Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
Raad: de gemeenteraad van Papendrecht;
- b.
College: het College van Burgemeester en Wethouders van
Papendrecht;
- c.
Referendum: een raadplegende volksstemming waarbij de kiezers
zich uitspreken over een ontwerpraadsbesluit;
- d.
Kiesgerechtigden: de ingezetene van de gemeente Papendrecht, die
kiesgerechtigd is op de drieënveertigste (43e)dag
voorafgaand aan de dag waarop een referendum wordt gehouden;
kiesgerechtigd is degene die staat ingeschreven in de
gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de
gemeente Papendrecht en kiesgerechtigd is voor de verkiezingen
van de leden van de raad;
- e.
Reglement van orde: het Reglement van orde voor de vergaderingen
en andere werkzaamheden van de gemeenteraad;
- f.
Ontwerpraadsbesluit: een aan de raad ter besluitvorming
voorgelegd voorstel.
- g.
Beleidsvoornemen: een door het College van Burgemeester en
Wethouders genomen bekendgemaakt besluit, strekkende tot het
voornemen te bevorderen dat een besluit van de raad tot stand
komt.
Artikel 2 Raadplegend
De verordening geeft regels voor het houden van een niet-correctieve
raadplegende en raadgevende referenda.
Artikel 3 Toepassingsgebied
Een referendum kan worden gehouden onder de kiezers van het hele
grondgebied van de gemeente of een gedeelte daarvan.
Artikel 4 Samenloop
Een referendum kan tegelijk worden gehouden met een verkiezing, dan wel
andere referenda.
Artikel 5 Onderwerp
- 1.
Alleen ontwerpraadsbesluiten en beleidsvoornemens kunnen onderwerp
zijn van een referendum.
- 2.
De volgende ontwerpraadsbesluiten (dan wel beleidsvoornemens) kunnen
in ieder geval geen onderwerp zijn van een referendum:
- a.
Ontwerpraadsbesluiten inhoudende een algemeen verbindend
voorschrift dan wel de intrekking daarvan, dat uitsluitend
betrekking heeft op de rechtspositie van ambtsdragers of
gewezen ambtsdragers als zodanig dan wel hun nagelaten
betrekkingen of hun rechthebbenden, dan wel op de
gemeentelijke belastingen als bedoeld in hoofdstuk XV van de
gemeentewet;
- b.
Ontwerpraadsbesluiten als bedoeld in artikel 155, eerste lid
van de gemeentewet;
- c.
Ontwerpraadsbesluiten als bedoeld in artikel 1 eerste en
derde lid, artikel 51 eerste en derde lid, artikel 61 eerste
en derde lid, artikel 73 eerste en derde lid en artikel 96
van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
- d.
Ontwerpraadsbesluiten als beroepsinstantie van besluiten van
het College dan wel van andere organen van het
gemeentebestuur;
- e.
Ontwerpraadsbesluiten gericht op het voor kennisgeving
aannemen van stukken;
- f.
Ontwerpraadsbesluiten inzake individuele kwesties, zoals
benoemingen, ontslagen, schorsingen, erkenningen en
verlening van kwijtscheldingen;
- g.
Ontwerpraadsbesluiten met betrekking tot de toepassing van
deze verordening;
- h.
Ontwerpraadsbesluiten tot het voeren van
rechtsgedingen;
- i.
Ontwerpraadsbesluiten tot vaststelling van de
gemeentebegroting of gemeenterekening;
- j.
Ontwerpraadsbesluiten die onderworpen zijn c.q. onderdeel
uitmaken van een wettelijke geregelde procedure en waarbij
die procedure zich niet verdraagt met (het inlassen van) een
referendum.
Artikel 6 Beslissingsbevoegdheid verzoeken
- 1.
Een referendum kan alleen worden gehouden indien de raad daartoe
heeft besloten.
- 2.
Een verzoek aan de raad om te besluiten tot het houden van een
referendum kan worden gedaan vanuit de raad of vanwege de
kiezer.
Artikel 7 Initiatief van de raad
- 1.
Een verzoek vanuit de raad om een referendum te houden met
betrekking tot een ontwerpraadsbesluit danwel een beleidsvoornemen
geschiedt door middel van een initiatiefvoorstel als bedoeld in het
vigerende Reglement van orde.
- 2.
De raad besluit in ieder geval tot het houden van een referendum
over het desbetreffende ontwerpraadsbesluit danwel een
beleidsvoornemen indien is gebleken:
- a.
Dat er geen sprake is van een uitgezonderd onderwerp als
bedoeld in deze verordening, en
- b.
