Organisatie | Bergen op Zoom |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van marktgeld 2013 |
Citeertitel | Marktgeldverordening Bergen op Zoom 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Financiën & gemeentelijke belastingen |
Deze verordening vervangt de "Marktgeldverordening 2012", vastgesteld bij besluit van de raad van 22 december 2011, met ingang van 1 januari 2013 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Gemeentewet, art. 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-01-2013 | 01-01-2014 | Nieuwe regeling | 19-12-2012 Bergen op Zoomse Bode, d.d. 30-12-2012 | RVB12-0108 |
De raad van de gemeente Bergen op Zoom;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 november 2012, nr. RVB12-0108;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
mede gelet op het advies van de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking West-Brabant;
Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht ter zake van een vaste plaats in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is het marktgeld verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat tijdvak verschuldigde marktgeld als er in dat belastingtijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht ter zake van een vaste plaats in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat belastingtijdvak verschuldigde marktgeld, als er in dat belastingtijdvak, na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 4,50 per m2.
Wanneer de belastingplichtige die gebruik maakt van een vaste standplaats gedurende meer dan vijf weken aantoonbaar buiten zijn/haar wil niet in staat geweest is de weekmarkt te bezoeken en evenmin gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid zich te laten vervangen, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat belastingtijdvak verschuldigde marktgeld als er volle kalendermaanden zijn, gedurende welke van de standplaats geen gebruik is gemaakt.
Artikel 7 Termijn van betaling
het marktgeld wordt betaald in zoveel gelijke termijnen als na de maand van dagtekening van de kennisgeving nog kwartalen in het belastingjaar overblijven, met dien verstande, dat het aantal betalingstermijnen steeds minimaal 2 telt. Het nog resterende gedeelte van een kalenderkwartaal waarin het aanslagbiljet is gedagtekend, wordt voor een geheel kwartaal gerekend. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van het kalenderkwartaal volgende op de dagtekening van het aanslagbiljet, elk van de volgende termijnen vervalt telkens een kwartaal later.
Het marktgeld voor een dagplaats moet worden betaald ingeval de kennisgeving:
a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de marktgelden.
De ‘Marktgeldverordening 2012’, vastgesteld bij besluit van de raad van 22 december 2011, nummer RVB11-0095, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.