Organisatie | Raalte |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2013 |
Citeertitel | Verordening precariobelasting 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-12-2012 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 12-11-2012 Weekblad voor Salland, 12-12-2012 | 443 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van de tarieven wordt verstaan onder:
b. terrasseizoen: het tijdvak van 1 maart tot 1 november;
c. week: een periode van 7 achtereenvolgende dagen;
d. dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 0.00 uur;
e. vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben;
Onder de naam precariobelastingen worden een belasting en rechten geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
1. Degene van wie, dan wel ten behoeve van wie, de in artikel 2 bedoelde voorwerpen worden aangetroffen;
2. In afwijking in zoverre van lid 1 wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in lid 1, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeente grond heeft.
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met in achtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
De wijze van vaststellen van de oppervlakte: a. Bij het hebben van voorwerpen op of boven gemeentegrond wordt de oppervlakte bepaald op die, welke door de voorwerpen wordt overdekt; b. Bij het hebben van voorwerpen onder gemeentegrond wordt de oppervlakte bepaald op die, uitgaande van een horizontale projectie van die voorwerpen;
Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat er aanspraak op ontheffing.
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
a. voorwerpen voor welke ingevolge een wettelijk voorschrift moeten worden gedoogd;
b. voorwerpen, waarvoor de gemeente een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;
c. voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende is krachtens eigendom, bezit of beperkt recht;
d. deuren, welke krachtens een wettelijk voorschrift naar buiten moeten openslaan;
e. brievenbussen en telefooncellen;
f. voorwerpen, welke uitsluitend voorzien in een algemeen belang dan wel worden gebezigd voor weldadige doeleinden en welke niet worden geëxploiteerd tegen betaling;
g. standplaatsen voor activiteiten van politieke partijen, ideële en charitatieve organisaties;
h. voorwerpen op de openbare weg bij kleinschalige niet-commerciële buurtactiviteiten;
i. wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB en van andere overeenkomstige instellingen.
Indien het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar c.q. het seizoen en de voorwerpen zijn verwijderd vóór het verstrijken van het belastingtijdvak, wordt op verzoek van de belastingplichtige naar evenredigheid ontheffing verleend over, de na de verwijdering van de voorwerpen, resterende volle maanden van het belastingtijdvak.
De belasting en de rechten worden geheven bij wege van aanslag of nota. Belastingaanslagen van minder dan € 10,00 worden niet opgelegd.
Artikel 11 Termijnen van betaling
De aanslagen moeten worden betaald binnen twee maanden na dagtekening van de aanslag.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de precariobelasting.