Organisatie | Hoogeveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening toeslagen en verlagingen Wwb en WIJ |
Citeertitel | Verordening toeslagen en verlagingen Wwb en WIJ |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-12-2009 | 09-12-2010 | wijziging | 26-11-2009 Hgv.Crt. 2009-12-23 | H.09.01036 |
De raad van de gemeente Hoogeveen,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 december 2005;
gelet op artikel 8, lid 1 onderdeel c, en § 3.3 Wet werk en bijstand;
besluit vast te stellen de volgende verordening, ter vervanging en onder gelijktijdige intrekking van de Toeslagenverordening Algemene bijstandswet:
HOOFDSTUK 2 CRITERIA VOOR HET VERHOGEN OF VERLAGEN VAN DE NORM
Artikel 3 Normen bij de inkomensvoorziening
De verwijzingen in deze verordening naar de normbedragen zoals genoemd in de Wwb zijn tevens van toepassing op de inkomensvoorziening
Artikel 5 Verlaging van de norm
De verlaging als bedoeld in het eerste lid blijft achterwege indien de kosten van het bestaan uitsluitend kunnen worden gedeeld met:
kinderen die aanspraak kunnen maken op studiefinanciering op grond van hoofdstuk II van de Wet Studiefinanciering 2000, of op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten, dan wel waarvoor aanspraak op kinderbijslag bestaat;
(niet) ten laste komende kinderen jonger dan 21 jaar die over een inkomen beschikken dat niet hoger is dan het in artikel 21 onder a van de Wwb genoemde bedrag;
Artikel 6 Specifieke woonsituaties
Indien de belanghebbende, niet zijnde een schoolverlater als bedoeld in artikel 6, geen aantoonbare eigenaarslasten van de zelfbewoonde woning, (onder)huurlasten of kosten heeft die voortvloeien uit een kostgangersovereenkomst, verlagen burgemeester en wethouders de toeslag zodanig, dat de belanghebbende alleen de beschikking heeft over de van toepassing zijnde bijstandsnorm, vermeld in artikel 21 onder a of b van de Wwb dan wel 80% van het bedrag vermeld in artikel 21 onder c van de Wwb.
Indien kosten worden gedeeld met een derde die niet het hoofdverblijf heeft in dezelfde woning, waardoor de belanghebbende lagere algemene kosten van bestaan heeft dan waarin de norm of de toeslag voorziet, wordt de toeslag als bedoeld in artikel 3, vastgesteld op 10% van het in artikel 21 onder c van de Wwb genoemde bedrag.
De toeslag kan niet gelijktijdig worden verlaagd jegens de belanghebbende op wie het bepaalde in de artikelen 28, lid 1 en 29, lid 1 van de Wwb van toepassing is. Indien de belanghebbende zowel schoolverlater is als de leeftijd van 21 of 22 jaar heeft, wordt slechts toepassing gegeven aan het bepaalde in artikel 6.
Indien de belanghebbende op de dag voor de ingangsdatum van deze verordening recht heeft op een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand inclusief een toeslag op grond van de Toeslagenverordening Algemene bijstandswet, doch de Verordening toeslagen en verlagingen WWB 2006 leidt tot een lagere norm en/of toeslag, dan wordt de norm en/of de procentuele toeslag ongewijzigd gehandhaafd op het norm of percentage zoals van toepassing op de dag voor de ingangsdatum van deze verordening, voor de duur dat de belanghebbende uitkering blijft ontvangen, doch uiterlijk tot een half jaar na de inwerkingtreding van deze verordening, tenzij de uitkering inmiddels was beëindigd en op een later tijdstip een nieuw recht ontstaat.