Organisatie | Zutphen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Uitgiftevoorwaarden van de gemeente Zutphen |
Citeertitel | Algemene Uitgiftevoorwaarden vande gemeente Zutphen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | financiën en economie |
De datum van inwerkingtreding (1993) is bij benadering bepaald.
Regeling geldt ingevolge het besluit van 22 maart 2005 met ingang van 11 augustus 2005 ook voor het grondgebied van de voormalige gemeente Warnsveld.
Het overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen is mogelijk niet compleet. Er kunnen wijzigingen ontbreken.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-11-2013 | 10-09-2013 | Bepalingen voor koop vervallen | 10-09-2013 Zutphense Koerier, 20-11-2013 | 37.5 | |
11-08-2005 | Geldend verklaard | 22-03-2005 Zutphense Koerier, 10-08-2005 | 1.491 | ||
01-01-2002 | Art. 5.4, 5.6, 5.11, 5.13, 5.14, 5.19, 5.22 | 28-05-2001 Onbekend | 4.038 | ||
30-12-1993 | 01-09-1993 | 21-11-2013 | Nieuwe regeling | 14-12-1993 Onbekend | 7.805 |
Ingebruikneming: het moment waarop de wederpartij voor het eerst feitelijk over de onroerende zaak beschikt door deze te betrekken, er feitelijk werkzaamheden in of op uit te voeren of er een afrastering omheen te zetten. Het uitvoeren van een sonderingsonderzoek of een milieukundig bodemonderzoek valt hier echter niet onder en kan gebeuren zonder dat er sprake is van ingebruikneming.
Hoofdstuk 2 Bepalingen voor koop en erfpacht
Artikel 2.1. Geldigheid van de artikelen in dit hoofdstuk
De artikelen 2.2 tot en met 2.15 gelden zowel bij overeenkomsten tot verkoop als bij overeenkomsten tot uitgifte in erfpacht van gemeentelijke onroerende zaken.
Artikel 2.3. Overdracht en aanvaarding
De akte tot levering wordt ondertekend binnen twee maanden na het tot stand komen van het gemeentelijk besluit tot uitgifte. Indien de ondertekening later zou plaats vinden om redenen welke aan de wederpartij zijn toe te rekenen, is artikel 3.2. respectievelijk 4.6. lid b. van toepassing.
De keuze van de notaris ligt bij de wederpartij. Indien deze geen notaris kan of wil aanwijzen, wijst de gemeente een Zutphense notaris aan volgens een systeem van jaarlijkse toerbeurt.
Artikel 2.5. Perceelsomschrijving, meting terreingrenzen
Voor de datum van de feitelijke ingebruikneming van de onroerende zaak zullen de grenzen door de gemeente met buizen of stenen in het terrein worden aangeduid en aan de wederpartij op diens verzoek worden aangewezen.
De wederpartij is verplicht bij het plaatsen of doen plaatsen van gebouwen met de ambtenaar van de afdeling weg- en waterbouw casu quo bouwtoezicht overleg te plegen over de juiste plaatsing binnen de grenzen van de onroerende zaak. De wederpartij dient er voor zorg te dragen dat de uitgezette punten worden instandgehouden.
Artikel 2.6. Over- en ondermaat
Verschil tussen de uitmeting welke door de ambtenaar van de gemeente is geschied en de grootte zoals die in de uitgifte-overeenkomst is aangegeven wordt niet verrekend.
Artikel 2.7. Milieukundig onderzoek
Omtrent de aanwezigheid van voor het milieu of de volksgezondheid gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen in de te verkopen of in de erfpacht uit te geven onroerende zaak, is een globaal onderzoek verricht. De resultaten van dit onderzoek zijn vastgelegd in een onderzoeksrapport waarin de toestand van de grond wordt omschreven en waaruit blijkt dat er geen reden is om aan te nemen dat zich in de grond dergelijke stoffen bevinden die naar de huidige maatstaven schadelijk zijn te achten voor het milieu, of die anderszins onaanvaardbaar zijn. De wederpartij heeft recht op inzage in het rapport.
