen aan een overleg.

Paragraaf 2.2 Voorbereiding overleg

Artikel 5 Uitnodiging

1.Alvorens burgemeester en wethouders een voorstel aan de raad doen over eenonderwerp, zenden zij de voorgenomen inhoud van dit voorstel met een toelichting daarop en het verslag van de vergadering, als bedoeld in artikel 7, toe aan alle schoolbesturen.

  • 2.

    De toezending geschiedt onder bekendmaking van de plaats, de datum en het tijdstipwaarop het overleg hierover zal aanvangen. Tussen de datum van de toezending van het voorstel en de datum van het overleg liggen tenminste twee weken.

  • 3.

    De schoolbesturen die niet deelnemen aan het overleg kunnen voor de datum van ditoverleg hun zienswijzen schriftelijk kenbaar maken aan burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders stellen de deelnemers aan dit overleg hiervan in kennis.

Artikel 6 Secretariaat

Burgemeester en wethouders voeren het secretariaat van het overlegorgaan.

Artikel 7 Voorbereiding

Het bestuurlijk overleg tussen vertegenwoordigers van schoolbesturen en burgemeester en wethouders kan worden voorafgegaan door een voorbereidende vergadering van het overlegorgaan. Hierin vindt tevens overleg plaats over de agenda voor het overleg in het overlegorgaan. Schoolbesturen kunnen, wanneer er geen voorbereidende vergadering wordt gehouden, vooraf uiterlijk drie weken voor de datum van het overleg schriftelijk agendapunten voor het bestuurlijk overleg indienen. Op grond hiervan stellen burgemeester en wethouders een agenda op.

Paragraaf 2.3. Uitvoering overleg

Artikel 8 Advies Onderwijsraad

1.Indien één of meer schoolbesturen of burgemeester en wethouders een advies wensen over een onderwerp waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is,maken ze dit uiterlijk kenbaar in het overleg waarin het onderwerp in finale zin aan deorde is. Dit gebeurt aan de hand van een schriftelijk gemotiveerde omschrijving van hethet onderwerp waarover het advies wordt verwacht. Hierbij wordt tevens het verband

aangegeven tussen het onderwerp en de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichting van het onderwijs.

  • 2.

    Alle vertegenwoordigers krijgen in het overleg de gelegenheid hun zienswijzen naarvoren te brengen over het verzoek om advies.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders zijn belast met de indiening van een verzoek om advies.Zij doen dit uiterlijk twee weken na afloop van het overleg. Daarbij informeren zij tevensde Onderwijsraad over de in het tweede lid bedoelde zienswijzen.

  • 4.

    De wettelijke termijn voor het uitbrengen van het advies wordt opgeschort met ingangvan de dag waarop de Onderwijsraad burgemeester en wethouders uitnodigt het verzoek voor het uitbrengen van het advies aan te vullen met de gegevens die hij nodig heeft voor een goede vervulling van zijn taak, tot de dag waarop het verzoek is aangevuld.

  • 5.

    De raad neemt gedurende de termijn voor het uitbrengen van het advies geen besluit over het onderwerp waarover advies is gevraagd.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders zenden zo spoedig mogelijk een afschrift van het uitgebrachte advies toe aan de schoolbesturen en de vertegenwoordigers van het openbaar onderwijs. Indien het geheel of gedeeltelijk opvolgen van het advies zou leiden tot één of meer inhoudelijke bijstellingen van het voorstel over een onderwerp waarover advies is gevraagd, worden de schoolbesturen en de vertegenwoordigers van het openbaar onderwijs bij de toezending van het afschrift van het advies uitgenodigd voor nader overleg. In alle gevallen beoordelen burgemeester en wethouders of nader overleg over het advies wenselijk is. Zij geven dit aan bij de toezending van het afschrift van het advies.

  • 7.

    Het overleg, als bedoeld in het vorige lid, vindt binnen drie weken plaats nadat het advies is uitgebracht. Burgemeester en wethouders informeren de raad over dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 9.

Artikel 9 Verslaglegging; informeren raad

  • 1.

    Burgemeester en wethouders maken een verslag van het overleg.

  • 2.

    Het verslag bevat een overzicht van de besproken onderwerpen, waarbij per onderwerp wordt aangegeven:

    • a.

      of het bepaalde in artikel 2, tweede lid, onder a. of b. van toepassing is;

    • b.

      of volledige, geen volledige of geen overeenstemming is bereikt;

    • c.

      de in het overleg door de deelnemers naar voren gebrachte zienswijzen en -indienvan toepassing- de zienswijzen als bedoeld in artikel 5, derde lid;

    • d.

      de door de portefeuillehouder onderwijs in het overleg toegezegde wijzigingen in het oorspronkelijke voorstel.

      Indien artikel 8, eerste lid van toepassing is, wordt hiervan eveneens een weergave opgenomen in het verslag.

  • 3.

    Het overlegorgaan stelt het verslag vast. In afwijking hiervan kunnen burgemeester en wethouders spoedheidshalve het verslag ter commentaar toezenden aan de schoolbe- sturen. Binnen 10 dagen na de dag waarop het conceptverslag is toegezonden, maken

de schoolbesturen die deel hebben genomen aan het overleg schriftelijk hun opmerkingen over het concept van het verslag kenbaar. Burgemeester en wethouders stellen het verslag vast met inachtneming van de opmerkingen.

4.Burgemeester en wethouders brengen het verslag gelijktijdig met het voorstel over het onderwerp ter kennis van de raad. Voor zover burgemeester en wethouders afwijken van de tijdens het overleg naar voren gebrachte zienswijzen, wordt dit gemeld in het voorstel aan de raad. Daarbij geven zij de redenen aan van niet of niet geheel overnemen van deze zienswijzen.

Artikel 10 Heropening overleg

  • 1.

    Indien uit het oordeel van de raad over het voorgenomen voorstel aan de raad over een onderwerp blijkt dat de meerderheid of een deel van de raad van oordeel is dat het voorstel inhoudelijk bijstelling behoeft, dan kan een heropening van het overleg plaatsvinden. Burgemeester en wethouders beslissen daarover. Zij heropenen het overleg in ieder geval indien de inhoudelijke bijstelling betrekking heeft op een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, waarover overeenstemming in het overlegorgaan was bereikt.

  • 2.

    Indien burgemeester en wethouders het overleg heropenen, dan roepen zij het overlegorgaan zo spoedig mogelijk bijeen, doch uiterlijk voor het moment waarop de raad een definitief besluit neemt over het onderwerp. In dit overleg hebben de vertegenwoordigers de gelegenheid om hun zienswijze te geven op het oordeel van de raad. Burgemeester en wethouders informeren de raad over het resultaat van dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 9. De raad betrekt de in dit aanvullend verslag neergelegde zienswijzen bij zijn definitieve besluitvorming over het onderwerp.

HOOFDSTUK 3 Slotbepalingen

Artikel 11 Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de procedure niet voorziet

In gevallen waarin dit raadsbesluit niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders, gehoord de vertegenwoordigers van de schoolbesturen in het overleg.

Artikel 12 Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1.

    Het raadsbesluit kan worden aangehaald als: Procedure overleg lokaal onderwijsbeleidgemeente Molenwaard.

  • 2.

    Dit raadsbesluit treedt, onder gelijktijdige intrekking van de Verordening overleg lokaalOnderwijsbeleid gemeente Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland, met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2013.

     

Besloten in de openbare raadsvergadering van 15 januari 2013.

 

De griffier, De voorzitter,

 

Drs. T.W. Kanters D.R. van der Borg