Organisatie | Aalsmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Begraafplaatsverordening Aalsmeer 2012 |
Citeertitel | Begraafplaatsverordening Aalsmeer 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Begraafplaatsverordening Aalsmeer 2004 van 26-03-2004.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-11-2012 | nieuwe regeling | 01-11-2012 Nieuwe Meerbode, 15-11-2012 | 2012/12494-MR |
De raad van de gemeente Aalsmeer;
gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders met registratienummer 2012/12123;
gelet op de Wet op de lijkbezorging;
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
duurzame materialen: vaste, niet buigzame materialen van natuursteen, glas, hout, keramiek, kunststof en metaal, die van nature of middels een daartoe speciale behandeling weerbestendig zijn, niet breukgevoelig en welke bestaan uit één geheel en waarvan de praktische toepasbaarheid zoals opnemen, verplaatsen, e.d. gewaarborgd is;
Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 8 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Artikel 9 Gebouwen en muziekinstallaties
De aula en de muziekinstallatie staan voor iedere plechtigheid gedurende een per keer vooraf te bepalen tijdsduur ter beschikking van de aanvrager.
Artikel 10 Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn ten minste binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn tenminste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 17, tweede lid.
Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte der graven
Artikel 14 Volgorde van uitgifte
De particuliere graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.
Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Zij bepalen voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Artikel 16 Grafrechttermijn particuliere graven en gebruikstermijn algemene graven
Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hem schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van tien of twintig jaar het uitsluitend recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven.
Artikel 17 Overschrijving van verleende rechten
Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad of een andere rechtspersoon. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan, dit ter beoordeling van het college.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het particuliere graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad of een andere rechtspersoon, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen een jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan. Dit ter beoordeling van het college.
Artikel 18 Vervallen van grafrechten
In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c en in het tweede lid vindt geen terugbetaling plaats van een deel van de kosten van het grafrecht, betaalde onderhoudsbijdragen of eventuele andere kosten. Van de ontvangst van een afstandsverklaring zoals bedoeld in het eerste lid onderdeel b, doen burgemeester en wethouders schriftelijke mededeling aan de rechthebbende.
Het eventueel op het graf aanwezige gedenkteken of de beplanting kan gedurende één maand voor het vervallen van een grafrecht of afloop van het gebruik door de rechthebbende of gebruiker van het graf worden venwijderd. Na het vervallen van het grafrecht kunnen zij geen aanspraken op deze voonwerpen doen gelden.
Artikel 19 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college een schriftelijke mededeling aan de rechthebbende.
Niet-blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.
Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden venwijderd.
Artikel 22 Verwijdering grafbedekking
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op te ruimen graf te plaatsen bordje door het college bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende van een particulier graf bij het college bekend is. In dat geval maakt het college aan hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief zijn voornemen bekend.
Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het college ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 20 was verleend. De aanvraag moet worden ingediend binnen de in het tweede lid genoemde termijn.
Artikel 24 Onderhoud door de rechthebbende en de gebruiker
Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden.
Indien binnen 12 weken na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college bevoegd tot verwijddering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen over te gaan, waarbij geldt dat zij voor deze handeling niet aansprakelijk kan worden gesteld, onverlet het recht van het college tot herstel of vernieuwing op kosten van de rechthebbende of gebruiker over te gaan.
Artikel 25 Onderhoud door de gemeente
Het college voorziet tegen een verplichte vergoeding (zoals omschreven in de Heffingsverordening) in het algemeen onderhoud van de begraafplaats, het behandelen van algen op het gedenkteken, het na verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken alsmede in de zorg voor het binnen proporties houden van de winterharde beplantingen.
Hoofdstuk 6 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 26 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden, op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de rechthebbende of gebruiker gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende of gebruiker hen bekend is. In dat geval maakt het college hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend.
Hoofdstuk 7 Gedeelte voor kerkgenootschap
Artikel 27 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven
Het college kan na overleg met het bestuur van een kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking stellen van een kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats, nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens artikel 4 (Openstelling begraafplaats), eerste lid, artikel 12 (Tijden van begraving en asbezorging), tweede lid, artikel 14 (Volgorde van uitgifte) en artikel 20 (Vergunning grafbedekking), tweede lid, van deze verordening.
Op grond van het in het tweede lid genoemde verzoek stelt het college het bestuur van het kerkgenootschap schriftelijk er van in kennis dat de grafbedekking van een of meer graven onderhoud en herstel behoeft. De kennisgeving laat de bevoegdheid van het college onverlet om de rechthebbende op de graven ervan in kennis te stellen dat de grafbedekking moet worden onderhouden of hersteld.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de (oude) verordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening is niet op de aanvraag beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
Hij die handelt in strijd met artikel 4, derde lid, artikel 5, eerste, tweede en vijfde lid en artikel 11, eerste, tweede en derde lid, kan worden gestraft met een geldboete van de eerste categorie.