Indien het verzoek wordt ondersteund door de meerderheid van
de raad.
Artikel 8 Initiatief van kiezers
- 1.
Een verzoek aan de raad om een referendum te houden over een
ontwerpraadsbesluit danwel een beleidsvoornemen kan worden gedaan
door een aantal kiezers, dat tenminste gelijk is aan de kiesdeler
van de laatstgehouden verkiezing van de leden van de raad.
- 2.
De raad onderzoekt na binnenkomst van een verzoek als bedoeld in het
eerste lid of het verzoek door een voldoende aantal kiezers gedaan
en of er geen sprake is van een uitgezonderd onderwerp.
- 3.
Indien het verzoek niet voldoende wordt ondersteund, verklaart de
raad het verzoek niet-ontvankelijk.
- 4.
Wanneer het verzoek voldoende wordt ondersteund, neemt de raad zo
spoedig mogelijk een beslissing op het verzoek. Een afwijzende
beslissing wordt deugdelijk gemotiveerd en bekend gemaakt.
- 5.
Wanneer de raad toewijzend beslist, draagt het college zorg voor het
opstellen van een raadsvoorstel voorzien van een ontwerpraadsbesluit
voor het houden van een referendum, met inachtneming van de
bedoelingen van het initiatief.
Artikel 9 Aanhouden beslissing/eindoordeel
- 1.
Wanneer de raad heeft besloten een ontwerpraadsbesluit aan een
referendum te onderwerpen wordt het desbetreffende
ontwerpraadsbesluit op gangbare wijze behandeld, met dien verstande
dat het ontwerpraadsbesluit, zoals dat luidt na verwerking van de
door de raad aanvaardde amendementen, niet in stemming wordt
gebracht, maar wordt aangehouden.
- 2.
Wanneer de raad heeft besloten een beleidsvoornemen aan een
referendum te onderwerpen, dan wordt dit beleidsvoornemen – voor
zover niet reeds is geschied – door het college in de raad aan de
orde gesteld. Dit beleidsvoornemen wordt op de gangbare wijze
behandeld, met dien verstande dat het uitspreken door de raad van
een eindoordeel wordt aangehouden.
Artikel 10 Budget
Tegelijk met het nemen van een besluit tot het houden van een referendum
neemt de raad een besluit over de begroting van de kosten van het
referendum als zodanig en over de dekking daarvan.
Artikel 11 Vraagstelling
- 1.
De raad stelt de vraagstelling en de antwoordcategorieën van het
referendum vast.
- 2.
De vraagstelling wordt weergegeven op de oproepingskaart.
Artikel 12 Advies
- 1.
De raad kan zich bij het vaststellen van de vraagstelling laten
adviseren door een onafhankelijke commissie van advies.
- 2.
De commissie bestaat uit drie leden (inclusief voorzitter).
- 3.
De leden en de voorzitter van de commissie, bedoeld in het vorige
lid, worden door het college aanbevolen en door de raad benoemd en
ontslagen.
- 4.
De voorzitter en de leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen
van de vergaderingen van de commissie van respectievelijk € 180,--
en € 130,--. De vergoedingen worden jaarlijks per 1 januari
aangepast aan het vermoedelijke inflatiepercentage en komen ten
laste van het budget van het referendum.
- 5.
De commissie kan zich laten bijstaan door externe adviseurs.
- 6.
Het college draagt aan een ambtenaar van de gemeente het
secretariaat van de commissie op.
Artikel 13 Uitvoering
Het college is belast met de uitvoering van het raadsbesluit tot het
houden van een referendum. Het college regelt de bestuurlijke en
ambtelijke coördinatie van het referendum.
Artikel 14 Referendumkamer
- 1.
Het college kan zich laten bijstaan door de referendumkamer.
- 2.
De referendumkamer heeft tot taak:
- a.
De voorlichting over het referendum, alsmede de pro-ja /
pro-nee campagne te begeleiden.
- b.
Toezicht te houden op de uitvoering van de verordening en de
stemprocedure.
- c.
Te adviseren bij geschillen tussen de gemeenten en de
initiatiefnemers
- d.
Te adviseren over de evaluatie van de gehouden referenda.
- 3.
De referendumkamer adviseert voorts gevraagd en ongevraagd over
aanpassingen van deze verordening, over de bij referenda en
referendumaanvragen te volgen procedure en over overige zaken het
referendum betreffende.
- 4.
De adviezen van de referendumkamer zijn openbaar.
- 5.
De referendumkamer bestaat uit drie leden (inclusief
voorzitter).
