Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Papendrecht

Referendumverordening gemeente Papendrecht 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePapendrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReferendumverordening gemeente Papendrecht 2010
CiteertitelReferendumverordening gemeente Papendrecht 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpregels voor niet-correctieve raadplegende en raadgevende referenda.

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-03-2010nieuwe regeling

11-02-2010

PN 24-2-2010

2010/002

Tekst van de regeling

Intitulé

Referendumverordening gemeente Papendrecht 2010

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Raad: de gemeenteraad van Papendrecht;

  • b.

    College: het College van Burgemeester en Wethouders van Papendrecht;

  • c.

    Referendum: een raadplegende volksstemming waarbij de kiezers zich uitspreken over een ontwerpraadsbesluit;

  • d.

    Kiesgerechtigden: de ingezetene van de gemeente Papendrecht, die kiesgerechtigd is op de drieënveertigste (43e)dag voorafgaand aan de dag waarop een referendum wordt gehouden; kiesgerechtigd is degene die staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente Papendrecht en kiesgerechtigd is voor de verkiezingen van de leden van de raad;

  • e.

    Reglement van orde: het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad;

  • f.

    Ontwerpraadsbesluit: een aan de raad ter besluitvorming voorgelegd voorstel.

  • g.

    Beleidsvoornemen: een door het College van Burgemeester en Wethouders genomen bekendgemaakt besluit, strekkende tot het voornemen te bevorderen dat een besluit van de raad tot stand komt.

Artikel 2 Raadplegend

De verordening geeft regels voor het houden van een niet-correctieve raadplegende en raadgevende referenda.

Artikel 3 Toepassingsgebied

Een referendum kan worden gehouden onder de kiezers van het hele grondgebied van de gemeente of een gedeelte daarvan.

Artikel 4 Samenloop

Een referendum kan tegelijk worden gehouden met een verkiezing, dan wel andere referenda.

Artikel 5 Onderwerp

  • 1.

    Alleen ontwerpraadsbesluiten en beleidsvoornemens kunnen onderwerp zijn van een referendum.

  • 2.

    De volgende ontwerpraadsbesluiten (dan wel beleidsvoornemens) kunnen in ieder geval geen onderwerp zijn van een referendum:

    • a.

      Ontwerpraadsbesluiten inhoudende een algemeen verbindend voorschrift dan wel de intrekking daarvan, dat uitsluitend betrekking heeft op de rechtspositie van ambtsdragers of gewezen ambtsdragers als zodanig dan wel hun nagelaten betrekkingen of hun rechthebbenden, dan wel op de gemeentelijke belastingen als bedoeld in hoofdstuk XV van de gemeentewet;

    • b.

      Ontwerpraadsbesluiten als bedoeld in artikel 155, eerste lid van de gemeentewet;

    • c.

      Ontwerpraadsbesluiten als bedoeld in artikel 1 eerste en derde lid, artikel 51 eerste en derde lid, artikel 61 eerste en derde lid, artikel 73 eerste en derde lid en artikel 96 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

    • d.

      Ontwerpraadsbesluiten als beroepsinstantie van besluiten van het College dan wel van andere organen van het gemeentebestuur;

    • e.

      Ontwerpraadsbesluiten gericht op het voor kennisgeving aannemen van stukken;

    • f.

      Ontwerpraadsbesluiten inzake individuele kwesties, zoals benoemingen, ontslagen, schorsingen, erkenningen en verlening van kwijtscheldingen;

    • g.

      Ontwerpraadsbesluiten met betrekking tot de toepassing van deze verordening;

    • h.

      Ontwerpraadsbesluiten tot het voeren van rechtsgedingen;

    • i.

      Ontwerpraadsbesluiten tot vaststelling van de gemeentebegroting of gemeenterekening;

    • j.

      Ontwerpraadsbesluiten die onderworpen zijn c.q. onderdeel uitmaken van een wettelijke geregelde procedure en waarbij die procedure zich niet verdraagt met (het inlassen van) een referendum.

Artikel 6 Beslissingsbevoegdheid verzoeken

  • 1.

    Een referendum kan alleen worden gehouden indien de raad daartoe heeft besloten.

  • 2.

    Een verzoek aan de raad om te besluiten tot het houden van een referendum kan worden gedaan vanuit de raad of vanwege de kiezer.

Artikel 7 Initiatief van de raad

  • 1.

    Een verzoek vanuit de raad om een referendum te houden met betrekking tot een ontwerpraadsbesluit danwel een beleidsvoornemen geschiedt door middel van een initiatiefvoorstel als bedoeld in het vigerende Reglement van orde.

