Organisatie | Westervoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren 2012 |
Citeertitel | Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Artikel 22 bevat overgangsrecht.
De Telecommunicatieverordening gemeente Westervoort, vastgesteld op 2 juni 2008, wordt ingetrokken.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-07-2012 | 02-07-2019 | nieuwe regeling | 25-06-2012 Westervoort Post, 25-07-2012 | 10 |
Onderwerp: Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren
De raad van de gemeente Westervoort;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westervoort;
en gelet op artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht, artikelen 5.2 en 5.4 vierde lid van de Telecommunicatiewet en artikelen 149, 154, 156 en 229 van de Gemeentewet;
overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor de realisatie van één uniform regime voor al het werk in en onder de grond in de openbare ruimte en de gemeente in staat te stellen de gewenste regiorol optimaal in te vullen;
dat deze regels uniform worden gehanteerd in veertien andere omliggende gemeenten;
Verordening betreffende werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van ondergrondse infrastructuren.
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
net of netwerk : samenstel van ondergrondse kabel(s) en/of leiding(en), bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie (een, al dan niet openbaar, elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1 onder e en h van de Telecommunicatiewet).
kabels en leidingen: kabels en/of leidingen als onderdeel van een net(werk), daaronder ook begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations en andere hulpmiddelen, behalve voor zover deze verbindingen en hulpmiddelen liggen binnen de installatie van een producent of van een afnemer, en ook omvattende lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken; voorbeelden van deze kabels en leidingen zijn telecommunicatie- en omroepkabels, elektriciteitskabels (koppel-, transport- en distributiekabels), gasleidingen (transport-, distributie- en dienstleidingen), waterleidingen, rioleringen (buizen) en kabels en leidingen voor industriële netwerken.
Werkzaamheden: handmatige en mechanische (graaf)werkzaamheden in de openbare grond in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen, en daarnaast alle werkzaamheden die de gemeente uit hoofde van haar functie als beheerder van openbare grond in het kader van kabels en leidingen dient uit te voeren.
Werkzaamheden van minder ingrijpende aard: het aanbrengen of verwijderen van kabels en leidingen in reeds aangebrachte voorzieningen (mantelbuizen);reparaties of onderhoudswerk aan kabels en leidingen met een lengte van minder dan vijfentwintig (25) meter en niet vallend onder onderdeel 0 van 0;het maken van (huis)aansluitingen, waarbij geen verhardingen of groenvoorzieningen worden gekruist, tot een lengte van vijfentwintig (25) meter.
Deze verordening is van toepassing op de procedures en voorschriften voor het aanleggen, in stand houden en opruimen van kabels en leidingen in openbare gronden, voor zover de gemeente Westervoort deze gronden beheert, in bezit heeft dan wel daarover coördinatieverplichtingen heeft.
Deze nadere regels kunnen in ieder geval betrekking hebben op: de wijze van uitvoering bij de aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen, het medegebruik van voorzieningen en het opstellen van voorschriften op het gebied van markering, afzetting en het toepassen van proefsleuven.
Hoofdstuk 2 Aanvragen en melden van graafwerkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college verleend instemmingsbesluit over plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden, medegebruik van voorzieningen en de afstemming van voorgenomen werkzaamheden met overige netbeheerders, kabels en/of leidingen in of op openbare gronden aan te leggen, in stand te houden of op te ruimen.
Als de werkzaamheden ook betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente Westervoort, wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de aanvraag, als genoemd in het eerste lid, het college schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten van het (voor)overleg tussen de grondroerder en de overige gedoogplichtige(n). Het bovenstaande geldt niet voor zover artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet van toepassing is.
In geval van spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in onderdeel l van artikel 1, volstaat een melding bij voorkeur voorafgaand aan de start van de werkzaamheden via het meldsysteem als bedoeld in onderdeel u van artikel 1. Als een melding vooraf niet mogelijk is, moet de melding uiterlijk binnen één werkdag na de uitvoering gemotiveerd worden gedaan aan het college, eveneens via het meldsysteem als bedoeld in u van artikel 1.
