Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nuth

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNuth
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2013
CiteertitelVerordening hondenbelasting 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening hondenbelasting 2012.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 226

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-201401-01-2014intrekking

12-11-2013

Nuth & Omstreken, 18-12-2013

Z.03364 INT.02510 
13-12-201201-01-2014Nieuwe regeling

06-11-2012

Nuth & Omstreken, 05-12-2012

FIN/2012/162

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2013

De raad van de gemeente Nuth;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 oktober 2012;

 

gelet op het bepaalde in artikel 226 Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening

 

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2013

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam 'hondenbelasting' wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is de houder van een hond.

  • 2.

    Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het tweede lid wordt als houder van een hond, die verblijft in een inrichting waarvan het bedrijfsdoel is dieren tegen vergoeding te verzorgen, aangemerkt degene voor wiens rekening de hond wordt verzorgd.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:

  • a.

    die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden;

  • b.

    die door de 'Stichting hulphond Nederland' als gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking zijn gesteld;

  • c.

    die verblijven in een hondenasiel als bedoeld in artikel 1, onder c, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welk asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit, uitgezonderd de honden bedoeld in het derde lid van artikel 2;

  • d.

    waarvan de houder geen ingezetene van de gemeente is en de hond niet langer dan 30 dagen in het belastingjaar in de gemeente verblijft;

  • e.

    die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

Artikel 5 Belastingtarief

De belasting bedraagt per kalenderjaar:

  • 1.

    voor een eerste hond € 50,00;

  • 2.

    voor een tweede hond € 115,00;

  • 3.

    voor iedere hond boven het aantal van twee € 157,00

  • 4.

    voor honden gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van Beheer op Kynologisch gebied in Nederland, of waarvan een meldingsplicht bij de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliliteit geldt en die geregistreerd is in het centraal register, is in afwijking van het voorgaande lid, het in het eerste lid vermelde tarief van toepassing, met dien verstande dat de belasting per kennel beperkt blijft tot € 462,00 per belastingjaar.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Voortzetting belastingheffing

Ten aanzien van de belastingplichtige aan wie over het vorig belastingjaar een aanslag werd op­gelegd, wordt de belasting geheven naar hetzelfde aantal honden als waarnaar hij voor het laatste aangifte heeft gedaan, tenzij blijkt dat het aantal honden, waarvoor hij belastingplichtig is, wijzigingen heeft ondergaan of, dat zijn belastingplicht voor de aanvang van het belastingjaar is geëindigd.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, wordt ontheffing verleend voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    Bij niet-automatische incasso

    De aanslag moet worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

  • 2.

    Bij automatische incasso:

    De aanslag moet worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vier en maximaal tien bedraagt;

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de termijnen van dit artikel.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van hondenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de hondenbelasting.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening hondenbelasting 2012" vastgesteld bij raadsbesluit van 8 november 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening hondenbelasting 2013".

Aldus besloten in de openbare vergadering van 6 november 2012.

De griffier, De voorzitter,

P.J.M. Boyen Mr. H.G. Vos