UITVOERINGSBESLUIT VOOR DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN, GEMEENTE AALSMEER
Het college van gemeente Aalsmeer.gelet op artikel 13, derde lid, artikel 15, artikel 20, tweede lid, artikel 24, eerste lid, artikel 27, eerstelid en artikel 29, eerste lid van de Begraafplaatsverordening gemeente Aalsmeer 2012;
vast te stellen de volgende nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaatsen.
Artikel 1. Register en plaatsregistratie
De administratie bevat een openbaar register van diegenen die zijn begraven of waarvan de as is bezorgd. In dit register worden de naam, de geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen. Daarbij is vermeld de grafaanduiding en de dag van de begraving of de bijzetting. In de administratie zijn ook de gegevens van de rechthebbenden en de gebruikers van de graven met hun namen en adressen opgenomen.
Artikel 2. Aantallen overledenen en asbussen
Artikel 3. Aanvraag vergunning gedenkteken
Artikel 5. Tijdstip van plaatsing gedenkteken
1. Het tijdstip van plaatsing, herstel of vervanging van het gedenkteken dient tenminste 2 werkdagen tevoren kenbaar gemaakt te worden aan de beheerder. Het plaatsen van een gedenkteken dient plaats te vinden op werkdagen van maandag t/m vrijdag van 08:00 uur tot 15:00 uur.
2. Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.
Artikel 6. Losse bloemen en planten
Artikel 7. Winterharde gewassen
Artikel 8. Afval en beschadigingen
Artikel 9. Onderhoud rechthebbende/gebruiker
De rechthebbende of de belanghebbende is verplicht de grafbedekking op het graf “behoorlijk te onderhouden of te herstellen.” Onder dit onderhoud wordt verstaan: Het schoonmaken van het gedenkteken, het verven of vergulden van letters en andere figuraties op het gedenkteken, het aanbrengen, onderhouden en eventueel vernieuwen van losse planten en één- of meerjarige planten, het verwijderen van dode planten, het verwijderen van spontaan opkomende kruiden of zaailingen en het uitvoeren van herstellingen van het gedenkteken en andere grafbedekkingen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van burgemeester en wethouders van gemeenteAalsmeer 18 september 2012,
1. Artikelsgewijze toelichting
De gemeente Aalsmeer heeft twee gemeentelijke begraafplaatsen in het beheer waarvan er nog een actief gebruikt wordt (de gemeentelijke begraafplaats aan de Ophelialaan). De andere begraafplaats, de boomkwekersbegraafplaats aan de Stommeerweg, is in 1970 gesloten voor begravingen. Voor het beheren van de begraafplaats aan de Ophelialaan is in 2004 de vigerende verordening opgesteld. De vigerende regelgeving is, met name gezien de recente wetswijzigingen (per 1 januari 2010) niet meer actueel en dient aan de recente wijzigingen van de Wet op de lijkbezorging en de wensen uit de praktijk te worden aangepast. Dit was aanleiding voor een herziening.
In de herziene verordening met bijbehorende nadere regels zijn de wijzigingen van de Wet op de lijkbezorging verwerkt. Ter begeleiding is dit document opgesteld. Per artikel is een uiteenzetting gegeven van de reden, de betekenis en de toepassing in de praktijk.
1.2 Toelichting op de Begraafplaatsverordening Aalsmeer 2012
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
De omschrijvingen zijn opgenomen zodat voor een ieder duidelijk is wat en wie met de diverse begrippen bedoeld wordt. De begripsbepalingen zijn in het kader van deregulering voortaan één maal opgenomen en komen in de nadere regels van het uitvoeringsbesluit niet terug. Dit artikel is aangevuld met nieuwe begrippen die voortkomen uit de recente wetswijziging.
Artikel 2. Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf
Voor een particulier graf, in welke vorm dan ook, gelden vrijwel dezelfde rechten en plichten. De woorden ‘voor zover van belang’ zijn ingevoegd omdat de bepalingen betreffende het ruimen en het wegnemen van een asbus alleen van toepassing zijn op een particulier graf, respectievelijk particulier(e) urnengraf/nis. Binnen de algemene graven wordt onderscheid gemaakt tussen reguliere algemene graven en algemene kindergraven.
Artikel 3. Bestemming begraafplaats
Dit artikel sluit alle andere bestemmingen uit.
Artikel 4. Openstelling begraafplaats
De raad legt middels dit artikel de toegangstijden voor de begraafplaatsen vast. Door de sluitingstijd te koppelen aan de zonsondergang wordt ook geanticipeerd op de situatie in de wintertijd waarin het vroeger donker is en bezoekers dus eerder geacht worden de begraafplaats te verlaten.
