Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
IJsselstein

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2013 gemeente IJsselstein

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieIJsselstein
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2013 gemeente IJsselstein
CiteertitelParkeerbelastingverordening 2013 gemeente IJsselstein
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpfinanciën

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 225 Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201327-03-2014Onbekend

20-12-2012

Gemeenteblad 2012, 18

2012/28557

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2013 gemeente IJsselstein

 

 

 

Opmerkingen m.b.t. de regeling

nvt

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 225

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-treding

Terugwerkendekracht t/m

Datum uitwerking-treding

Betreft

Datum ondertekeningBron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2013

 

 

nieuwe regeling

20-12-2012

Zenderstreeknieuws

27-12-2012

2012/28557

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2013 gemeente IJsselstein

Raadsbesluit

De raad van de gemeente IJsselstein;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2012;

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet,

besluit vast te stellen de: “Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2013 gemeente IJsselstein”

Artikel 1. Definities en Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente IJsselstein;

  • b.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • c.

    houder: diegene die naar de omstandigheden als houder van een motorvoertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • d.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, en hetgeen wat in het maatschappelijk en economisch verkeer geaccepteerde methoden zijn om aan de betaalplicht te kunnen voldoen;

  • e.

    parkeerlocatie: gebied waarbinnen een daartoe vastgesteld tarief geldt voor het betaald parkeren;

  • f.

    parkeerzone: gebied welke bestemd is voor het parkeren voor vergunninghouders;

  • g.

    motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in art. 1 onder 1a van het RVV 1990.

  • h.

    vergunning: een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren zoals geregeld en beschreven in de Parkeerverordening 2013

  • i.

    deelauto: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder tussen natuurlijke personen uit meer dan één huishouden.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel in de daarin aangewezen gevallen door het college te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 2.

    Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat:

      • i.

        indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;

      • ii.

        indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2 onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4. Vrijstelling

  • 1.

    De belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, voor het parkeren van een voertuig op de parkeerlocatie wordt niet geheven van een houder van een geldige gehandicaptenparkeerkaart.

  • 2.

    De belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, voor het parkeren van een voertuig op de parkeerlocatie wordt niet geheven van een houder van een geldige gehandicaptenparkeerkaart met dien verstande dat de houder van een geldige gehandicaptenparkeerkaart maximaal 3 uur aaneengesloten zonder vergunning mag parkeren op een parkeerplaats op de openbare weg binnen een parkeerzone. Het gebruik van een parkeerschijf is hierbij verplicht. De vrijstelling is uitsluitend van toepassing indien de gehandicaptenparkeerkaart bedoeld in het eerste lid - en de correct ingestelde parkeerschijf - met de daartoe bestemde zijde op een van buitenaf duidelijk zichtbare en leesbare plaats achter de voorruit van het motorvoertuig is geplaatst.

  • 3.

    Deze uitzonderingen gelden niet in parkeergarages of bij parkeren achter slagbomen.

Artikel 5. Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 6. Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer;

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de parkeervergunning wordt verleend.

Artikel 7. Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

Artikel 8. Termijnen van betaling

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren;

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt via een telefoon of op een andere in het maatschappelijk en economisch verkeer geaccepteerde methode om achteraf aan de betaalplicht te kunnen voldoen;

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 4.

    Een naheffingsaanslag moet worden betaald binnen de termijn die op de opgestuurde beschikking en acceptgiro is vermeld.

Artikel 9. Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.

Artikel 10. Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 49,00.

Artikel 11. Kwijtschelding

Bij de invordering van de parkeerbelastingen wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12. Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.

Artikel 13. Overgangs- en slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking;

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013;

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Parkeerbelastingverordening 2013 gemeente IJsselstein'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2012.

de griffier, de voorzitter,

Tarieventabel behorende bij de Parkeerbelastingverordening 2013 gemeente IJsselstein

Behorende bij en deel uitmakende van de Parkeerbelastingverordening 2013 gemeente IJsselstein, zoals deze is vastgesteld bij raadsbesluit van 20 december 2012.