Artikel 2.8. Ontbinding in geval van verontreiniging
De wederpartij heeft tot aan de start van de fundering van de bouw op het betrokken perceel, het recht de overeenkomst eenzijdig te ontbinden indien hij in het gekochte alsnog voor het milieu gevaarlijke of niet
aanvaardbare stoffen aantreft, waarvan hij aannemelijk maakt, dat deze al aanwezig waren op het tijdstip dat hem het bezit werd overgedragen, en dat deze van zodanige aard zijn dat van hem niet kan worden gevergd dat hij, zonder dat wordt gesaneerd, de onroerende zaak aanvaardt (met name ook als door deze verontreiniging de realisering van de door partijen op het gekochte beoogde bestemming in gevaar komt).
Een recht op ontbinding bestaat niet indien de redelijkheid en billijkheid zich wegens de geringe ernst van de verontreiniging verzetten tegen ontbinding en/of indien de verkoper zich (ook ingeval van ernstiger verontreiniging) verplicht om op zijn kosten passende maatregelen te nemen tot opheffing van de verontreiniging casu quo de schadelijke gevolgen daarvan.
Niet als aan de gemeente toe te rekenen verontreiniging wordt aangemerkt aanwezigheid van stoffen waarvan de gemeente op het tijdstip van bezitsoverdracht niet een verontreinigend karakter als bedoeld in deze bepaling behoefde aan te nemen op grond van de toen in dit opzicht bestaande gezaghebbende inzichten.
Onder voor het milieu gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen wordt niet verstaan: funderingsrestanten, puin of andere restanten van bouwkundige aard, noch stobben van bomen of struiken, noch de aanwezigheid van de draagkracht van de grond beinvloedende omstandigheden. Op deze zaken heeft dit artikel derhalve geen betrekking.
De wederpartij verklaart ermee bekend te zijn dat het zich eventueel op de uitgegeven grond bevindende boombestand zoveel mogelijk moet worden gespaard. Zich op de grond bevindende bomen mogen niet worden gekapt tenzij daarvoor door Burgemeester en Wethouders een kapvergunning is verleend.
Artikel 2.10. Radio- en T.V.-antennes
De wederpartij verklaart ermee bekend te zijn dat in de gemeentelijke bouwverordening en/of in het betreffende bestemmingsplan, de plaatsing van antenneconstructies van meer dan 5 meter hoogte, gemeten vanaf de voet van de antenne, slechts onder bepaalde voorwaarden is toegestaan.
Artikel 2.11. Faillissement en beslag
Indien de wederpartij voor de datum van ondertekening van de notariële akte in staat van faillissement wordt verklaard of sursdance van betaling heeft gekregen, alsmede wanneer er voor de datum van ondertekening van de notaridle akte executoriaal beslag op zijn roerende en onroerende zaken wordt gelegd, is de gemeente bevoegd de overeenkomst als ontbonden te beschouwen, zonder dat enige ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst zal zijn vereist.
Indien in de uitgifte-overeenkomst omtrent ddn en hetzelfde object meer dan ddn natuurlijke- of rechtspersoon als wederpartij van de gemeente staat genoemd, zijn deze personen ieder hoofdelijk aansprakelijk voor de nakoming van de verplichtingen die uit de uitgifte-overeenkomst voortvloeien.
Artikel 2.13. Geschillenregeling
Alle geschillen, die naar aanleiding van de uitgifte-overeenkomst mochten ontstaan, van welke aard ook, daaronder mede begrepen die, welke slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd, zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter, tenzij partijen tetzake van die geschillen arbitrage bij het Nederlands Arbitrage Instituut overeenkomen.
Artikel 2.14. Aansluiting riolering
Indien de wederpartij om welke reden dan ook, gebruik wenst te maken van een andere aansluiting dan de hiervoor genoemde en hiertegen van de zijde van de gemeente geen bezwaren bestaan, zullen de hieruit voortvloeiende kosten van deze aanleg en aansluiting voor rekening van de wederpartij komen.
Het verschuldigde bedrag dient door de wederpartij te worden voldaan binnen 14 dagen na ontvangst van de rekening inzake.
Hoofdstuk 4: Bepalingen voor erfpacht
Artikel 4.1. Geldigheid van de artikelen van dit hoofdstuk
De Artikelen 4.2. tot en met 4.18. gelden uitsluitend bij overeenkomsten tot uitgifte van onroerende zaken in erfpacht.
Artikel 4.2. Aanvang en duur van de overeenkomst
Een overeenkomst tot uitgifte van het beperkte zakelijke recht van erfpacht gaat in op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin het gemeentelijk besluit tot uitgifte is genomen.
