Burgemeester en wethouders van Almere;
Gelet op het bepaalde in artikel 3, aanhef en onder b, van de Algemene Subsidieverordening Almere 2008;
B E S L U I T E N:
Vast te stellen de Nadere regels projectsubsidie amateurkunst 2010.
Artikel 1. Subsidiabele activiteiten
Voor de subsidiering komen in aanmerking activiteiten die gericht zijn op amateurkunstbeoefening en die niet beroepsmatige kunstbeoefening en –bevordering tot doel hebben
Artikel 2. Doel subsidie amateurkunst
- 1.
De subsidie amateurkunst is bedoeld voor de beoefening van diverse vormen van vrije tijd waaronder instrumentale muziek, vocale muziek, theater en dans, beeldende en audiovisuele kunst en literatuur.
- 2.
Een amateurkunstinstelling betreft een instelling waarvan geen sprake is van een professionele kunstuitoefening.
- 3.
De rechtsvorm betreft een stichting, of een vereniging met volledige of beperkte rechtsbevoegdheid.
Artikel 3. Subsidieplafond
Op grond van artikel 4:25 Awb en artikel 8 van de Algemene Subsidieverordening Almere 2008 stelt het college voor elk kalenderjaar het voor dat jaar geldende subsidieplafond in voor het budget projectsubsidie amateurkunst en stellen zij de verdeelcriteria vast. Het college verleent geen subsidie voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond wordt overschreden.
Artikel 4. Algemene bepalingen projectsubsidie amateurkunst
De aanvrager maakt gebruik van een door de gemeente voorgeschreven subsidieaanvraagformulier. De subsidieaanvraag omvat, naast de gegevens zoals genoemd in artikel 12, lid 1 van de Algemene Subsidieverordening Almere 2008, de volgende gegevens:
- 1.
de omvang van het aantal deelnemers en het aantal te verwachte bezoekers, uitgewerkt naar leeftijdscategorie jonger dan 18 jaar, 18-65 jaar en 65 jaar en ouder;.
- 2.
welke instellingen verder bij de uitvoering en organisatie betrokken zijn
- 3.
een publiciteitsplan waarin aangegeven wordt op welk publiek men zich richt en met welke instrumenten men dit publiek gaat bereiken.
Artikel 5. Inhoudelijke bepalingen projectsubsidie amateurkunst
- 1.
De activiteiten die voor subsidie in aanmerking worden gebracht, zijn gericht op de Almeerse bevolking en vinden in Almere.
- 2.
Aan projectsubsidies worden de volgende voorwaarden gesteld:
- a.
minimaal 25% van de begrote kosten dient afkomstig te zijn uit andere financieringsbronnen dan de gemeentelijke subsidie;
- b.
minimaal 5% van het budget wordt besteed aan promotie;
- c.
een projectsubsidie kan maximaal € 7.000,- bedragen.
- 3.
De te subsidiëren activiteiten sluiten aan op het vastgestelde beleid van het college en moeten minimaal voldoen aan twee van de onderstaande speerpunten:
- a.
zichtbaarheid:
- 1.
de projectorganisatie maakt zichtbaar maken hoe zij werkt aan het bereiken van een divers publiek (bijvoorbeeld diversiteit in leeftijden, leefstijlen, etnische achtergrond etc.), in de wijk of centraal;
- 2.
de instelling werkt mee aan optredens bij sociaal-culturele instellingen zoals verzorgingstehuizen, buurtverenigingen, liefdadigheidsdoelen etc.
- b.
samenwerking:
- 1.
de projectorganisatie werkt samen met andere cultuurinstellingen, scholen, en individuele amateurkunstenaars;
- 2.
de instelling participeert in netwerken, overleggen c.a.
- c.
kwaliteitsimpuls:
- 1.
de instelling maakt gebruik van extra professionele leiding bovenop de standaardleiding (een CV moet worden overlegd);
- 2.
de instelling organiseert een opleidingstraject dat zowel voor eigen leden en/of buitenstaanders geldt, waarbij samenwerking met een professionele instelling mogelijk is.
- 1.
de instelling ontwikkelt initiatieven om het talent van hun leden breder in te zetten;
- 2.
de instelling betrekt jonge talenten uit de stad bij activiteiten.
Artikel 6 Weigeringsgronden
Onverminderd het bepaalde in artikel 14 van de Algemene Subsidieverordening Almere 2008 kan de subsidie worden geweigerd indien:
- 1.
de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, een periode van langer dan één jaar betreft;
- 2.
het project reeds is gestart;
- 3.
financiering via andere budgetten mogelijk is;
- 4.
het eigen vermogen van de instelling hoger is dan € 10.000,-.
Artikel 7. Verantwoording en rapportage
- 1.
Drie maanden na uitvoering van de activiteiten moet over de resultaten zowel een inhoudelijke als een financiële rapportage worden ingeleverd bij het college.
- 2.
De aanvrager informeert het college bij de volgende veranderingen; wijziging of niet doorgaan van activiteiten, wijziging van doelgroep en wijziging van financiële onderbouwing van de begrote inkomsten en uitgaven.
Artikel 8. Lager vaststellen subsidie
De subsidie wordt in ieder geval geheel of gedeeltelijk lager vast gesteld indien:
- 1.
de aanvrager van de gemeente geen toestemming voor het wijzigen van geplande activiteiten heeft verkregen;
- 2.
zonder toestemming van burgemeester en wethouders, andere activiteiten ontwikkeld zijn dan die vermeld staan in de subsidieverlening;
- 3.
de activiteiten niet of niet geheel worden uitgevoerd;
- 4.
de verantwoording niet, niet juist, niet volledig of niet tijdig wordt ingediend.
Artikel 9. Termijnen
Een subsidieaanvraag wordt schriftelijk ingediend bij de Gemeente Almere, Subsidiebureau DMO, Postbus 200, 1300 AE Almere, o.v.v. aanvraag projectsubsidie amateurkunst.
- a.
Subsidieaanvragen moeten uiterlijk 12 weken voorafgaand aan het begin van de activiteit worden ingediend. Alleen volledig ingevulde subsidieformulieren worden in behandeling genomen.
- b.
Het college hanteert daarbij het principe “wie het eerst komt wie het eerst maalt -principe”. Op de complete aanvraag wordt binnen 8 weken na indiening beslist.
- c.
Op de aanvraag om subsidievaststelling beslist het college binnen 8 weken na ontvangst van de verantwoording.
Artikel 10. Hardheidsclausule
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van bovenstaande bepalingen beargumenteerd afwijken.
Artikel 11 Inwerkingtreding
Deze nadere regels treden op 19 december 2009 in werking.
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Almere op 15
december 2009.
Almere, 15 december 2009
Burgmeester en wethouders voornoemd,
de secretaris, de burgemeester,
A.J. Grootoonk A. Jorritsma-Lebbink