Organisatie | Bergen (NH) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene subsidieverordening gemeente Bergen |
Citeertitel | Algemene subsidieverordening gemeente Bergen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-07-2001 | 18-06-2009 | nieuwe regeling | 26-06-2001 De Duinstreek, 04-07-2001 | Onbekend |
De raad van de gemeente Bergen;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 mei 2001;
Gelezen het advies van de commissie Maatschappelijke Zaken d.d. 7 juni 2001;
Gelet op de inspraakreacties van de verenigingen, instellingen en organisaties;
Mede gelet op het bepaalde in artikel 148 en 156 van de gemeentewet en de bepalingen van titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
Vast te stellen de "Algemene subsidieverordening gemeente Bergen"
In deze verordening wordt verstaan onder:
Een verklaring omtrent het onderzoek van een accountant naar de juistheid, tijdigheid en volledigheid van de verstrekte informatie en de gedeclareerde subsidie. Deze verklaring strekt zich niet alleen uit tot de rechtmatigheid maar ook tot een doelmatige en doeltreffende besteding van de toegekende subsidie.
De toeneming van de uitgaven als gevolg van loonstijgingen, een en ander overeenkomstig de berekening zoals weergegeven in artikel 3 sub 5 en 6
De activiteit die door de instelling zal worden uitgevoerd en die door burgemeester en wethouders kan worden gesubsidieerd. Zo mogelijk worden de prestaties in meetbare termen gedefinieerd.
Een plan dat een overzicht geeft van door de rechtspersoon voorgenomen activiteiten, zo mogelijk vertaald naar meetbare prestaties en beoogde effecten, alsmede de relatie van de voorgenomen activiteiten met het gemeentelijk beleid.
Een besluit, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift (verordening), dat een algemene regel geeft voor het gebruik van een bevoegdheid en is vastgesteld door de gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders.
Onder boekjaar wordt een kalenderjaar verstaan.
Deel van het batige exploitatieresultaat dat een instelling in reserve kan houden, om hiermee negatieve exploitatieresultaten van andere dienstjaren te kunnen dekken. Een bedrag dat de instelling mag reserveren, naast het vermogen, om negatieve exploitatieresulaten van andere dienstjaren op te kunnen vangen.
Een rechtspersoon als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek die zich zonder winstoogmerk, de behartiging van de belangen van ideële en/of materiële aard (een deel van) de inwoners van de gemeente Bergen ten doel stelt.
Het eigen vermogen van de instelling niet zijnde een voorziening, zoals bedoeld in dit artikel onder s. Burgemeester en wethouders kunnen terzake beleidsregels vaststellen.
Het totaal van de lasten van een instelling behoudens de huurpenningen c.q. de eigenaarlasten van een gebouw, waar de instelfing eigenaar van' is en de lasten voortvloeiend uit het voorzieningenplan, vermeerderd met het totaal van de baten met uitzondering van structurele subsidies van overheidslichamen.
De aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor het het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.
Een schriftelijk besluit tot subsidieverlening waarbij een omschrijving van de te leveren activiteiten de maximale hoogte en eventuele subsidievoorwaarden worden meegedeeld.
De overeenkomst die kan worden gesloten ter uitwerking van de subsidiebeschikking. Daarin worden in elk geval aangegeven: de looptijd van de subsidie, de maximale hoogte van de subsidiebedrag, de te verrichten activiteiten, de doelgroep met betrekking tot de te leveren activiteiten en de wijze waarop deze verantwoord moeten worden.
Het in de subsidiebeschikking en/of de overeenkomst overeengekomen tijdvak waarvoor de subsidie is verstrekt met een maximale looptijd van vier jaar.
Het bedrag in de gemeentebegroting, dat ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidie krachtens een bepaald wettelijk voorschrift, zoals een verordening of op basis van een incidenteel besluit. Besloten kan worden de subsidieplafond tussentijds aan te passen met de toegekende looncompensatie, conform de in artikel 3 sub 5 en 6 gehanteerde uitgangspunten.
De beschikking waarbij het bedrag van de subsidie wordt vastgesteld en dat aanspraak geeft op betaling van het vastgestelde bedrag.
Zie definitie subsidieovereenkomst.
Een voorziening als bedoeld in artikel 374, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, voorzover deze als zodanig door burgemeester en wethouders als redelijk is aangemerkt. Burgemeester en wethouders kunnen terzake beleidsregels vaststellen.
Een plan waarin aangegeven wordt welke voorzieningen de rechtspersoon meent te moeten treffen, voor welke doeleinden deze moeten dienen en tot welk bedrag zij deze wenst te vormen.