Het erfpachtsrecht wordt gevestigd voor bepaalde tijd, tenzij in de akte van vestiging anderszins wordt bepaald.
Artikel 4.4. Aanpassing van de canon, rentewiizizing
Indien de erfpachter zich niet kan verenigen met de hoogte van de dan geldende verkoopwaarde van de onroerende zaak, zal deze waarde, behoudens beroep op de terzake bevoegde rechter, worden vastgesteld door 3 deskundigen, waarvan ieder der partijen er één benoemt, terwijl de derde deskundige in onderling overleg door beide eerstbenoemde deskundigen zal worden aangewezen of voor het geval de beide eerstbenoemde deskundigen in onderling overleg terzake niet slagen, op verzoek van de meest gerede partij zal worden benoemd door de terzake bevoegde rechter, onder wiens ambtsgebied de gemeente Zutphen ressorteert.
De kosten van deze vaststelling zullen door de gemeente en de wederpartij ieder voor de helft worden gedragen.
Artikel 4.5. Herziening van de canon na wijziging van het gebruik of de bebouwing
De canon kan door het college van Burgemeester en Wethouders opnieuw worden vastgesteld:
indien erfpachter op grond van sterk gewijzigde omstandigheden daarom verzoekt; van sterk gewijzigde omstandigheden is in elk geval sprake indien de gebruiksmogelijkheden van de onroerende zaak door een wijziging van de bestemming aanzienlijk worden beperkt.
De nieuwe canon zal in dit geval door het college van Burgemeester en Wethouders worden vastgesteld zoals in artikel 4.4 lid b. en c. is bepaald, uitgaande van de alsdan geldende verkoopwaarde van de uitgegeven onroerende zaak in de nieuwe, gewijzigde situatie.
Artikel 4.6. Betaling van de canon
Ten behoeve van de betaling van de jaarlijkse canon wordt aan het einde van elk kalenderjaar een rekening met acceptgirokaart verzonden. De canon dient jaarlijks aan de gemeente te worden voldaan binnen dertig dagen na ontvangst van deze acceptgirokaart, doch (ook in het geval niet tijdig een acceptgirokaart is ontvangen) uiterlijk per 1 februari van het jaar volgend op het jaar waarover de canon moet worden betaald.
Bij betaling na 1 februari is over de periode vanaf 1 februari tot aan de dag van betaling de wettelijke rente verschuldigd over de verschuldigde canon.
Artikel 4.7. Vrilwaring door de erfpachter
De erfpachter is aansprakelijk voor alle aanspraken van derden op vergoeding van schade die na de uitgifte ontstaat door het gebruik of door verontreiniging door de erfpachter van de onroerende zaak of door gehele of gedeeltelijke instorting van opstallen die op de in erfpacht uitgegeven onroerende zaak zijn of worden gebouwd.
Erfpachter is tevens verplicht, zowel tijdens de bebouwing als daarna, voorzover in redelijkheid van hem kan worden gevergd, al datgene te doen c.q. na te, laten waardoor schade, gevaar of hinder - in welke vorm dan ook- kan worden voorkomen c.q. ontstaan. Eventuele redelijke aanwijzingen van de gemeente daartoe, voor zover vallend binnen de grenzen door de wet bepaald, moeten worden opgevolgd.
Artikel 4.10. Instandhouding grond en opstallen, verzekeringsplicht
De erfpachter is verplicht de onroerende zaak en daarop aanwezige opstallen in zodanige technische staat te brengen en te houden dat deze de in artikel 4.9. bedoelde bestemming en het daar bedoelde gebruik op behoorlijke wijze kunnen dienen.
Daartoe dient de erfpachter het perceel grond met opstallen in alle opzichten goed te onderhouden en waar nodig de opstallen tijdig te vernieuven.
Burgemeester en Wethouders kurmen op verzoek van de erfpachter vrijstelling verlenen van de in lid a. en c. genoemde verplichtingen. Aan een verleende vrijstelling kunnen door Burgemeester en Wethouders voorwaarden of een tijdsbepaling worden verbonden, waaronder vaststelling van een nieuwe canon als bedoeld in artikel 4.5.
Artikel 4.11 Overdracht,overgang en ondererfracht
De erfpachter is verplicht in geval van gehele of gedeeltelijke overdracht van het erfpachtsrecht, alsmede bij verhuur of verpachting van het erfpachtsrecht in plaats van in de daartoe op te maken akte van vestiging van ondererfpacht of een beperkt recht waardoor het gebruik van de onroerende zaak door anderen wordt verkregen, in de daartoe op te maken akte van vestiging waaronder het erfpachtsrecht is verleend, de bepalingen, waaronder het recht is verleend, op te nemen of daarnaar te verwijzen.