  • 2.

    De raad besluit in ieder geval tot het houden van een referendum over het desbetreffende ontwerpraadsbesluit danwel een beleidsvoornemen indien is gebleken:

    • a.

      Dat er geen sprake is van een uitgezonderd onderwerp als bedoeld in deze verordening, en

    • b.

      Indien het verzoek wordt ondersteund door de meerderheid van de raad.

Artikel 8 Initiatief van kiezers

  • 1.

    Een verzoek aan de raad om een referendum te houden over een ontwerpraadsbesluit danwel een beleidsvoornemen kan worden gedaan door een aantal kiezers, dat tenminste gelijk is aan de kiesdeler van de laatstgehouden verkiezing van de leden van de raad.

  • 2.

    De raad onderzoekt na binnenkomst van een verzoek als bedoeld in het eerste lid of het verzoek door een voldoende aantal kiezers gedaan en of er geen sprake is van een uitgezonderd onderwerp.

  • 3.

    Indien het verzoek niet voldoende wordt ondersteund, verklaart de raad het verzoek niet-ontvankelijk.

  • 4.

    Wanneer het verzoek voldoende wordt ondersteund, neemt de raad zo spoedig mogelijk een beslissing op het verzoek. Een afwijzende beslissing wordt deugdelijk gemotiveerd en bekend gemaakt.

  • 5.

    Wanneer de raad toewijzend beslist, draagt het college zorg voor het opstellen van een raadsvoorstel voorzien van een ontwerpraadsbesluit voor het houden van een referendum, met inachtneming van de bedoelingen van het initiatief.

Artikel 9 Aanhouden beslissing/eindoordeel

  • 1.

    Wanneer de raad heeft besloten een ontwerpraadsbesluit aan een referendum te onderwerpen wordt het desbetreffende ontwerpraadsbesluit op gangbare wijze behandeld, met dien verstande dat het ontwerpraadsbesluit, zoals dat luidt na verwerking van de door de raad aanvaardde amendementen, niet in stemming wordt gebracht, maar wordt aangehouden.

  • 2.

    Wanneer de raad heeft besloten een beleidsvoornemen aan een referendum te onderwerpen, dan wordt dit beleidsvoornemen – voor zover niet reeds is geschied – door het college in de raad aan de orde gesteld. Dit beleidsvoornemen wordt op de gangbare wijze behandeld, met dien verstande dat het uitspreken door de raad van een eindoordeel wordt aangehouden.

Artikel 10 Budget

Tegelijk met het nemen van een besluit tot het houden van een referendum neemt de raad een besluit over de begroting van de kosten van het referendum als zodanig en over de dekking daarvan.

Artikel 11 Vraagstelling

  • 1.

    De raad stelt de vraagstelling en de antwoordcategorieën van het referendum vast.

  • 2.

    De vraagstelling wordt weergegeven op de oproepingskaart.

Artikel 12 Advies

  • 1.

    De raad kan zich bij het vaststellen van de vraagstelling laten adviseren door een onafhankelijke commissie van advies.

  • 2.

    De commissie bestaat uit drie leden (inclusief voorzitter).

  • 3.

    De leden en de voorzitter van de commissie, bedoeld in het vorige lid, worden door het college aanbevolen en door de raad benoemd en ontslagen.

  • 4.

    De voorzitter en de leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie van respectievelijk € 180,-- en € 130,--. De vergoedingen worden jaarlijks per 1 januari aangepast aan het vermoedelijke inflatiepercentage en komen ten laste van het budget van het referendum.

  • 5.

    De commissie kan zich laten bijstaan door externe adviseurs.

  • 6.

    Het college draagt aan een ambtenaar van de gemeente het secretariaat van de commissie op.

Artikel 13 Uitvoering

Het college is belast met de uitvoering van het raadsbesluit tot het houden van een referendum. Het college regelt de bestuurlijke en ambtelijke coördinatie van het referendum.

Artikel 14 Referendumkamer

  • 1.

    Het college kan zich laten bijstaan door de referendumkamer.

  • 2.

    De referendumkamer heeft tot taak:

    • a.

      De voorlichting over het referendum, alsmede de pro-ja / pro-nee campagne te begeleiden.

    • b.

      Toezicht te houden op de uitvoering van de verordening en de stemprocedure.

    • c.

      Te adviseren bij geschillen tussen de gemeenten en de initiatiefnemers

    • d.

      Te adviseren over de evaluatie van de gehouden referenda.

  • 3.