Deze verordening is van toepassing op alle subsidiëring, tenzij de gemeenteraad anders bepaalt, van activiteiten, die door instellingen in het gemeentelijk belang worden uitgevoerd. Deze verordening is niet van toepassing indien er van de zijde van het Rijk dan wel de Provincie een toereikende bekostingsregeling van toepassing is.
Subsidiëring van activiteiten vindt plaats voorzover deze door burgemeester en wethouders in voldoende mate in het algemeen gemeentelijk belang worden geacht. Bij wettelijk voorschrift of beleidsregel kunnen de activiteiten waan/oor subsidie kan worden verstrekt nader worden bepaald, alsmede andere criteria die voor die verstrekking worden vastgesteld. Hierbij kunnen ook regels worden vastgesteld met betrekking tot de verplichtingen die aan de subsidiebeschikking kunnen worden verbonden.
Basis voor de berekening van de loonkostencomponent kan het advies van het Landelijk Coördinatiepunt (VNG, IPO en Federatie Werkgeversvereniging) zijn. De compensatie van de loonkostenstijging wordt per instelling als volgt berekend: totale personeelskosten: totale exploitatiekosten x laatst toegekend gemeentelijk subsidiebedrag x percentage landelijk coördinatiepunt = bedrag looncompensatie. Eventuele mutaties kunnen, afhankelijk van het tijdstip van publicatie van het advies van het landelijk coördinatiepunt, in de loop van het jaar alsnog worden verwerkt.
Rekening houdend hiermee kan de subsidieplafond tussentijds worden verhoogd methet dan bekend geworden looncompensatie-stijgingspercentage.
Voor de compensatie van de loonkosten komen uitsluitend in aanmerking, desubsidiabele kosten. subsidieontvangende instellingen, waarvan de loonkosten onderdeel uitmaken van de
Afrekening met de subsidieontvangende instellingen vindt plaats op grond van dewerkelijke uitgaven.
Onder eigen middelen worden de aanwezige reserves verstaan voor zover deze een percentage van vijf van het risicobedrag, berekend per balansdatum van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de subsidieaanvraag wordt ingediend, overschrijden. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een afwijkend percentage vast te stellen. Zij doen hiervan mededeling aan de gemeenteraad bij gelegenheid van de behandeling van de gemeentebegroting.
Indien de aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag of indien de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voorde voorbereiding van de beschikking, kan burgemeester en wethouders besluiten de aanvraag niet te behandelen, mits de aanvrager de gelegenheid heeft gehad binnen een door het college gestelde termijn de aanvraag aan te vullen.
Burgemeester en wethouders treden in overleg met de instelling teneinde tot overeenstemming te komen omtrent de activiteiten (prestaties), de overige subsidievoorwaarden en - voorzover van toepassing - de uitwerkingsovereenkomst, zoals bedoeld in artikel 12 de door de gemeente ter beschikking te stellen middelen tenzij daarvan met toestemming van de instelling wordt afgezien. Burgemeester en wethouders kunnen terzake de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing verklaren (gelegenheid tot indienen van een zienswijze tegen het voorgenomen besluit).
Voorzover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, kan het voorbehoud worden gemaakt, dat voldoende financiële middelen beschikbaar worden gesteld.
Het voorbehoud vervalt, indien de gemeenteraad daarop niet binnen vier weken na vaststelling of goedkeuring van de begroting een beroep heeft gedaan. Het beroep op voorbehoud geschiedt bij een subsidie voor een activiteit die door de gemeenteraad ook in het voorgaande begrotingsjaar werd gesubsidieerd door een intrekking wegens veranderde omstandigheden. In andere gevallen geschiedt het beroep op het voorbehoud door een intrekking overeenkomstig artikel 22 of 23.
De gemeenteraad maakt het te verwachten subsidieplafond bekend vóór de aanvraag van het tijdvak waarvoor het is vastgesteld; bij de bekendmaking wordt de wijze van verdeling vermeld en wordt gewezen op de mogelijkheid tot verlaging van dat plafond alsmede de gevolgen daarvan voor de reeds ingediende aanvragen om subsidie.
Burgemeester en wethouders kunnen een subsidie weigeren indien gegronde vrees bestaat dat:
de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden;
de aanvrager in strijdmet de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorschriften zal handelen;
de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal ajleggen omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten voorzover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.
Burgemeester en wethouders kunnen een subsidie voorts weigeren indien de aanvrager:
niet of slechts in beperkte mate voldoet aan de voorwaarden, gesteld bij of krachtens deze verordening;
in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zouden hebben geleid, of
failliet is of in surseance van betaling verkeert, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.
