Organisatie | Ede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2013 |
Citeertitel | Verordening forensenbelasting 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | belastingen en heffingen |
Deze regeling vervangt de 'Verordening forensenbelasting 2012' van 17 november 2011, bekendgemaakt op 21 december 2011, welke is ingetrokken per 1 januari 2013. De 'Verordening forensenbelasting 2012' blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Forensenbelasting moet worden betaald door mensen die in de gemeente een woonverblijf gebruiken, maar buiten de gemeente hun hoofdverblijf hebben.
De tarieven van de forensenbelasting zijn gekoppeld aan de toeristenbelasting.
Gemeentewet, artikel 223
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2014 | nieuw | 15-11-2012 Ede Stad 19-12-2012 | 716163 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning:
een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.
Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
Ingeval het belastingobject een onroerende zaak is, is de waarde in het economische verkeer de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde zoals deze voor het in artikel 6 bedoelde kalenderjaar geldt, met dien verstande dat daarbij artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken niet wordt toegepast.
Ingeval voor het belastingobject geen waarde op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld, wordt de heffingsmaatstaf van dat perceel bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
In afwijking in zoverre van het eerste lid, geldt ingeval een machtiging tot automatische incasso is verstrekt dat de aanslagen moeten worden betaald in zes gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.