Artikel 6 Gegevensverstrekking
Artikel 8 Voorschriften en beperkingen
Het college kan aan het instemmingsbesluit nadere voorschriften of beperkingen verbinden in het belang van:
de ondergrondse ordening, waaronder ook verstaan wordt het zo min mogelijk hinder veroorzaken voor reeds in de grond aanwezige werken en het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken, waaronder ook verstaan worden werken ten behoeve van de riolering en de levering of het transport van elektronische informatie, gas, water en elektriciteit.
De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen en medegebruik van voorzieningen moet gebeuren conform in de gemeente van toepassing zijnde uitvoeringsvoorschriften zoals bedoeld in onderdeel s van artikel 1.
In dat kader is het college ook bevoegd voorschriften te stellen op het gebied van markering, afzetting en het toepassen van proefsleuven. Bij tegenstrijdigheden van de bepalingen van deze verordening en de bepalingen uit de uitvoeringsvoorschriften, hebben de bepalingen van deze verordening voorrang.
De grondroerder draagt in het geval van werkzaamheden voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen ten behoeve van een (al dan niet openbaar) elektronisch communicatienetwerk de marktconforme kosten voor herstel die gebaseerd zijn op de VNG richtlijn “Tarieven (graaf)werkzaamheden Telecom” en de bijbehorende “Tarieven (her)straatwerkzaamheden kabels- en/of leidingwerken”, die jaarlijks opnieuw worden vastgesteld.
De grondroerder draagt in het geval van werkzaamheden voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen en energie (nutsnetwerken) de marktconforme kosten voor herstel die gebaseerd zijn op de Algemene voorwaarden zoals bedoeld in onderdeel s van artikel 1.
Artikel 9 (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg
Een grondroerder moet op verzoek van het college bij de aanleg van kabels en leidingen in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik maken van bestaande, hetzij door overige netbeheerders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde, voorzieningen. Deze verplichting geldt als dit technisch haalbaar is en medegebruik geen belemmering vormt voor de veiligheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid.
Het vooroverleg als bedoeld in artikel 5, tweede lid, dan wel een door het college geïnitieerd overleg naar aanleiding van een aanvraag als bedoeld in artikel 5, eerste lid, is er ook op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.
Hoofdstuk 3 Overige bepalingen
Op het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen die ten dienste staan van een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen in of op openbare gronden en niet vallend onder het eerste lid, waaronder het verplaatsen, gelden de volgende bepalingen:
De netbeheerder is verplicht op verzoek van de gemeente over te gaan tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en leidingen ten dienste van zijn netwerk, waaronder het verplaatsen, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege de gemeente;
De netbeheerder stelt het college onverwijld en schriftelijk in kennis van het feit dat een kabel of leiding niet langer ten dienste staat van een net of netwerk in of op openbare gronden. In dit kader kan van de netbeheerder een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels en/of leidingen worden verlangd. De bewijslast van ingebruikname ligt bij de netbeheerder.
Hoofdstuk 4 Handhavings- en toezichtbepalingen
Artikel 17 Toezicht en handhaving
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen ambtenaren.
Artikel 18 Strafbepaling bij overtreding
Overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 22 Overgangsbepalingen
De aanwezigheid van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn gemeld of aangevraagd en aangelegd met toepassing van verleende vergunningen, instemmingsbesluiten en/of op basis van andere aantoonbare en gelegaliseerde afspraken met de gemeente, zoals die hebben gegolden tot de inwerkingtreding van deze verordening, wordt per ingang van deze verordening eveneens beheerst door de regels van deze verordening.