Burgemeester en wethouders kunnen besluiten over te gaan tot terugvordering van reeds betaalde subsidie, ook na de periode waarvoor deze is verleend, indien zich een van de omstandigheden voordoet, genoemd in het eerste lid. Alsdan is de instelling verplicht het teruggevorderde subsidiebedrag onmiddellijk terug te storten in de gemeentekas.
Indien een meerjarige subsidie is verleend, behouden burgemeester en wethouders de bevoegdheid om tot een tussentijdse vermindering van de subsidie over te gaan. Van deze bevoegdheid wordt alleen gebruik gemaakt, indien de budgettaire positie van de gemeente daar dringend aanleiding toe geeft c.q. indien op grond van de gegevensverstrekking ingevolge het tweede lid duidelijk wordt dat de activiteiten op basis waarvan de subsidie is toegekend niet genoegzaam zijn uitgevoerd maar niet dan na overleg met de instelling.
In de beschikking tot subsidieverlening staat:
een omschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verleend en indien nodig - de vermelding dat deze omschrijving later kan worden uitgewerkt in een overeenkomst;
het (maximale) bedrag van de subsidie dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald of het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld;
de periode waarvoor de subsidiebedrag wordt toegekend;
eventuele aanvullende voorschriften;
Voorschriften inhoudende verplichtingen die niet strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie kunnen aan de beschikking worden verbonden, voorzover dit bij wettelijk voorschrift is bepaald en voor zover deze betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht.
Indien het jaarlijks in zijn totaliteit aan de rechtspersoon toegekende subsidie meer dan ƒ 50.000,00 bedraagt, dient de in artikel 14 genoemde rapportage uiterlijk 1 juli van het jaar volgende op het kalenderjaar voorzien te zijn van een accountantsrapport zoals in de begripsbepalingen nader is omschreven.
Vaststelling van de subsidie kan geschieden voor een lager bedrag dan de voorschotverlening van de subsidie indien:
de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden;
de aanvrager heeft gehandeld in strijd met de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen;
de aanvrager onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;
de aanvraag tot vaststelling van de subsidie niet of niet tijdig is ingediend.
Burgemeester en wethouders kunnen een beschikking tot subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen:
op grond van feiten en omstandigheden waarvan het bij de subsidievaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de subsidie lager dan overeenkomstig de subsidieverlening had kunnen worden vastgesteld;
indien de subsidieontvanger heeft gehandeld in strijd met de aan de subsidievaststelling verbonden voorschriften.
Subsidie kan worden aangevraagd voor:
nieuwbouw, verbouw, uitbreiding of groot onderhoud van de accommodaties;
eerste inrichting/inventaris, waaronder tevens begrepen kantoorinventaris en activiteiten en activiteitenmateriaal en aanvulling hierop;
vervanging van inrichting/inventaris, indien uit de afschrijving van de te ontvangen goederen niet voldoende liquide middelen zijn vrijgekomen m de investering te kunnen financieren.o
De definitieve aanvraag aan de gemeenteraad bestaat uit:
een omschrijving van de investering, met - indien van toepassing - eenbouwtekening en bestek;
een overzicht van de begrote kosten en de beschikbare eigen middelen, alsmedeeen toelichting hierop;
een plan voor eventuele verwerving van eigen middelen;
een balans per 31 december van het voorgaande jaar;
De instelling verstrekt daartoe zo spoedig mogelijk na realisering van de investering:
een overzicht van de werkelijk gemaakte kosten, de werkelijke eigen middelen, alsmede een toelichting daarop;
een opgave van eventueel aangegane leningen;
overige door het bestuursorgaan gewenste gegevens.
De subsidie kan niet meer bedragen dan het werkelijke tekort op de afrekening.
Burgemeester en wethouders behouden zich, de instelling gehoord, het recht voor om voor rekening van de gemeente, een accountantsonderzoek te laten verrichten indien zij daartoe aanleiding zien. Mocht blijken dat de instelling laakbaar handelen verweten kan worden, dan dient de instelling alsnog de kosten van het accountantsonderzoek voor haar rekening te nemen.
Burgemeester en wethouders kunnen in individuele gevallen van een of meer verplichtingen van deze verordening ontheffing verlenen.
Indien een instelling door inwerkingtreding van deze verordening een in het verleende gestarte activiteiten niet meer kan continueren, zal hiervoor een overgangsregeling getroffen worden. De overgangsregeling bestaat uit het afbouwen van de subsidie in een periode van vier jaar tot het niveau waar vanuit deze verordening recht op bestaat.