De erfpachter is tevens verplicht de aflevering of de vestiging van een recht als bedoeld in lid a. uiterlijk op de dag van overdracht of vestiging schriftelijk aan Burgemeester en Wethouders te melden. Deze meldingsplicht bestaat ook voor de inbreng in een (andere) vennootschap van het erfpachtsrecht en voor de scheiding tussen gezamenlijke rechthebbenden op het recht.
Artikel 4.12 Splitsing en samenvoeging
De erfpachter is tot splitsing van het erfpachtsrecht, tot splitsing in appartementsrechten of tot samenvoeging van erfpachtsrechten slechts bevoegd na voorafgaande schriftelijke toestemming van Burgemeester en Wethouders. Voor de toepassing van dit artikel wordt met de in de eerste zin bedoelde handelingen gelijkgesteld het door de erfpachter verlenen van deelnemings- en lidmaatschapsrechten die betrekking hebben op het gebruik van de onroerende zaak en daarop staande opstallen.
Burgemeester en Wethouders beslissen binnen één maand na het schriftelijk verzoek om toestemming voor de rechtshandeling als bedoeld in lid a. Deze termijn kan door Burgemeester en Wethouders door een schriftelijke mededeling aan de erfpachter ten hoogste eenmaal met 66n maand worden verlengd.
Indien binnen één (c.q. twee) maand(en) niet op het verzoek is beslist, zonder dat zulks aan de erfpachter is toe te rekenen, wordt de toestemming geacht te zijn verleend.
Burgemeester en Wethouders kunnen aan de toestemming voorwaarden verbinden waaronder herziening van de canon als bedoeld in artikel 4.5., alsmede ten aanzien van het onderhoud van de opstallen na de splitsing.
Artikel 4.13 Verplichtingen ten opzicht -van hyrotheekhouders
Ingeval het erfpachtsr echt met één of meerdere hypotheekrechten is bezwaard, is de erfpachter verplicht om binnen een maand na ontvangst van een daartoe strekkend verzoek, aan Burgemeester en Wethouders een authentiek afschrift van de akte(n) van hypotheekverlening over te leggen.
De kosten die hieraan zijn verbonden komen voor rekening van de erfpachter. Burgemeester en Wethouders zullen de hypotheekhouder tijdig in kennis stellen van een voornemen tot opzegging van het erfpachtsrecht, of wijziging van de grondwaarde waarop de canon gebaseerd is.
Wijziging of splitsing van het erfpachtsrecht kan uitsluitend plaatsvinden met voorafgaande schriftelijke toestemming van de hypotheekhouder.
Artikel 4.l4 Opzegging in het algemeen belang
Burgemeester en Wethouders doen een voorstel tot opzegging van het erfpachtsrecht aan de gemeenteraad. In dit voorstel wordt gemotiveerd uiteengezet welke de redenen zijn die opzegging van het recht in het algemeen belang rechtvaardigen. Burgemeester en Wethouders geven de erfpachter, de hypotheekhouder en eventuele derden-belanghebbenden kennis van het voorstel bij aangetekend schrijven. Tevens maken Burgemeester en Wethouders het voornemen op de voor onteigening gebruikelijke wijze algemeen bekend.
Omtrent het voorstel tot opzegging van het erfpachtsrecht neemt de gemeenteraad geen besluit zolang niet tenminste twee maanden sedert dagtekening van het in lid b. bedoelde schrijven zijn verstreken. Gedurende deze termijn kunnen de erfpachter, de hypotheekhouder en andere belanghebbenden bezwaren tegen het voorstel bij de gemeenteraad inbrengen.
Het raadsbesluit bepaalt de dag, waarop het erfpachtsrecht uiterlijk moet worden opgezegd. Opzegging vindt vervolgens plaats bij deurwaardersexploit en met inachtneming van een termijn van tenminste twee jaar. Deze opzegging moet op straffe van nietigheid binnen acht dagen tevens betekend worden aan de hypotheekhouder en aan anderen die als beperkt gerechtigde of beslaglegger op het erfpachtsrecht in de openbare registers staan ingeschreven.
