Organisatie | Cranendonck |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het innemen van standplaatsen 2010 |
Citeertitel | Verordening standplaatsrecht 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
geen
Gemeentewet, artikel 229
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 01-01-2011 | Onbekend | 10-11-2009 Weekblad de Grenskoerier 18 november 2009 | onbekend |
DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK
Gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Cranendonck d.d. 20 oktober 2009
Gelet op artikel 229 eerste lid, aanhef en onderdeel a van de Gemeentewet
B E S L U I T vast te stellen de :
“VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RECHTEN VOOR HET INNEMEN VAN STANDPLAATSEN 2010”
Terzake van het houden van een standplaats voor verkoop van eet- of koopwaren of tot het aanbieden of verrichten van diensten op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, anders dan voor een eigen winkel of anders dan als bedoeld in de Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden, wordt onder de naam van standplaatsgeld een recht geheven overeenkomstig de navolgende bepalingen.
Het recht wordt geheven van de standplaatshouder. Als standplaatshouder wordt beschouwd een ieder aan wie door het bevoegde gezag vergunning is verleend een standplaats in te nemen.
Voor de heffingsgrondslag voor de berekening van het recht wordt onderscheid gemaakt in vaste standplaatsen en dagplaatsen.
Artikel 5 Aanvang en einde van de belastingplicht
Indien de belastingplicht voor een vaste standplaats in de loop van een kalenderkwartaal aanvangt, is voor het lopende kalenderkwartaal het tarief gelijk aan het tarief voor dagplaatsen, berekend over zoveel dagen als er in het kalenderkwartaal nog standplaats kan worden ingenomen, met dien verstande dat niet meer wordt berekend dan het voor een kalenderkwartaal geldende bedrag.
Indien de belastingplicht voor een vaste standplaats in de loop van een kalenderkwartaal eindigt, wordt voor dat kwartaal ontheffing verleend over zoveel derde gedeelten van de op grond van artikel 4, lid 1, berekende bedragen, als na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht in het kalenderkwartaal nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 7 Tijdstip van betaling
De rechten voor vaste standplaatsen en dagplaatsen moeten worden betaald binnen een maand na de dagtekening van de nota.
Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel
De "Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het innemen van standplaatsen 2009", van 16 december 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.