1. Begripsomschrijvingen

In deze tabel wordt verstaan onder:

  • a.

    dag: periode van 00.00 uur tot 24.00 uur

  • b.

    maand: een kalendermaand

  • c.

    jaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

2. Parkeerlocaties en parkeerzones

Als betaald parkeergebieden als bedoeld in artikel 2 lid a van de Parkeerbelastingverordening 2013 gemeente IJsselstein gelden de volgende parkeerlocaties:

Kloosterhof: alle openbaar toegankelijke parkeerplaatsen, parkeerterreinen en rijbanen op de Kloosterhof

Podiumweg: alle openbaar toegankelijke parkeerplaatsen, parkeerterreinen en rijbanen op de Podiumweg

Als parkeerzones voor vergunninghouders, als bedoeld in artikel 2 lid b van de Parkeerbelastingverordening 2013 gemeente IJsselstein gelden de volgende parkeerzones:

C1:

Het gebied dat wordt omringd door de volgende wegen, weggedeelten, pleinen c.q. waterpartijen:

Stadsgracht, Walstraat (zijde van de oneven nummers) en Kerkstraat (oneven nummers, met uitzondering van de huisnummers 1 tot en met 11)

C2:

Het gebied dat wordt omringd door de volgende wegen, weggedeelten, pleinen c.q. waterpartijen:

Stadsgracht, Kerkstraat (even nummers inclusief de oneven huisnummers 1 tot en met 11), Utrechtsestraat (even nummers, vanaf kruising Kerkstraat), Benschopperstraat (oneven nummers), Sint Nicolaasstraat (enkel huisnummer 2) en de Schapenstraat

C3:

Het gebied dat wordt omringd door de volgende wegen, weggedeelten, pleinen c.q. waterpartijen:

Stadsgracht, Sint Nicolaasstraat (met uitzondering van huisnummer 2), Benschopperstraat (even nummers) , Utrechtsestraat (oneven nummers, tot de kruising Kerkstraat) , Kerkstraat (even nummers) , Walstraat (even nummers)

S1:

Het gebied dat wordt omringd door de volgende wegen, weggedeelten, pleinen c.q. waterpartijen:

Hollandse IJssel, Poortdijk (even en oneven nummers), Utrechtseweg en Beneluxweg

S2:

Het gebied dat wordt omringd door de volgende wegen, weggedeelten, pleinen c.q. waterpartijen:

Stadsgracht, IJsselbrug, IJsselkade (nummers 1 tot aan 41), Paardenlaan en Guyottestraat (waarbij deze straat en alle bij deze straat behorende huisnummers niet tot parkeerzone S2 behoort)

S3:

Het gebied dat wordt omringd door de volgende wegen, weggedeelten, pleinen c.q. waterpartijen:

Stadsgracht, Guyottestraat (beide zijden), Paardenlaan en Mr. Abbink Spainkstraat (waarbij deze straat en alle bij deze straat behorende huisnummers niet tot parkeerzone S3 behoort)

S4:

Het gebied dat wordt omringd door de volgende wegen, weggedeelten, pleinen c.q. waterpartijen:

Stadsgracht, Mr. Abbink Spainkstraat (beide zijden), Paardenlaan, Hoge Biezen (waarbij deze straat en alle bij deze straat behorende huisnummers niet tot parkeerzone S4 behoort)

S5:

Het gebied dat wordt omringd door de volgende wegen, weggedeelten, pleinen c.q. waterpartijen:

Hoge Biezen (beide zijden vanaf Overtoom tot en met huisnummer 64), fietspad verlengde van de Paardenlaan, trambaan tussen Baronieweg hoek Tuinensingel tot aan Basiliekpad en Basiliekpad (waarbij deze straat niet tot parkeerzone S5 behoort)