    De referendumkamer adviseert voorts gevraagd en ongevraagd over aanpassingen van deze verordening, over de bij referenda en referendumaanvragen te volgen procedure en over overige zaken het referendum betreffende.

  • 4.

    De adviezen van de referendumkamer zijn openbaar.

  • 5.

    De referendumkamer bestaat uit drie leden (inclusief voorzitter).

  • 6.

    De benoeming geschiedt op een door het college in te dienen aanbeveling. Voor deze aanbeveling komen niet in aanmerking leden van de gemeenteraad, leden van het college en ambtenaren in dienst van de gemeente Papendrecht.

  • 7.

    De voorzitter en de leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de referendumkamer van respectievelijk € 180,-- en € 130,--. De vergoedingen worden jaarlijks per 1 januari aangepast aan het vermoedelijke inflatiepercentage en komen ten laste van het budget van het referendum.

  • 8.

    De referendumkamer kan zich laten bijstaan door externe adviseurs.

  • 9.

    Het college draagt aan een ambtenaar van de gemeente het secretariaat van de referendumkamer op.

Artikel 15 Datum

Zo spoedig mogelijk nadat de raad ingevolge deze verordening heeft besloten een referendum te houden, bepaalt het college, gehoord de raadscommissie Algemene Bestuurlijke Zaken, de datum van het referendum.

Artikel 16 Voorlichting

  • 1.

    Het college doet openbare kennisgeving van een besluit tot het houden van een referendum.

  • 2.

    De op het ontwerpraadsbesluit danwel beleidsvoornemen, waarover een referendum wordt gehouden, betrekking hebbende stukken liggen voor een ieder ter inzage. In de openbare kennisgeving wordt daarvan mededeling gedaan.

  • 3.

    Het college treft adequate voorzieningen gericht op het zo breed mogelijk informeren van de kiezers terzake van het onderwerp van het referendum.

Artikel 17 De stemming

  • 1.

    Stemgerechtigd zijn degene die op de drieënveertigste dag voor de dag waarop het referendum wordt gehouden, kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de raad.

  • 2.

    De bepalingen van de Kieswet zijn voor wat betreft de raadsverkiezingen voor zover nodig van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18 Geldigheid van de uitslag

  • 1.

    Het referendum wordt als geldig beschouwt indien het opkomstpercentage van de kiesgerechtigden tenminste gelijk is aan of hoger is dan het opkomstpercentage van de kiesgerechtigden bij de laatstgehouden gemeenteraadsverkiezingen.

  • 2.

    Het ontwerpraadsbesluit wordt geacht te zijn afgewezen door de kiesgerechtigden, wanneer meer dan de helft van het aantal geldig uitgebrachte stemmen een afwijzing inhoudt.

Artikel 19 De beslissing van de raad

  • 1.

    In - zo mogelijk - de eerste vergadering van de raad na het plaatsvinden van het referendum vindt besluitvorming plaats over het aanhouden van het ontwerpraadsbesluit dat aan een referendum werd onderworpen. In die vergadering wordt over het ontwerpraadsbesluit een beslissing genomen bij gewone meerderheid van stemmen.

  • 2.

    In deze vergadering kunnen met betrekking tot het ontwerpraadsbesluit geen moties en/of amendementen meer worden ingediend; stemverklaringen zijn wel toegestaan. Een afwijkende beslissing wordt deugdelijk gemotiveerd.

Artikel 20 Strafbepaling

Met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie wordt gestraft degene die:

  • 1.

    Onder vals voorwendsel kiesgerechtigden beweegt tot medeondersteuning van een aanvraag voor een referendum;

  • 2.

    Stembiljetten of volmachtbewijzen namaakt of vervalst met het oogmerk deze als echt en onvervalst bij het referendum te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

  • 3.

    Stembiljetten of volmachtbewijzen die hij zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem bekend was, opzettelijk als echt en onvervalst bij het referendum gebruikt of door anderen doet gebruiken dan wel met dat oogmerk in voorraad heeft;

  • 4.

    Stembiljetten of volmachtbewijzen voorhanden heeft met het oogmerk deze bij het referendum wederrechtelijk te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

  • 5.

    Als gemachtigde bij het referendum stemt voor een persoon, wetende dat deze is overleden.

Artikel 21 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.

Artikel 22 Intrekking oude regeling

De Referendumverordening voor de gemeente Papendrecht van 1 juni 1995 (8489), inclusief de eerste wijziging van 20 december 2001 (9205), wordt ingetrokken.

Artikel 23 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt acht dagen na de bekendmaking in werking.

Artikel 24 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Referendumverordening gemeente Papendrecht 2010.