Artikel 4.15 Schadeloosstelling bij opzegging in het algemeen belang
Niet zal worden vergoed de waarde van hetgeen in strijd met enige bepaling of voorwaarde in de akte van vestiging of in een akte, inhoudende wijziging van het erfpachtsrecht, is gesticht, noch zal worden vergoed de schade terzake van het bedindigen van een activiteit die in strijd met enige bepaling of voorwaarde in de akte van vestiging of in een akte houdende wijziging van het recht van erfpacht op de onroerende zaak wordt uitgeoefend, tenzij Burgemeester en Wethouders daartoe schriftelijke toestemming hebben verleend.
Indien de erfpachter zich niet kan verenigen met de door de gemeente aangeboden vergoeding, doet hij hiervan binnen twee maanden na ontvangst van de aangetekende kennisgeving van de vergoeding, schriftelijke mededeling aan Burgemeester en Wethouders.
Indien geen overeenstemming wordt bereikt over de hoogte van de vergoeding, wordt deze vastgesteld door drie deskundigen, aan te wijzen door de bevoegde rechter onder welk ambtsgebied de gemeente Zutphen ressorteert.
Indien het erfpachtsrecht ten tijde van het eindigen van het recht met hypotheek is bezwaard, wordt in afwijking van lid d. de schadevergoeding, na aftrek van al hetgeen aan de gemeente met betrekking tot het erfpachtsrecht, de grond en de opstallen nog verschuldigd is, aan de hypotheekhouder(s) uitgekeerd tot een door Burgemeester en Wethouders vast te stellen bedrag, gelijk aan het bedrag dat aan de hypotheekhouders(s) zal toekomen indien het een verdeling geldt van de koopprijs in geval van gerechtelijke verkoop van het erfpachtsrecht. Een daarna overblijvend bedrag van de schadevergoeding wordt uitgekeerd aan de erfpachter.
Zolang het perceel grond met de opstallen (behoudens door derden rechtmatig Verkregen gebruiksrechten) niet ter vrije beschikking van de gemeente is gesteld, is de gemeente bevoegd 10% van de uitkering ingevolge dit artikel achter te houden.
Uitsluitend voor de toepassing van dit artikel worden met rechtmatig verkregen gebruiksrechten gelijkgesteld anderszins door derden verkregen gebruiksrechten, welke naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders geen bezwaren opleveren.
Artikel 4.16 Herstel door de gemeente
Indien erfpachter enige verplichting, voortvloeiende uit deze algemene of de bijzondere voorwaarden niet, niet tijdig of niet behoorlijk nakomt, kunnen Burgemeester en Wethouders deze verplichting op kosten van de erfpachter doen uitvoeren.
Krachtens deze algemene voorwaarden zijn Burgemeester en Wethouders na kennisgeving en ingebrekestelling, alsmede na verloop van de in lid b. genoemde termijn, tot zodanige uitvoering jegens de erfpachter uitdrukkelijk gemachtigd.
Tevens zijn Burgemeester en Wethouders onder dezelfde voorwaarden gemachtigd op kosten van de erfpachter al datgene ongedaan te maken, wat in stri d met enige verplichting door de erfpachter is verricht.
Burgemeester en Wethouders geven bij aangetekend schrijven kennis aan de erfpachter en de hypotheekhouder van hun voornemen gebruik te maken van de bevoegdheid als bedoeld in lid a.
Zij doen de kennisgeving vergezeld gaan van een opgave van het vermoedelijke bedrag van de kosten dat met de uitvoering gemoeid zal zijn, van een ingebrekestelling ten aanzien van de verzuimde verplichting of de strijdige verrichting en van een aanmaning om 66n en ander binnen een redelijke termijn te voldoen.
Onverminderd de verschuldigdheid van andere kosten, schadevergoeding en rente bij de gemeente ontstaan als gevolg van de nalatigheid van de erfpachter ontstaan en aan de erfpachter kan worden toegerekend, is de erfpachter verplicht op eerste aanzegging van Burgemeester en Wethouders de kosten die gemoeid zijn geweest met het herstel te voldoen. Burgemeester en Wethouders doen de aanzegging vergezeld gaan van een gespecificeerde opgave van de kosten.