Aldus besloten in de openbare vergadering van
de raad voornoemd d.d. 25 juni 2012,
de griffier, de voorzitter,
mevr. drs. D.E. van der Kamp mr. J.J.G.M. Geukers
Toelichting 1 Toelichting Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren
Toelichting Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren
De gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doesburg, Doetinchem, Duiven, Lochem, Montfer-land, Oost Gelre, Oude IJsselstreek, Rijnwaarden, Westervoort, Winterswijk, Zevenaar en Zutphen hebben sinds vele jaren een overlegstructuur: UNOG (Uniformiteit Netbeheerders Oostelijk Gelder-land). De vijftien deelnemende gemeenten werken uniform samen in de openbare ruimte met netbe-heerders en de afstemming met deze partijen. De genoemde gemeenten willen vanaf 2012 in het kader van eenduidigheid een uniforme Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren eenslui-dend vaststellen.
Het doel van deze Toelichting is het bieden van aanvullende informatie gebaseerd op de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI) en de interpretatie hiervan. De actuele versie van de Toelichting is daarbij bepalend.
Volgens de AVOI wordt iedere aanvraag eenduidig behandeld. Het verschil in wettelijke grondslag (Telecommunicatiewet en overige) is geen reden om de aanvragen verschillend te behandelen. De Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI) geeft ook invulling aan de conform de Telecommunicatiewet verplichte Telecommunicatieverordening.
Hoofdstuk Een: Inleidende bepalingen
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de taken voortvloeiende uit de verordening af te handelen, waarbij deze voor wat betreft de uitvoering naar wens en behoefte uit praktische overweging gemandateerd kunnen worden aan één of meer daartoe aangewezen ambtenaren.
De definitie is afgeleid van de omschrijving zoals die gehanteerd wordt in de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION). De omschrijving maakt met name duidelijk dat het om ondergrondse netten gaat, en dan zowel de distributie- en transportnetten voor energie (gas, water, elektriciteit, riool) als de elektronische communicatienetwerken (zoals specifiek geregeld in en krach-tens de Telecommunicatiewet).
In de tekst wordt geen inhoudelijk onderscheid gemaakt tussen de termen net en netwerk.
De AVOI ziet enerzijds op netwerken bestaande uit fysieke kabels en/of leidingen inclusief onder-grondse ondersteuningswerken (zoals mantelbuizen, kabelgoten, handholes, lasdozen, duikers), beschermingswerken, signaalinrichtingen (zoals optische en elektrische versterkers en kasten) en dergelijke en anderzijds op componenten voor het verbinden van kabels en leidingen in de openbare grond met die in de gebouwen. Inhoudelijk is er procedureel geen onderscheid gemaakt in de begrip-pen kabels en leidingen.
Het begrip netbeheerder wordt gehanteerd als uniforme term voor enerzijds de beheerders van de netten voor de levering van energie en anderzijds de aanbieders van (niet-)openbare elektronische communicatienetwerken.
Vaak zal de netbeheerder in het geval van voorgenomen graafwerkzaamheden de rol van opdracht-gever op zich nemen. In aansluiting bij de recente wet- en regelgeving op het gebied van graafrechten wordt de opdrachtgever meer dan voorheen medeverantwoordelijk gehouden voor een juiste uitvoe-ring en naleving van de rechten en verplichtingen met betrekking tot graafwerkzaamheden.
De grondroerder is de partij die daadwerkelijk de graafwerkzaamheden verricht of laat verrichten. Dit zal vaak een aannemer of installateur zijn, maar kan ook een interne afdeling van een netbeheerder betreffen als die dergelijke werkzaamheden zelf uitvoeren. Als een grondroerder namens een netbe-heerder optreedt, wordt nu expliciet naar een machtiging gevraagd, dit ter wille van rechtszekerheid en rechtsgeldigheid. Ook kan de grondroerder een partij zijn die voor eigen naam en rekening netwerken aanlegt, maar niet zelf exploiteert en het netwerk of netwerkcapaciteit daarna verhuurt of verkoopt. De grondroerder is verplicht om over een instemmingsbesluit te beschikken voor aanvang van de werk-zaamheden.