- 6.
De benoeming geschiedt op een door het college in te dienen
aanbeveling. Voor deze aanbeveling komen niet in aanmerking leden
van de gemeenteraad, leden van het college en ambtenaren in dienst
van de gemeente Papendrecht.
- 7.
De voorzitter en de leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen
van de vergaderingen van de referendumkamer van respectievelijk €
180,-- en € 130,--. De vergoedingen worden jaarlijks per 1 januari
aangepast aan het vermoedelijke inflatiepercentage en komen ten
laste van het budget van het referendum.
- 8.
De referendumkamer kan zich laten bijstaan door externe
adviseurs.
- 9.
Het college draagt aan een ambtenaar van de gemeente het
secretariaat van de referendumkamer op.
Artikel 15 Datum
Zo spoedig mogelijk nadat de raad ingevolge deze verordening heeft
besloten een referendum te houden, bepaalt het college, gehoord de
raadscommissie Algemene Bestuurlijke Zaken, de datum van het
referendum.
Artikel 16 Voorlichting
- 1.
Het college doet openbare kennisgeving van een besluit tot het
houden van een referendum.
- 2.
De op het ontwerpraadsbesluit danwel beleidsvoornemen, waarover een
referendum wordt gehouden, betrekking hebbende stukken liggen voor
een ieder ter inzage. In de openbare kennisgeving wordt daarvan
mededeling gedaan.
- 3.
Het college treft adequate voorzieningen gericht op het zo breed
mogelijk informeren van de kiezers terzake van het onderwerp van het
referendum.
Artikel 17 De stemming
- 1.
Stemgerechtigd zijn degene die op de drieënveertigste dag voor de
dag waarop het referendum wordt gehouden, kiesgerechtigd zijn voor
de verkiezing van de leden van de raad.
- 2.
De bepalingen van de Kieswet zijn voor wat betreft de
raadsverkiezingen voor zover nodig van overeenkomstige
toepassing.
Artikel 18 Geldigheid van de uitslag
- 1.
Het referendum wordt als geldig beschouwt indien het
opkomstpercentage van de kiesgerechtigden tenminste gelijk is aan of
hoger is dan het opkomstpercentage van de kiesgerechtigden bij de
laatstgehouden gemeenteraadsverkiezingen.
- 2.
Het ontwerpraadsbesluit wordt geacht te zijn afgewezen door de
kiesgerechtigden, wanneer meer dan de helft van het aantal geldig
uitgebrachte stemmen een afwijzing inhoudt.
Artikel 19 De beslissing van de raad
- 1.
In - zo mogelijk - de eerste vergadering van de raad na het
plaatsvinden van het referendum vindt besluitvorming plaats over het
aanhouden van het ontwerpraadsbesluit dat aan een referendum werd
onderworpen. In die vergadering wordt over het ontwerpraadsbesluit
een beslissing genomen bij gewone meerderheid van stemmen.
- 2.
In deze vergadering kunnen met betrekking tot het
ontwerpraadsbesluit geen moties en/of amendementen meer worden
ingediend; stemverklaringen zijn wel toegestaan. Een afwijkende
beslissing wordt deugdelijk gemotiveerd.
Artikel 20 Strafbepaling
Met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de
tweede categorie wordt gestraft degene die:
- 1.
Onder vals voorwendsel kiesgerechtigden beweegt tot
medeondersteuning van een aanvraag voor een referendum;
- 2.
Stembiljetten of volmachtbewijzen namaakt of vervalst met het
oogmerk deze als echt en onvervalst bij het referendum te
gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
- 3.
Stembiljetten of volmachtbewijzen die hij zelf heeft nagemaakt
of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem bekend was,
opzettelijk als echt en onvervalst bij het referendum gebruikt
of door anderen doet gebruiken dan wel met dat oogmerk in
voorraad heeft;
- 4.
Stembiljetten of volmachtbewijzen voorhanden heeft met het
oogmerk deze bij het referendum wederrechtelijk te gebruiken of
door anderen te doen gebruiken;
- 5.
Als gemachtigde bij het referendum stemt voor een persoon,
wetende dat deze is overleden.
Artikel 21 Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het
college.
Artikel 22 Intrekking oude regeling
De Referendumverordening voor de gemeente Papendrecht van 1 juni 1995
(8489), inclusief de eerste wijziging van 20 december 2001 (9205), wordt
ingetrokken.
Artikel 23 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt acht dagen na de bekendmaking in werking.
Artikel 24 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als: Referendumverordening
gemeente Papendrecht 2010.