S6:

Het gebied dat wordt omringd door de volgende wegen, weggedeelten, pleinen c.q. waterpartijen:

Basiliekpad (tussen de trambaan en de Baronieweg), Baronieweg en de trambaan

S7:

Het gebied dat wordt omringd door de volgende wegen, weggedeelten, pleinen c.q. waterpartijen:

Stadsgracht, Basiliekpad tot aan de trambaan, trambaan (vanaf Basiliekpad tot Groene Dijk), Groene Dijk (oneven nummers, vanaf de Achtersloot tot aan de trambaan)

S8:

Het gebied dat wordt omringd door de volgende wegen, weggedeelten, pleinen c.q. waterpartijen:

Stadsgracht, Achtersloot (even nummers tot aan de Vicarielaan), Vicarielaan (oneven nummers, tussen de Kasteellaan en de Achtersloot), Kasteellaan (beide zijden tussen de Stadsgracht en de Vicarielaan)

S9:

Het gebied dat wordt omringd door de volgende wegen, weggedeelten, pleinen c.q. waterpartijen:

Stadsgracht, IJsselbrug, Hollandse IJssel, Oranje Nassaulaan (tussen Hollandse IJssel en Eiteren), Eiteren (tussen Touwlaan en Vicarielaan), Vicarielaan (oneven nummers, tussen Eiteren en Kasteellaan) en Kasteellaan (waarbij de Kasteellaan (beide zijden) niet tot dit gebied behoort)

3. Tarieven bij parkeerapparatuur

Het tarief voor parkeerbelastingen als bedoeld in artikel 2, onderdeel a van de Parkeerbelastingverordening 2013 bedraagt:

Tabel 1: tarieven bij parkeerapparatuur

Parkeerlocatie

Tijdseenheid

Tarief

Kloosterhof

Eerste half uur

€ 0,20

 

Half uur (na eerste half uur)

€ 2,00

Podiumweg

Uur

€ 1,40

De kleinste betaaleenheid bedraagt € 0,10.

4. Tarieven van parkeervergunningen

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b van de Parkeerbelastingverordening 2013 bedraagt:

  • 1.

    Voor een eerste Bewonersvergunning zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub a van de Parkeerverordening 2013, per jaar: € 50,00.

  • 2.

    Voor een tweede Bewonersvergunning zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub a van de Parkeerverordening 2013, per jaar: € 75,00.

  • 3.

    Voor een Zakelijke parkeervergunning zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub b van de Parkeerverordening 2013, per jaar: € 175,00.

  • 4.

    Voor de Parkeervergunning detailhandel en horeca zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub c van de Parkeerverordening 2013, per jaar € 250,00.

  • 5.

    Voor een parkeervergunning mantelzorg zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub d van de Parkeerverordening 2013, per jaar: € 50,00.

  • 6.

    Voor een parkeervergunning hulpverleners zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub e van de Parkeerverordening 2013, per jaar: € 50,00;

  • 7.

    Voor een parkeervergunning marktkooplieden zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub f van de Parkeerverordening 2013, per jaar: € 50,00;

  • 8.

    Voor een Werkparkeervergunning zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub g van de Parkeerverordening 2013, per dag: € 7,50;

  • 9.

    Voor een Deelautovergunning zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub h van de Parkeerverordening 2013 per jaar: € 175,00.

  • 10.

    Voor een bezoekersregeling zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, sub i van de Parkeerverordening 2013 per drie uur: € 1,00.

5. Berekening tarieven bij wijzigingen gedurende het jaar.

Indien de belastingplicht ter zake van de vergunningen als bedoeld onder punt 4 van deze tarieventabel wordt beëindigd in de loop van het jaar, wordt op schriftelijk verzoek ontheffing verleend over het volle aantal maanden dat na beëindiging van de belastingplicht nog overblijft.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2012.

de griffier,