Artikel 4.17. Biizondere wijze van opzegging van het erfpachtsrecht
Uitsluitend indien de erfpachter niet of niet tijdig heeft voldaan aan zijn bouwverplichting of wanneer hii gedurende meer dan twee jaren niet heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling van de canon, zijn Burgemeester en Wethouders gerechtigd om, met inachtneming van het bepaalde in dit artikel, het erfpachtsrecht op te zeggen.
Opzegging vindt plaats bij deurwaardersexploit en met inachtneming van een termijn van tenminste twee maanden. Deze opzegging moet op straffe van nietigheid binnen acht dagen tevens betekend worden aan de hypotheekhouder en aan anderen die als beperkt gerechtigden of beslagleggers op het erfpachtsrecht in de openbare registers staan ingeschreven.
Het op grond van lid b. aan de erfpachter danwel aan de gemeente toekomende bedrag zal, behoudens beroep op de terzake bevoegde rechter, worden vast - gesteld door deskundigen overeenkomstig artikel 4.15., tenzij voor het einde van het recht de gemeente, de erfpachter, de hypotheekhouder en eventueel andere belanghebbenden anders overeenkomen.
Bij opzegging door de erfpachter is de gemeente niet verplicht een vergoeding,voor eventueel op de onroerende zaak achtergebleven, door de erfpachter gebouwde opstallen te betalen en kan de gemeente als voorwaarde voor acceptatie van de opzegging stellen, dat in slechte staat verkerende opstallen door en voor rekening van de erfpachter voor het einde van de erfpachtsovereenkomst worden gesloopt. Opzegging door de erfpachter geschiedt op dezelfde wijze als opzegging door de gemeente.
Bij niet-nakoming van enige verplichting, voortvloeiende uit de erfpachtsovereenkomst en de daarbij behorende algemene voorwaarden, verbeurt de nalatige partij behoudens herstel overeenkomstig artikel 4.16, na ingebrekestelling en na verloop van de daarin gestelde termijn, ten behoeve van de wederpartij een onmiddellijke opeisbare boete van twee maal de jaarlijkse canon, op welk bedrag de terzake van de wanprestatie te lijden schade wederzijds onveranderlijk wordt bepaald.
Artikel 5.3. Bebouwing bij erfpacht
Indien na verloop van de in lid c. genoemde termijn niet is begonnen met de bebouwing, heeft degemeente het recht de erfpachtovereenkomst te ontbinden. Ontbinding vindt plaats door opzegging bij deurwaardersexploit en met inachtneming van een termijn van tenminste twee maanden. Deze opzegging moet op straffe van nietigheid binnen acht dagen tevens betekend worden aan de hypotheekhouder (s) en aan anderen die als beperkt gerechtigde of beslaglegger op het erfpachtrecht in de openbare registers staan ingeschreven.
Indien na verloop van de in lid c. genoemde termijn wel met de bebouwing is begonnen, maar nog geen 50% van de geschatte bouwtijd is verlopen, is de erfpachter aan de gemeente een schadevergoeding verschuldigd ter grootte van één maal de jaarlijkse canon.
Dit artikel is niet van toepassing op verenigingen, stichtingen e.d., met welke slechts een jaarlijkse symbolische canon is overeengekomen. In deze situatie is artikel 5.4. van toepassing.
Indien na verloop van de in lid c. genoemde termijn met de bebouwing is begonnen, maar meer dan 50% van de bebouwing gereed is, verlenen Burgemeester en Wethouders uitstel van de bouwplicht voor de periode van de geschatte bouwtijd van het restant van de bebouwing. Indien na verloop van die verlenging nog steeds een wezenlijk deel van de bebouwing moet geschieden, is de erfpachter aan de gemeente een schadevergoeding verschuldigd overeenkomstig het bepaalde in lid e. , onverminderd het recht van de gemeente om de volledige nakoming van de bouwplicht te vorderen.
Dit artikel is niet van toepassing op verenigingen, stichtingen e.d., met welke slechts een jaarlijks symbolische canon is overeengekomen. In deze situatie is artikel 5.4. van toepassing.
Artikel 5.4. Boetebepaling bij erfpacht aan verenigingen (geen bouwverguningen zijnde), stichtingen e.d., met welke een symbolische canon is overeengekomen.
Bij een toerekenbare tekortkoming in de nakoming of toerekenbare niet-nakoming van enige verplichting, voortvloeiende uit de erfpachtovereenkomst en de daarbij behorende algemene voorwaarden, verbeurt de erfpachter, behoudens herstel overeenkomstig artikel 4.16., na ingebrekestelling en na verloop van de daarin gestelde termijn, ten behoeve van de gemeente een onmiddellijke opeisbare boete van € 450,-, op welk bedrag de door de gemeente ter zake van de wanprestatie te lijden schade wederzijds onveranderlijk wordt bepaald.
