Wet identificatieplicht

Wet identificatieplicht

Op 1 juni 1994 is de zogenaamde legitimatieplicht van kracht geworden. De Wet op de Identificatieplicht regelt in welke situaties iemand verplicht is om zich te legitimeren en door middel van welke documenten dit moet gebeuren. De legitimatieplicht brengt zowel voor de werknemer als voor de werkgever een aantal verplichtingen met zich mee.

Iedere werknemer moet zich op het werk kunnen legitimeren tegenover opsporings- en controleambtenaren van bijvoorbeeld de bedrijfsverenigingen en de belastingdienst. Dit kan gebeuren door een document als bedoeld in de Wet op de Identificatieplicht (een paspoort, een toeristenkaart, gemeentelijke identiteitskaart of verblijfsvergunning) of een rijbewijs ter inzage te verstrekken.

Als de werkgever iemand in dienst neemt, moet hij de identiteit van de werknemer vast stellen. Het rijbewijs is hiervoor niet geldig; uitsluitend een paspoort, toeristenkaart, gemeentelijke identiteitskaart of verblijfs- of vestigingsvergunning mag hiervoor worden gebruikt. De geldigheidstermijn van het identiteitsbewijs mag niet verstreken zijn. De werkgever is verplicht om een kopie van het legitimatiebewijs te bewaren. Voorts moet de werkgever die maatregelen treffen die ertoe leiden dat zijn werknemers aan hun legitimatieplicht kunnen voldoen. Te denken valt aan praktische voorschriften voor bijvoorbeeld het bewaren van de identiteitsbewijzen op het werk.

Stagiaires zijn in principe 'gewone 'werknemers en vallen dus ook onder de normale regels. De werkgever is dus verplicht ook van hen een kopie van hun ID-document in de administratie op te nemen. Bij eventuele controles zullen ook zij zich dienen te identificeren.

De werkgever is niet verplicht de identiteit van uitzendkrachten, maar ook niet van personeel van onderaannemers (inhuur) vast te stellen aan de hand van een ID-bewijs.

Voldoet de werknemer en/of de werkgever niet aan de verplichtingen op grond van de Wet op de identificatieplicht, dan begaat hij een strafbaar feit. De werknemer riskeert daarmee een geldboete of hechtenis van ten hoogste één maand, de werkgever zelfs een geldboete en hechtenis van maximaal zes maanden.

De algemene brochure 'Alles over de identificatieplicht' kunt u aanvragen bij: Ministerie van Justitie Directie Voorlichting Postbus 20301 2500 EH Den Haag 070-3706855

U wordt vanwege uw indiensttreding verzocht een kopie van een geldig legitimatiebewijs aan de werkgever te overhandigen. U kunt deze bij uw P&O-functionaris inleveren. Het kopie legitimatiebewijs wordt bewaard in uw personeelsdossier.

Indien noodzakelijk wordt bij wijzigingen in de Wet Identificatieplicht dienovereenkomstig wijzigingen doorgevoerd in procedure, registratie en/of rapportage van gegevens.