Organisatie | Beesel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening fractieondersteuning gemeente Beesel 2012 |
Citeertitel | Verordening fractieondersteuning gemeente Beesel 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | fractieondersteuning |
Geen.
Gemeentewet, art. 33, lid 3
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | nieuwe regeling | 29-10-2012 Gemeenteblad, 2012, 45c | Onbekend. |
In deze verordening wordt verstaan onder fractie: het lid of de gezamenlijke leden van een politieke groepring dat (die) in de gemeenteraad zitting heeft (hebben) namens die politieke groepering.
Jaarlijks wordt in april/mei een voorschot beschikbaar gesteld ter hoogte van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor het lopende kalenderjaar.
Aan het einde van de raadsperiode dienen de raadsfracties vóór 1 maart een eindafrekening in bij de griffier voor de ontvangen fractievergoeding over de voorgaande 4 jaren. Het (m.u.v. hetgeen in artikel 8 is bepaald) onbenutte, respectievelijk niet of niet juist gedeclareerde, deel van het totale voorschot over een raadsperiode wordt teruggevorderd dan wel verrekend met het bedrag van het voorschot voor de volgende raadsperiode, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 lid 2.
In een jaar waarin de verkiezingen voor de gemeenteraad plaatsvinden wordt de vergoeding respectievelijk het voorschot op basis van evenredigheid bepaald voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden (lopende raadsperiode) en vervolgens voor de maanden vanaf de maand die volgt op de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden (nieuwe raadsperiode).
Artikel 7. Afsplitsing van een fractie
Indien een of meer leden van een fractie tijdens de raadsperiode een nieuwe fractie vormen, heeft die nieuwe fractie recht op de vergoeding genoemd in artikel 2, met ingang van het eerstvolgende kalenderjaar.
Toelichting bij de verordening fractieondersteuning Gemeente Beesel 2012 (artikel 33 Gemeentewet)
Deze verordening geeft uitvoering aan artikel 33 van de Gemeentewet. Dit artikel is in 2002 door de inwerkingtreding van de Wet dualisering gemeentebestuur ingrijpend gewijzigd. Het legt expliciet vast dat politieke groeperingen recht hebben op fractieondersteuning. De uitwerking van dit recht moet bij verordening worden geregeld.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 2. Recht op financiële vergoeding
Fractieondersteuning vindt zijn vorm in een financiële ondersteuning. De hoogte van het budget voor fractieondersteuning zal in de gemeentebegroting moeten worden opgenomen en dus door de raad worden vastgesteld. De fractieondersteuning bestaat uit een vast en een variabel deel. Het vaste deel garandeert dat elke fractie de kans krijgt zich op gelijkwaardig niveau te laten ondersteunen. Omdat grote fracties meer lasten zullen hebben op facilitair gebied is het logisch dat zij voor dergelijke kosten een hogere vergoeding krijgen.
Voor wat betreft de inhoudelijke besteding van de fractieondersteuning wordt de fracties grotendeels de vrijheid gelaten. Omdat het bij uitstek om politieke ondersteuning gaat kan deze inhoudelijk niet te zeer gedetailleerd geregeld worden. Minimumvoorwaarde is wel dat de bijdrage besteed wordt aan raadswerkzaamheden.
Verder is een aantal doelen genoemd waarvoor de bijdrage niet gebruikt mag worden (lid.2 sub a t/m d). Daarmee wordt onder andere voorkomen dat met de bijdrage verkiezingscampagnes worden gefinancierd en dat raadsleden hun eigen vergoeding voor het raadswerk (vastgelegd in het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, dat zijn grondslag vindt in de artikelen 95 en 96 van de Gemeentewet) aanvullen met de bijdrage voor fractieondersteuning.
Lid. 2 sub e: algemene (politiek-neutrale) opleidingen voor raads- en commissieleden die meestal worden georganiseerd door de griffie(r) dienen bekostigd te worden uit de gemeentelijke bedrijfsvoering en dientengevolge ook niet uit de bijdrage voor fractieondersteuning. Deze cursussen worden veelal verzorgd door politiek neutrale instituten.
De hoogte van de financiële bijdrage wordt bij aanvang van de raadsperiode voor 4 jaren vastgesteld.
Jaarlijks wordt in april/mei een voorschot beschikbaar gesteld ter hoogte van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor het lopende kalenderjaar.
In een verkiezingsjaar wordt het voorschot in twee gedeelten gesplitst. Het is logisch dat het aangepast wordt aan de nieuwe verhoudingen in de raad. Indien blijkt dat het geld onrechtmatig is besteed kan dit aan het eind van de raadsperiode verrekend worden.
In kleine gemeentes waar sprake is van een beperkte bijdrage aan fractieondersteuningen kan men afzien van een controle van de verslagen door de accountant. Het presidium kan deze taak met ondersteuning van de griffier op zich nemen.
Uit de eindafrekening kan naar voren komen dat er een verrekening dient plaats te vinden met het verstrekte voorschot. Indien niet verrekend kan worden, bijvoorbeeld omdat een fractie uit de raad verdwijnt, zal de raad het ten onrechte uitgekeerde voorschot kunnen terugvorderen.
Het spreekt vanzelf dat de raad sanctiemogelijkheden kan hanteren voor het geval een fractie niet handelt conform de verordening. Bijvoorbeeld wanneer uitgaven worden gedaan waar de financiële bijdrage niet voor bedoeld is of die niet kunnen worden onderbouwd, wanneer de verantwoording niet tijdig of volledig wordt ingediend, of wanneer teveel ontvangen voorschotten niet tijdig worden terugbetaald.
De vermelding in de verordening van de mogelijkheid van terugvordering is niet strikt noodzakelijk omdat die mogelijkheid ook al bestaat op grond van artikel 4:57 van de Awb. Bestedingen in strijd met deze verordening kunnen worden teruggevorderd voor zover na de dag waarop de subsidie is vastgesteld, nog geen vijf jaren zijn verstreken.
Het kan gebeuren dat de bijdrage aangepast moet worden aan veranderde verhoudingen in de raad. Dit artikel is zo geformuleerd dat het zowel kan dienen voor fracties die bij de verkiezingen blijken te verdwijnen dan wel na de verkiezingen opkomen, maar het kan ook dienen om de mutaties in aantal op te vangen van de zittende fracties.
Artikel 7. Afsplitsing van een fractie
Bij splitsing van een fractie dient een herberekening plaats te vinden met betrekking tot te ontvangen vergoedingen. Deze herberekening wordt van kracht met ingang van het eerstvolgende kalenderjaar.
De reserve bestaat uit het overschot van voorgaande raadsperiode. Dit bedrag zal niet eindeloos mogen groeien. De reserve is dan ook aan een maximum gebonden, zijnde maximaal 30 % van de ontvangen fractievergoeding over de voorafgaande raadsperiode.