De grondroerder is ook gehouden een melding van de voorgenomen graafwerkzaamheden te verzor-gen richting het college en eventuele overige betrokken partijen.
De gemeentelijke betrokkenheid is vooral gericht op haar rol als beheerder van de openbare gronden. Hiertoe worden conform wettelijke omschrijving gerekend de openbare wegen inclusief trot-toirs/voetpaden, glooiingen, bermen, sloten, bruggen, viaducten, duikers, tunnels, beschoeiingen en andere werken, evenals wateren inclusief bruggen, plantsoenen en pleinen, die voor ieder toeganke-lijk zijn. In deze hoedanigheid is de gemeente voor wat betreft de elektronische openbare communica-tienetwerken gedoogplichtige althans voor zover van toepassing conform de Telecommunicatiewet. Het begrip gedoogplichtige slaat ook op andere partijen die krachtens de Telecommunicatiewet gedoogplichtig zijn en op partijen en personen die krachtens de Belemmeringenwet Privaatrecht ge-doogplichtig zijn. Gedoogplichtigen moeten de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen toestaan in en op hun gronden.
Hoewel gezien de consequenties ervan de regelingen van de AVOI vooral betrekking hebben op mechanische werkzaamheden, vallen handmatige werkzaamheden er ook onder. Voor zover die beperkt van karakter zijn, zullen ze overigens vaak betrekking hebben op de separaat onderscheiden categorieën spoedeisende werkzaamheden of minder ingrijpende werkzaamheden. Tot de werkzaam-heden die deze AVOI betreffen behoren eveneens de werkzaamheden in verband met het medege-bruik van voorzieningen, zoals dat van mantelbuizen, kabelgoten of geleidingen. Vanuit de te beharti-gen belangen kan het nastreven of voorschrijven van medegebruik door de gemeente gestimuleerd worden.
Werkzaamheden als bedoeld in deze verordening moeten vooraf gemeld worden, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen reguliere (graaf)werkzaamheden, werkzaamheden van minder ingrijpende aard en spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing.
Voor de reguliere (graaf)werkzaamheden en werkzaamheden van minder ingrijpende aard geldt dat pas gestart mag worden met die werkzaamheden als op basis van een aanvraag een instemmingsbe-sluit is verleend. Daarnaast zal het in de praktijk zo zijn dat de doorlooptijd van aanvragen voor werk-zaamheden van minder ingrijpende aard korter is dan die van aanvragen voor reguliere werkzaamhe-den.
Voor spoedeisende werkzaamheden is het mogelijk dat melden vooraf onmogelijk is. Alleen in dit uitzonderingsgeval is het toegestaan het werk achteraf te melden.
In de verordening zijn bepalingen over het breekverbod opgenomen die het college de bevoegdheid geven een verbod op te leggen tot uitvoering van breekwerkzaamheden bij extreme weersomstandig-heden (bijvoorbeeld wateroverlast, zware sneeuwval of ijzel, strenge vorst). Dat wil zeggen dat er niet in de grond gegraven mag worden zolang het breekverbod geldt.
Deze AVOI geeft invulling aan de wettelijke verplichting voor de gemeente om een Telecommunicatie-verordening op te stellen. Vooralsnog is niet voorzien in een algemene wettelijke grondslag voor een vergelijkbare regeling voor de energienetten. Daarom wordt vooruitlopend op mogelijke toekomstige nationale basisregelgeving hiermee voorzien in uniforme, lokale afspraken met daarbij een zo gelijk mogelijke behandeling van beheerders/aanbieders van deze infrastructuren.
