Organisatie | Arnhem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening, regelende de vergoeding voor commissieleden en voorzitters van de adviescommissies ten behoeve van het college en de burgemeester. |
Citeertitel | CS - Verordening vergoeding adviescommissies college en burgemeester. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2009 | 06-12-2014 | Nieuwe regeling | 24-11-2008 | College B&W, 09-09-2008, nr 2008.0.076.261. |
Hoofdstuk III Overige bepalingen
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand, volgende op die van haar afkondiging.
Artikel 4 Intrekken bestaande regelingen
Alle bestaande onkostenvergoedingsregelingen voor adviescommissies aan het college en de burgemeester worden ingetrokken met ingang van de datum van het van kracht worden van deze verordening.
Commissieleden en voorzitters die op het moment van inwerkingtreding van deze verordening een hogere tegemoetkoming ontvangen dan waarop ze op grond van deze verordening aanspraak kunnen maken, blijven de bestaande vergoeding ontvangen tot het moment waarop deze leden en voorzitters worden herbenoemd.
Dit artikel is bedoeld om eenduidig aan te geven wat wordt verstaan onder de in de regeling en bijlage gehanteerde begrippen.
Uitgangspunt is de regeling van de Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties, vastgelegd in het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. Dit besluit hanteert in zijn algemeenheid voor een gemeente, afhankelijk van de omvang van de gemeente Arnhem, een maximum vergoeding in de vorm van presentiegeld. Voor Arnhem is dat per 1 januari 2008 € 105,87. De gemeente is bevoegd om een lager bedrag te hanteren.
Het strikt toepassen van de ministeriële regeling kan ertoe leiden dat voor bepaalde specialistische commissiewerkzaamheden geen commissieleden zijn te vinden. Laatst genoemde regeling biedt daarom de mogelijkheid om af te wijken van de ministeriële regeling.
Om voor deze afwijkingen toch een objectieve basis te hanteren is aansluiting gezocht bij vergoedingsregelingen voor de betreffende branche en voor de rechter- plaatsvervanger.
De basis voor dit alles is gelegd in dit artikel van de verordening. De uitwerking daarvan is ter wille van de
leesbaarheid in de bijlage, die deel uitmaakt van dit besluit, vastgelegd.