Bezoekers, steenhouwers en hoveniers moeten zich er steeds van bewust zijn dat hun werkzaamheden storend kunnen zijn voor rouwende nabestaanden en tijdens uitvaartplechtigheden.
De toestemming om werkzaamheden op de begraafplaats te verrichten moet vlot aan de steenhouwers of anderen kunnen worden gegeven. Daarom verdient het aanbeveling dat burgemeester en wethouders het verlenen van die toestemming onder behoud van hun verantwoordelijkheid opdragen aan de beheerder (mandaat). De bevoegdheid van de beheerder om personen weg te sturen als zij zich niet aan zijn aanwijzingen houden en de verbodsbepalingen, bieden voldoende mogelijkheden om tegen ongewenste activiteiten op te kunnen treden. Het verbod met betrekking tot het gebruik van motorrijtuigen maakt strafbaarstelling mogelijk van personen die zich hier niet aan houden.
Bijeenkomsten op de begraafplaats die ‘normaal’ grafbezoek ontstijgen, dienen aangekondigd te worden, met name om te voorkomen dat deze samenvallen met ingeplande begrafenissen.
Bijeenkomsten die het karakter van een plechtigheid te buiten gaan kunnen het karakter hebben van een openbare manifestatie. Hiervan moet vooraf kennisgeving worden gedaan aan de burgemeester volgens de Wet openbare manifestaties (Stb. 1968, 157) en mogelijk van toepassing zijnde APV-bepalingen, zoals art. 2.3 van de Model-APV. Het genoemde APV-artikel behandelt betogingen op openbare plaatsen, de uitgangspunten van de Wet openbare manifestaties op openbare en niet openbare plaatsen, betogingen en de gemeentelijke bevoegdheden daarin.
Artikel 7. Opgravingen en ruimen
Dit artikel is opgenomen om uit te sluiten dat geen nabestaanden of onbevoegden aanwezig zijn bij het opgraven van lijken of het ruimen van graven.
Artikel 8. Kennisgeving begraven, asbezorging, openen en sluiten van het graf
Een kennisgeving is nodig omdat voorkomen moet worden dat meerdere uitvaarten gelijktijdig plaatsvinden. De genoemde werkdag voor de kennisgeving is noodzakelijk aangezien de beheerder zorg moet dragen voor het tijdig laten delven van het graf.
Het is uit veiligheidsoogpunt ongewenst dat nabestaanden de graven openen en sluiten. Alleen het daarvoor aangestelde personeel voert dit uit.
Artikel 9. Gebouwen en muziekinstallaties
Met deze artikelen wordt beoogd om plechtigheden en het gebruik van gebouwen en muziekinstallaties ordelijk te doen verlopen. De kennisgeving voor het al dan niet gebruiken van de gebouwen en muziekinstallaties vindt bijna altijd gelijktijdig met de kennisgeving begraven plaats, vandaar dat hier geen kennisgevingstermijn genoemd is.
Artikel 10. Over te leggen stukken
De Wet op de lijkbezorging eist dat er een verlof tot begraven aanwezig is, afgegeven door de ambtenaar van de burgerlijke stand. Hierbij aansluitend is het gewenst om de beheerder van de begraafplaats een eigen bevoegdheid te geven medewerking aan de lijkbezorging te weigeren, indien niet aan de wettelijke vereisten is voldaan. Voor een asbus zal door degene die in de uitvaart voorziet een overdrachtsformulier van het crematorium moeten worden overlegd. De bezorging van as omvat zowel het bijzetten als de verstrooiing. Bijzetting kan leiden tot verlenging van de lopende grafrusttermijn. Dat kan betekenen dat de minimale grafrusttermijn van 10 jaar moet worden gegarandeerd door het grafrecht met zoveel noodzakelijke jaren te verlengen. De termijn wordt afgerond op hele jaren.
Artikel 11. Voorwaarden voor aanbieding tot begraving
Om een goede, snelle en volledige lijkvertering te bevorderen binnen de wettelijke minimale grafrusttemiijn van 10 jaar is het van belang dat er zo veel mogelijk zuurstof tot het lichaam kan toetreden. Lijkomhulsels die niet in overeenstemming zijn met het Lijkomhulselbesluit van 1998 moeten daarom van de begraafplaats worden geweerd.
Artikel 12. Tijden van begraven en asbezorging
De Wet op de lijkbezorging biedt de mogelijkheid van begraven op iedere dag gedurende een bij gemeentelijke verordening te bepalen tijd. Binnen de gemeente Aalsmeer wordt onderscheid gemaakt tussen twee begraaftijden, te weten de gewone en de buitengewone uren. Op de gewone uren wordt begraven tegen het gangbare tarief. Op de buitengewone uren wordt een opslag op het gangbare tarief in rekening gebracht Op zon- en feestdagen wordt niet begraven of bijgezet.