Organisatie | Doesburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van de toeristenbelasting 2013 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Raadsbesluit |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2014 | Nieuwe regeling | 25-10-2012 Streekjournaal, 9 november 2012 | 25 oktober 2012, nr. 11i |
Terzake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaartuigen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn ingeschreven, wordt onder de naam “Toeristenbelasting” een directe belasting geheven.
Artikel 2 begripsomschrijvingen
niet beroepsmatig verhuurde ruimte: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden worden;
Artikel 6 forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:
a.vakantie-onderkomens en niet beroepsmatig verhuurde ruimten bepaald op het aantal slaapplaatsen;
b.kampeeronderkomens op vaste standplaatsen en vaartuigen op vaste ligplaatsen bepaald op de volgende gemiddelden:
1 indien het aantal slaapplaatsen 1 bedraagt;
1,6 indien het aantal slaapplaatsen 2 bedraagt;
2,2 indien het aantal slaapplaatsen 3 bedraagt;
2,8 indien het aantal slaapplaatsen 4 bedraagt;
3,2 indien het aantal slaapplaatsen 5 bedraagt;
3,6 indien het aantal slaapplaatsen 6 bedraagt;
4,2 indien het aantal slaapplaatsen 7 bedraagt;
4,5 indien het aantal slaapplaatsen 8 bedraagt;
4,7 indien het aantal slaapplaatsen 9 bedraagt;
de helft van het aantal slaapplaatsen indien het aantal slaapplaatsen 10 of meer bedraagt;
c.kampeeronderkomens op niet vaste standplaatsen en vaartuigen op niet vaste ligplaatsen bepaald op de volgende gemiddelden: 2 indien het aantal slaapplaatsen 3 of minder bedraagt; 3,5 indien het aantal slaapplaatsen meer dan 3 bedraagt.
Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht wordt:
a.ingeval verblijf wordt gehouden in vakantie-onderkomens, niet beroepsmatig verhuurde ruimten, danwel kampeeronderkomens op vaste standplaatsen, welke geschikt zijn voor gebruik of slechts gebruikt mogen worden gedurende:
-het gehele jaar bepaald op 80;
b.vaartuigen op vaste ligplaatsen, welke geschikt zijn voor gebruik of slechts gebruikt kunnen worden gedurende:
-het gehele jaar bepaald op 60;
c.kampeeronderkomens op niet vaste standplaatsen en vaartuigen op niet vaste ligplaatsen bepaald op 365.
Artikel 7 opteren voor niet-forfaitaire heffingsgrondslag
In afwijking van het bepaalde in artikel 6, wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de heffingsgrondslag vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien uit door hem over te leggen bescheiden blijkt dat dit aantal lager is dan het op de voet van artikel 6, berekende aantal overnachtingen.
Geen belastingaanslag wordt opgelegd, indien het aantal overnachtingen gedurende het belastingjaar minder dan tien is.
Na de aanvang van het belastingjaar, doch niet vóór 1 mei kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag, waarop de aanslag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.
De belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is verplicht zodra hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot verblijf biedt, zulks schriftelijk aan burgemeester en wethouders te melden.
Artikel 16 nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
Artikel 17 nachtverblijfregister
Artikel 18 inwerkingtreding en citeertitel
De ‘Verordening op de heffing en invordering van een toeristenbelasting 2012’ van 8 november 2011, nummer 2m, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.