Daarnaast heeft de gemeente een coördinatieverplichting met betrekking tot de aanleg, instandhou-ding en opruiming van alle kabels en leidingen in de gehele openbare grond binnen de gemeentelijke grenzen, zie ook artikel 5. Onder het uitvoeren van de coördinerende rol worden o.a. werkzaamheden verstaan als een onderzoek naar de haalbaarheid van het gevraagde tracé en het onderzoeken of meerdere partijen tegelijkertijd gebruik willen maken van het tracé. Ook worden, indien noodzakelijk, voor het uiteindelijke tracé aanvullende uitvoeringseisen gesteld. De feitelijke situatie is zo dat de fysieke ondergrond vol raakt met een veelheid aan kabels en leidingen en dit noodzaakt tot betere afstemming van werkzaamheden en belangen.
Het college krijgt de mogelijkheid toegekend door de raad om in voorkomende gevallen nadere regels ter uitvoering van deze verordening vast te stellen. Deze nadere regels hebben in ieder geval betrek-king op: de wijze van uitvoering bij de aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen, het medegebruik van voorzieningen en het opstellen van voorschriften op het gebied van markering, afzetting en het toepassen van proefsleuven.
Hoofdstuk Twee: Aanvragen en melden van graafwerkzaamheden
Het in de Telecommunicatiewet wettelijk vastgelegde principe van graafrechten in relatie tot de vereis-te instemming van het college is vertaald naar de AVOI in dit artikel en wordt toegepast op alle werk-zaamheden. Conform het wettelijk bepaalde geldt dat die instemming betrekking heeft op de plaats, het tijdstip en de wijze van uitvoering van de werkzaamheden.
Het reguleringsonderscheid tussen reguliere werkzaamheden en werkzaamheden van minder ingrij-pende aard wordt in dit artikel duidelijk gemaakt. Tot de minder ingrijpende werkzaamheden behoren werkzaamheden waarvoor gedurende niet meer dan een korte tijd in een beperkt gedeelte van het netwerk werkzaamheden worden verricht en waarvan de impact voor de omgeving relatief beperkt en kortstondig is. Er wordt als norm een lengte van de kabels en leidingen korter of gelijk aan 25 meter gehanteerd en daarbij mogen geen verhardingen of groenvoorzieningen worden gekruist.
In het artikel wordt aangegeven dat de aanvraag van de voorgenomen werkzaamheden bij het college moet worden aangevraagd. Dat kan bij het college van burgemeester en wethouders of bij de daar-voor gemandateerde ambtenaren.
Voor spoedeisende werkzaamheden en storingen wordt een uitzondering gemaakt. Deze moeten zoveel mogelijk voor aanvang van de werkzaamheden gemeld worden, als dit niet mogelijk is moet dit in ieder geval binnen één werkdag na uitvoering van de werkzaamheden zijn gedaan.
Het college kan besluiten dat de werkzaamheden op een ander dan het voorgenomen tijdstip plaats-vinden als de openbare orde zich verzet tegen de uitvoering van bovengenoemde werkzaamheden. Dit geldt ook als er gevaar dan wel de vrees voor het ontstaan van gevaar is.
De uitzonderingsbepaling voor spoedeisende werkzaamheden geldt niet als werkzaamheden moeten worden verricht in gebieden die door het college op een vooraf bekend gemaakte kaart zijn aangege-ven. Dit betekent dat in gebieden die op deze kaart staan geen spoedeisende werkzaamheden uitge-voerd mogen worden zonder voorafgaande melding. Voorbeelden op een kaart met dergelijke gebie-den: risicogebieden als industriegebieden met buisleidingen voor transport met gevaarlijke stoffen, historische stadskernen of historische straten of natuurgebieden. Ook kan het gaan om toegangswe-gen van en naar gebouwen van hulpdiensten, brandweerkazernes, politie en gemeentelijke gebou-wen. De gemeente kan voor toegangswegen naar zulke gebouwen de doorgang altijd vereisen. Dan is het niet aanvaardbaar dat zonder specifiek toezicht van de gemeente wordt gegraven. Vaststelling van deze gebieden kan ook plaatsvinden na vaststellen van de AVOI.
