Overheidsorganisatie | Gemeente Zaanstad |
---|---|
Officiële naam regeling | Handhavingsverordening Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren Zaanstad 2009 |
Citeertitel | Handhavingsverordening Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren Zaanstad 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
De oorspronkelijke verordening is uitgebreid met de Wet investeren in jongeren
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 01-10-2009 | 01-01-2011 | nieuwe regeling | 17-12-2009 Gemeenteblad 2009 nr. 95, dd. 30 december 2009 | z/2009/194241 |
Het college van burgemeester en wethouders draagt in het kader van de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand of inkomensvoorziening en misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren, zorg voor het handhavingplan.
1. Het college stelt ter nadere uitvoering van deze verordening beleid vast, waarin beleidsprioriteiten worden aangegeven, alsmede de hoogte en wijze van financiering.
2. In het handhavingsplan komt op zijn minst tot uitdrukking:
een gemeentelijke visie op handhaving;
aanpak fraudepreventie;
aanpak frauderepressie.
Deze regeling wordt aangehaald als: “Handhavingverordening Wet werk en bijstand en de wet investeren in jongeren Zaanstad 2009”.
1. De Handhavingsverordening gemeente Zaanstad 2004, vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 1 juli 2004, wordt gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken.
2. Deze verordening treedt in werking twee dagen na publicatie in het gemeenteblad en werkt terug tot 1 oktober 2009.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 december 2009
De verplichting om in het kader van het financiële beheer bij verordening regels op te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand en het misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren is in de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren opgenomen.
Afgezien van de korte bepaling van artikel 8a van de Wet werk en bijstand en artikel 12, lid een onderdeel c van de Wet investeren in jongeren, zijn er geen nadere aanduidingen over wat nu precies in de verordening moet worden geregeld. Deze verordening vormt in dit verband het kader.
Het vanuit deze verordening aan het college opgedragen handhavingplan beschrijft de nadere uitwerking.
Artikel 1 Opdracht college
Hoewel de wettelijke bepaling meer gericht lijkt op fraudebestrijding-sec is in deze toch gekozen voor het ruimere begrip handhaving. Fraudebestrijding roept teveel het beeld op van repressie en genoegdoening, terwijl handhaving meer uit gaat van het bevorderen van de spontane naleving van de wet- en regelgeving. Naast repressie is in deze optiek preventie onontbeerlijk. Het is immers altijd nog beter om fraude te voorkomen.
Artikel 2 Beleid
Behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 3 Citeertitel
Behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 4 Inwerkingtreding
Behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 5 Bekendmaking
Behoeft geen nadere toelichting.