Artikel 5.11 Verbod tot verkoop aan de consument
Bij overtreding van het onder a. van dit artikel bedoelde verbod zal de wederpartij een direct opeisbare boete verschuldigd zijn van € 2.270,-- voor elke week, waarin bedoelde aflevering aan de consument plaatsvindt of op enigerlei wijze geconstateerd wordt, zulks nadat de wederpartij terzake van de overtreding door het college van Burgemeester en Wethouders bij aangetekend schrijven of deurwaardersexploit in gebreke is gesteld.
Artikel 5.15 Eerdere ingebruikneming
Het is de wederpartij toegestaan om de onroerende zaak per de in de uitgifte-overeenkomst genoemde datum in gebruik te nemen, voordat de notariële akte is ondertekend.
Vanaf datum van ingebruikneming tot de datum van ondertekening van de notariële akte dient bij akte-passering de koopsom plus de eventueel verschuldigde BTW plus de wettelijke rente over de koopsom te worden voldaan.
Indien de wilsovereenstemming omtrent de uitgifte-overeenkomst nog niet tot stand is gekomen door middel van een besluit daartoe door de gemeenteraad of door of namens Burgemeester en Wethouders, is het risico dat de wilsovereenstemming niet tot stand komt voor de wederpartij. Indien de wilsovereenstemming niet tot stand komt, zal de wederpartij de onroerende zaak weer, voor zoveel mogelijk in de oorspronkelijke toestand, aan de gemeente terugleveren.
Artikel 5.16 Opstalrecht voor kabels en leidingen
Bij dit opstalrecht wordt bepaald dat op, respectievelijk in of boven dat gedeelte van het verkochte geen bouwwerken mogen worden opgericht, noch een gesloten wegdek worden aangebracht, ontgrondingen worden verricht of bomen, danwel diepwortelende struiken worden geplant, of aan derden toestemming tot zulk een handeling worden verleend. Voor de vestiging van dit zakelijk recht is de begunstigde geen enkele vergoeding verschuldigd.
Artikel 5.17 Erfdienstbaarheden over en weer voor opstallen
Ten behoeve en ten laste van het (de) in de uitgifte-overeenkomst vermelde uit te geven gebouw(en) en ten behoeve en ten laste van het (de) in de uitgifte-overeenkomst vermelde naastgelegen gebouw(en), worden gevestigd en aangenomen, al zodanige erfdienstbaarheden, waardoor de toestand waarin die percelen zich ten opzichte van elkaar bevinden, gehandhaafd blijft en dat met name situaties welke in strijd zijn met het burenrecht, gehandhaafd kunnen worden.
Artikel 5.18 Overdracht van rechten
Het is partijen verboden om zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de wederpartij rechten en verplichtingen uit deze overeenkomst en/of eventuele met deze overeenkomst samenhangende overeenkomsten tussen partijen, geheel of gedeeltelijk over te dragen aan derden; partijen zijn bevoegd om aan het verlenen van toestemming voorwaarden te verbinden.
De wederpartij verbindt zich tegenover de gemeente de uitgegeven grond niet te bebouwen. Bij overtreding van het verbod is de wederpartij aan de gemeente een direct opeisbare boete verschuldigd van € 45,--voor iedere dag dat het verbod wordt overtreden.
In bijzondere gevallen kan het college van Burgemeester en Wethouders op schriftelijk verzoek ontheffing van het verbod verlenen. Deze ontheffing dient afzonderlijk te zijn afgegeven.
Artikel 5.23 Kwalitatieve verplichting
De in de uitgifte-overeenkomst aangewezen artikelen blijven voor zover mogelijk rusten op het registergoed en zullen van rechtswege overgaan op degene(n) die het goed onder bijzondere titel zal/zullen verkrijgen, waarbij tevens wordt bepaald dat mede gebonden zullen zijn degenen die van de rechthebbende(n) een recht van gebruik van het goed zullen verkrijgen. Aangezien van deze overeenkomst tussen partijen een notariële akte wordt opgemaakt die daarna zal worden ingeschreven in de openbare registers, is voldaan aan de eis van artikel 6:652 lid 2 BW.