In dit artikel wordt beschreven dat de voorgenomen (graaf)werkzaamheden ook betrekking kunnen hebben op openbare gronden van andere gedoogplichtigen dan de gemeente. Omdat de gemeente coördinatieplicht heeft over alle openbare gronden binnen de gemeentelijke grenzen moet voor alle voorgenomen (graaf)werkzaamheden in openbare grond een aanvraag voor een instemmingsbesluit worden gedaan. Dit geldt dus ook in het geval dat voorgenomen (graaf)werkzaamheden zich beper-ken tot bijvoorbeeld openbare gronden van de Provincie of Waterschap. De grondroerder is allereerst zelf verantwoordelijk voor afstemming en overeenstemming met alle betrokken gedoogplichtigen. De grondroerder doet ook schriftelijk een terugkoppeling (inclusief instemming/vergunning) aan het colle-ge toekomen over de uitkomst van het overleg dat is gevoerd met alle betrokken gedoogplichtigen. Zonder terugkoppeling kan het college geen instemmingsbesluit afgeven. Ook kan de situatie aan de orde zijn dat er naast het instemmingsbesluit ook nog andere vergunningen aangevraagd moeten worden voor aanvang van de werkzaamheden.
Als de grondroerder daar om verzoekt kan de gemeente inhoudelijke afstemming van de beoordeling van de aanvragen bij andere bestuursorganen nastreven. De grondroerder blijft zelf verantwoordelijk voor de afstemming met private partijen.
Artikel 6 Gegevensverstrekking
In dit artikel is verduidelijkt op welke wijze een aanvraag moet worden gedaan en welke gegevens daarbij verstrekt moeten worden. Het betreft informatie die de gemeente als beheerder van de open-bare gronden nodig heeft om een juiste beoordeling te maken en inzicht te krijgen in de belangen die door de voorgenomen werkzaamheden worden geraakt. Duidelijk is ook gemaakt dat instemming steeds op aanvraag van de verzoekende partij zal plaatsvinden en niet op eigen initiatief van de gemeente.
De aanvraag moet gebeuren door middel van de door het college vastgestelde formulieren. Voor aanvragen voor minder ingrijpende werkzaamheden moeten slechts een beperkt aantal gegevens verstrekt worden. Voor reguliere aanvragen moeten meer gegevens verstrekt worden.
Een aanvraag aangetekend versturen, is niet als uniforme eis opgenomen in de AVOI. De verzending is voor risico van de grondroerder. Het kan vaak in het belang van de verzoekende partij zijn om via aangetekende verzending duidelijkheid te hebben over datum en tijd van de verzending.
Registratieplicht door aanbieder van kabels en leidingen van elektronische communicatienetwerken
Op basis van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI), maar ook op basis van artikel 5.4 van de Telecommunicatiewet moet een aanbieder van een openbare elektronische commu-nicatiedienst die het voornemen heeft werkzaamheden uit te voeren in of op openbare gronden in verband met de aanleg van kabels een instemmingsbelsuit aanvragen bij burgemeester en wethou-ders van de gemeente.
Als de werkzaamheden betrekking hebben op kabels en leidingen van elektronische communicatie-netwerken is het wenselijk om te onderzoeken en aan te tonen of is voldaan aan de registratieplicht conform de Telecommunicatiewet artikel 2.1. De gemeente kan deze gegevens in de vorm van een kopie van de door de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) afgegeven registra-tie controleren, maar dit is geen vereiste.
De vraag of een partij kan worden gekwalificeerd als een aanbieder van een openbare telecommuni-catiedienst dient, in materiële zin, te worden beantwoord aan de hand van de definitie uit artikel 1.1 onderdeel i van de Telecommunicatiewet. Een registratie bij OPTA is geen vereiste om te worden gekwalificeerd als een aanbieder van een openbare elektronische communicatiedienst in de zin van
hoofdstuk 5 Tw. Er moet dus feitelijk worden vastgesteld of een bepaalde partij een aanbieder van een openbare elektronische communicatiedienst is. De beantwoording van deze vraag is niet afhanke-lijk van het feit of een partij zich heeft geregistreerd bij OPTA of niet.
