Organisatie | Molenwaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financieringsstatuut Molenwaard 2013 |
Citeertitel | Financieringsstatuut Molenwaard 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 15-01-2013 | Mozard28355 |
De raad van de gemeente Molenwaard;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 december 2012;
Gelet op de bepalingen in de gemeentewet;
Het Financieringsstatuut gemeente Molenwaard 2013.
Het financieringsstatuut van de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland in te trekken.
Het financieringsstatuut stelt de kaders voor de financieringsfunctie van de gemeente Molenwaard. De financieringsfunctie van de gemeente dient tot:
Ook wordt in dit statuut een beeld gegeven van de financieringsorganisatie.
Bij het opstellen van het financieringsstatuut is rekening gehouden met de bepalingen van de wettelijke kaders, o.a. Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) en Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo). Met ingang van 1 januari 2009 is de Wet tot wijziging van de Wet Fido in werking getreden. Voor enkele wijzigingen die betrekking hebben op de kasgeldlimiet en de renterisiconorm is de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden (Ufdo) van toepassing.
In de Wet Fido zijn voor de decentrale overheden voorschriften opgenomen over:
De financieringsfunctie stuurt en beheerst financiële geldstromen, financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:
De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de financieringsfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd door de richtlijnen en limieten van dit financieringsstatuut.
De hoofddoelstelling van de financieringsfunctie is:
“Het waarborgen van de financiële continuïteit van de gemeente Molenwaard.”
Om aan deze doelstelling praktische invulling te geven, zijn in dit financieringsstatuut drie subdoelstellingen onderkend:
1.3.1.Beheersen van financiële risico’s
De financiële risico’s zijn vooral het renterisico en het kredietrisico. Het renterisicobeheer is erop gericht nadelige gevolgen van renteontwikkelingen te beperken en optimaal te profiteren van gunstige renteontwikkelingen. De gemeente Molenwaard streeft naar spreiding in de rentetypische looptijden van leningen en uitzettingen. Het kredietrisico heeft betrekking op de minimale kredietwaardigheid van de partijen waar de gemeente middelen kan uitzetten/beleggen.
1.3.2. Beheersen van koersrisicobeheer
Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen wordt door de gemeente Molenwaard beperkt door uitsluitend de volgende producten te hanteren: rekening courant, spaarrekening, daggeld, deposito’s en producten met hoofdsomgarantie.
1.3.3. Beheersen van liquiditeiten risico’s
Hierbij gaat het om het beperken van het risico van onvoldoende beschikbare liquide middelen. De gemeente Molenwaard beperkt haar interne liquiditeiten risico’s door haar financieringsactiviteiten te baseren op een korte termijn liquiditeitenplanning (looptijd tot één jaar), evenals een meerjarige liquiditeitenplanning met een looptijd van maximaal 4 jaar. Hierdoor worden onnodig hoge financieringskosten voorkomen.
Gemeentefinanciering is de kern van dit statuut. Onderdelen hiervan zijn financiering, uitzettingen, kasbeheer en relatiebeheer.
Financiering zorgt voor de invulling van de liquiditeitsbehoefte. De basis hiervoor is de liquiditeitsplanning. Deze planning bepaalt wanneer, hoeveel en voor welke termijn financiering nodig is.
Bij het aantrekken van financieringen over een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
De kasgeldlimiet heeft betrekking op “korte” financiering met een rentetypische looptijd van korter dan 1 jaar. De kasgeldlimiet is een door de minister van Financiën bepaald percentage van het begrotingstotaal. Ten tijde van de opstelling van dit Financieringsstatuut bedroeg deze 8,5%. Wanneer dit percentage vanuit het Rijk wordt aangepast zal het aangepaste percentage gelden.
Het gemiddelde netto vlottende schuld per kwartaal mag de kasgeldlimiet niet overschrijden. Indien dit wel gebeurt, dient de gemeente kortlopende schuld om te zetten in een langlopende lening (in termen van de Wet Fido: consolideren). De informatie over de kasgeldlimiet wordt opgenomen in de Financieringsparagraaf bij de begroting en het jaarverslag. De reguliere kwartaalrapportages aan de toezichthouder zijn per 2009 komen te vervallen. Het toezicht op de kasgeldlimiet vindt plaats door de Provincie Zuid-Holland.
De renterisiconorm heeft betrekking op financieringen met een rentetypische looptijd van langer dan één jaar. De gemeente loopt renterisico over dat deel van de leningenportefeuille dat in enig jaar in aanmerking komt voor herfinanciering, over nieuw aan te trekken langlopende leningen en over dat deel van de langlopende leningen waarop in enig jaar een renteherziening van toepassing is. De renterisiconorm is door de minister van Financiën bepaald.
