Organisatie | Wijchen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening hondenbelasting 2013 |
Citeertitel | Verordening hondenbelasting 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Verordening hondenbelasting 2012.
Deze verordening wordt vervangen door de Verordening hondenbelasting 2014.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 06-12-2012 Wegwijs, 19-12-2012 | 12 AZ 225e |
De raad van de gemeente Wijchen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 november 2012;
gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;
vast te stellen de hierna volgende verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2013.
Onder de naam 'hondenbelasting' wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.
Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.
De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:
die verblijven in een hondenasiel als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Honden- en Kattenbesluit 1999, welk asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;
die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van het Honden- en Kattenbesluit 1999, welke inrichting is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;
Artikel 4 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de verminde¬ring van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslag biljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan meer is dan € 45,-- maar minder dan € 3.000,-- en de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat:
aanslagen, waarvan de dagtekening ligt tussen 1 januari en 1 oktober van het belastingjaar waarop ze betrekking hebben, moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar overblijven met een maximum van acht termijnen;
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de hondenbelasting.
De 'Verordening hondenbelasting 2012’, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 december 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.