Overheidsorganisatie | Gemeente Tiel |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de bezwarencommissie gemeente Tiel 2009 |
Citeertitel | Verordening op de bezwarencommissie gemeente Tiel 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening op de bezwarencommissie 2001.
Op 28 juli 2009 hebben het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester eveneens deze verordening vastgesteld, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft.
1.geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-05-2009 | 02-04-2015 | Nieuwe regeling | 20-05-2009 Zakengids 29-05-2009 | regelgevingregister 2009, nr. 1.11, gemeenteraad 20-05-2009, nr. 7 |
Nr. 7, afdeling BC
De raad van de gemeente Tiel;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 januari 2009, nr. A4;
gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;
besluit:
onder intrekking van de Verordening op de bezwarencommissie 2001, laatstelijk gewijzigd op 24 augustus 2005, vast te stellen de navolgende
Verordening op de bezwarencommissie gemeente Tiel 2009;
In deze verordening wordt verstaan onder:
wet: Algemene wet bestuursrecht van 4 juni 1992 (Stbl. 1992, 315);
commissie: vaste commissie van advies voor bezwaarschriften, als bedoeld in artikel 2;
indiener: natuurlijke persoon of andere dan natuurlijke persoon die zich met een bezwaar tot het gemeentebestuur van Tiel wendt;
verwerend orgaan: het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;
besluit: als bedoeld in artikel 1:3 van de wet;
Tevens wordt hiermee gelijkgesteld:
de schriftelijke weigering een besluit te nemen;
het niet tijdig nemen van een besluit;
college: het college van burgemeester en wethouders.
1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op ingediende bezwaren tegen besluiten van bestuursorganen van de gemeente.
2. Van behandeling in de commissie zijn uitgezonderd bezwaren die gericht zijn tegen:
besluiten met betrekking tot personele aangelegenheden;
besluiten op het terrein van de gemeentelijke belastingen en heffingen en
besluiten op het gebied van sociale zekerheid.
1. De commissie bestaat uit een voorzitter, twee leden en een plaatsvervangend lid.
2. De voorzitter, de leden en het plaatsvervangend lid worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college. De zittingsduur is 4 jaar en kan maximaal 2 maal worden verlengd.
3. Eén van de leden, zulks ter bepaling door de commissie is plaatsvervangend voorzitter.
4. De voorzitter en de leden van de commissie alsmede het plaatsvervangend lid kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van de bestuursorganen van de gemeente Tiel.
5. Het college wijst een secretaris voor de commissie aan.
6. Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.
1. De zittingsperiode van de voorzitter, de leden van de commissie en het plaatsvervangend lid, is vier jaar. Herbenoeming is mogelijk.
2. De voorzitter, de leden van de commissie en het plaatsvervangend lid kunnen te allen tijde ontslag nemen.
3. De voorzitter en leden alsmede het plaatsvervangend lid blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.
4. De voorzitter, de leden van de commissie en het plaatsvervangend lid kunnen door het college ontslagen worden indien zij niet naar behoren functioneren.
5. De voorzitter en de leden van de commissie alsmede het plaatsvervangend lid nemen geen deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.
6. Artikel 15 Gemeentewet is op de voorzitter en de leden alsmede het plaatsvervangend lid van overeenkomstige toepassing.
1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.
2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.
1. De volgende bevoegdheden die de wet toekent aan de bestuursorganen bij de behandeling van bezwaarschriften worden overgedragen aan de voorzitter van de commissie:
artikel 2:1 tweede lid;
artikel 6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de eisen als gesteld in artikel 6:5 van de wet of aan enig ander bij de wet gesteld vereiste voor het in behandeling nemen van het bezwaar, kan worden hersteld;
artikel 6:14 eerste lid;
artikel 6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;
artikel 7:4 tweede lid;
artikel 7:6 vierde lid.
2. De voorzitter van de commissie kan de uitoefening van één of meer van de genoemde bevoegdheden mandateren aan de (plaatsvervangend) secretaris van de commissie.
1. De voorzitter en leden van de commissie zijn in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.
2. De voorzitter en leden van de commissie kunnen in uitzonderingsgevallen uit eigen beweging bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen om in de zitting te verschijnen.
1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend bestuursorgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.
2. De commissie beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.
3. Indien de commissie op grond van de in het tweede lid genoemde artikelen besluit van het horen af te zien, doet zij daarvan, onder opgaaf van redenen, mededeling aan:
de indiener;
de belanghebbenden;
het verwerend bestuursorgaan.
1. De voorzitter deelt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.
2. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijn als genoemd in het eerste lid.
3. Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger, aanwezig is.
4. Bestuursorganen kunnen besluiten aanwijzen, waarvoor het derde lid niet geldt. In die gevallen kan de zitting worden gehouden door de voorzitter dan wel een van de commissieleden.
1. De zitting van de commissie is openbaar en wordt aangekondigd in een huis aan huis verschijnend nieuwsblad.
2. De zitting van de commissie vindt met gesloten deuren plaats indien voor het betreffende streden besluit medische informatie is dan wel wordt gebruikt. In andere gevallen worden de deuren gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.
3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen de openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.
Verslaglegging hoorzitting
Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.
Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.
Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.
Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.
Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.
1. Indien na het horen, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.
2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.
3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het tweede lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.
4. Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.
2. a. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen schriftelijk advies.
Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien de minderheid dit verlangt.
Indien bij stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.
3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.
4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.
1. Het advies wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk vier weken na de hoorzitting toegezonden aan de belanghebbenden en aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen. Bij het advies wordt het verslag als bedoeld in artikel 11 gevoegd en eventueel de door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag.
2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing verzoekt hij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.
3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.
Ingeval een bestuursorgaan een besluit neemt dat afwijkt van een door de commissie ter zake uitgebracht advies, zendt het bestuursorgaan een afschrift hiervan, inclusief de daaraan ten grondslag liggende motivering, ter kennisneming aan de commissie.
1. De commissie brengt jaarlijks verslag uit van de werkzaamheden. In dit verslag wordt in ieder geval aangegeven welke zaken bij de commissie aanhangig zijn gemaakt, hoeveel adviezen zijn verstrekt, wat de inhoud van deze adviezen is geweest en hoeveel zaken nog wachten op afhandeling.
2. Voorafgaand aan het uitbrengen van het verslag voert de voorzitter overleg met de voorzitter van de gemeenteraad en met de voorzitter van het college over de werkzaamheden van het afgelopen jaar. De resultaten van dit overleg worden vermeld in het verslag.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.
Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening op de bezwarencommissie gemeente Tiel 2009".
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van 20 mei 2009,
de griffier, de voorzitter,
07 – verordening
bezwarencommissie – 20 mei 2009