In aansluiting op de geactualiseerde Wet Fido is per 1 januari 2010 de nieuwe Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden in werking treden. Vanaf dat moment wordt de risiconorm berekend op basis van een percentage, namelijk 20% van het begrotingstotaal (voorheen was dit een percentage van de totale vaste schuld per 1 januari van enig jaar). Doel is om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. Jaarlijks mogen de verplichte aflossingen en de renteherziening niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal.
Toetsing vindt plaats via de Financieringsparagraaf in de begroting (vooraf) en het jaarverslag (achteraf). Het externe toezicht op de renterisiconorm vindt plaats door de Provincie Zuid-Holland.
De rentevisie is één van de kaders waar binnen gehandeld wordt op de geld- en kapitaalmarkt. In de rentevisie wordt, op basis van een analyse van de financiële markten, een verwachting uitgesproken voor de ontwikkeling van zowel de korte als de lange rente. De rentevisie wordt bepaald op basis van interne en externe informatie en wordt ieder jaar in de Financieringsparagraaf opgenomen.
Consolideren is het omzetten van korte financiering (rekening-courant krediet, daggeld, kasgeld) in lange financiering. De hoogte van en het moment waarop langlopende leningen worden aangetrokken hangt af van de gemeentelijke liquiditeitsprognose en de rentevisie. Hierbij wordt rekening gehouden met de renterisiconorm.
Bij een stijgende kapitaalmarktrente worden, indien mogelijk, langlopende leningen geconsolideerd. Bij het kiezen van de looptijd van een aan te trekken langlopende lening dient rekening gehouden te worden met de gewenste financieringsstructuur. Bij een gezonde financieringsstructuur is er evenwicht tussen de aflossingen op langlopende leningen en de afschrijvingen op investeringen.
Met ingang van 1 juli 2009 maakt de taak “financiering” onderdeel uit van de dienstverlening vanuit Werkorganisatie De Waard. Volgens artikel 7.1 en 7.2 van de Gemeenschappelijk Regeling Werkorganisatie De Waard zijn ook de taken en bevoegdheden die verband houden met de uitvoering van de financieringsfunctie opgedragen aan de Werkorganisatie De Waard. Onder de verantwoordelijkheid van de Algemeen Directeur van de Werkorganisatie De Waard worden op grond van artikel 7.3 van de Werkorganisatie De Waard door de medewerkers van De Waard alle transacties in verband met financiering afgesloten. De bevoegd- en verantwoordelijk die op grond van genoemde regeling aan de Algemeen Directeur zijn toebedeeld zijn via submandaat aan de medewerkers toegewezen. In dit statuut worden de bevoegdheden en verantwoordelijkheden betreffende financiering nader geduid.
De gemeente blijkt daarbij wel autonoom in het vaststellen van het financieringsbeleid.
Het is noodzakelijk om de financieringsfunctie op een duidelijke plaats binnen de gemeentelijke organisatie uit te voeren. Hierdoor wordt het mogelijk om de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de financieringsfunctie op een juiste wijze te verdelen.
De administratieve organisatie en de interne controle moeten waarborgen dat:
Om inzicht te geven in de verschillende rollen van het bestuur en de ambtelijke organisatie zijn in de onderstaande tabel de verantwoordelijkheden van de verschillende organisatielagen opgenomen.
Voor de uitvoering van de financieringsfunctie, is een duidelijke, transparante functiescheiding van belang. In de onderstaande tabel zijn de bevoegdheden weergeven.
De planning en control cyclus bestaan uit diverse producten. In de begroting wordt in de Financieringsparagraaf ingegaan op de verwachte renteontwikkeling (rentevisie) en het gekozen financieringsbeleid voor zowel de korte als de lange termijn. In het jaarverslag wordt vervolgens het gevoerde financieringsbeleid geëvalueerd. Bij de tussentijdse rapportages kan, indien nodig, het gevoerde financieringsbeleid worden bijgesteld.
Kernelementen bij de financieringsfunctie zijn sturen, beheersen en verantwoorden. Om de financiële risico´s te kunnen beheersen is de juistheid, tijdigheid en volledigheid van relevante informatie essentieel.
De gewenste informatie is onder te verdelen in operationele informatie en verantwoordingsinformatie. De administratieve organisatie en de interne controle moeten deze informatievoorziening waarborgen.
Met betrekking tot de financieringsactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:
Deze informatie geeft aan of gestelde doelen gerealiseerd zijn en of de uitvoering van de financieringsfunctie heeft plaatsgevonden binnen de kaders van dit statuut. Hierbij komt ook de rechtmatigheid aan de orde.
1.Verantwoording n.a.v. Financieringsparagraaf via het jaarverslag |
|||
2.Renterisiconorm en kasgeldlimiet in de Financieringsparagraaf van het jaarverslag |
|||
In dit statuut wordt verstaan onder:
Financieringsfunctie De financieringsfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De financieringsfunctie bestaat uit vier functies: risicobeheer, gemeentelijke financiering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer.
Besloten in de openbare raadsvergadering van 15 januari 2013.