Overigens wordt in hoofdstuk 5 van de Telecommunicatiewet onder aanbieder van een openbare elektronische communicatiedienst ook verstaan degene die in eigen naam en voor eigen rekening kabels ten dienste van een dergelijk netwerk aanlegt, instandhoudt en opruimt (zie artikel 5.1 Tele-communicatiewet).
Detailgegevens kabels en leidingen van elektronische communicatienetwerken
Bij de aanvraag voor een instemming voor kabels en leidingen van elektronische communicatienet-werken moeten meer gegevens worden aangeleverd. De reden is dat de gemeente wil weten of een kabel of leiding wel of niet in gebruik is genomen.
Over een ‘dark fibre’ (dit is een glasvezelkabel die nog niet wordt gebruikt, waar letterlijk “het licht (nog) niet aan staat”) of lege voorzieningen kan een gemeente precario heffen na de termijn conform artikel 5.2 lid 8 van de Telecommunicatiewet.
Daarnaast geeft het de gemeente een mogelijkheid om bij gelegenheden waarop de ondergrond geroerd wordt, periodiek te inventariseren wat er in zijn grond moet worden gedoogd, welke kabels niet (langer) onder deze regeling vallen en waarvan dus verwijdering kan worden geëist.
Overigens worden deze voorzieningen aangelegd met het oog op de toekomst. Nu aanleggen, bete-kent dat later niet gegraven hoeft te worden. Dit werkt overlast beperkend. Als deze termijn (10 jaar) wordt overschreden, kan de gemeente in principe precario heffen over lege mantelbuizen, kabelgoten of ‘dark fibre’.
De gemeente controleert of voorzieningen na de in het instemmingsbesluit afgesproken termijn nog leeg staan. Een gemeente doet dit door in het instemmingsbesluit een meldingsplicht op te nemen voor de inwerkingstelling van dark fibre. Voor het vullen van HDPE buizen zijn additionele werkzaam-heden noodzakelijk (bijvoorbeeld, het inblazen van de glasvezels) waarvoor een gemeente tenminste een meldingsplicht kan instellen, of een nieuw instemmingsbesluit dient af te geven. Zo lang de aan-bieder dit niet aanmeldt dan wel aanvraagt, staan de buizen klaarblijkelijk leeg.
De beslistermijn van het college is maximaal acht weken en is afgeleid uit de Algemene wet bestuurs-recht. Op grond van de AWB is het college verplicht binnen een redelijke termijn een besluit te nemen, waarbij die redelijke termijn geacht te zijn verstreken na verloop van acht weken. In navolging van de Wet Dwangsom en Beroep bij niet tijdig beslissen moet het college zich bewust zijn van het belang van de voortgang van de activiteiten en zich inspannen om de termijn tot besluitvorming zo kort moge-lijk te houden. Het college kan onder bepaalde voorwaarden de termijn tot besluitvorming verlengen.
De Lex Silencio Positivo is de rechtsfiguur waarbij er automatisch sprake is van een positieve be-schikking als een bestuursorgaan niet binnen de voorgeschreven beslistermijn een besluit op een aanvraag heeft genomen, de zogenaamde van rechtswege verleende beschikking. De van rechtswe-ge verleende beschikking is geregeld in paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht. Er geldt een speciaal regime voor vergunningstelsels die onder de Europese Dienstenrichtlijn vallen. Met het in werking treden van deze richtlijn is een overgangstermijn van twee jaar vastgesteld welke eind 2011 eindigt. Gedurende de overgangstermijn moesten decentrale overheden expliciet in het vergun-ningstelsel opnemen dat de Lex Silencio Positivo van toepassing was op dat stelsel anders gold deze niet. Na de overgangstermijn is er sprake van een omgekeerde situatie en moet de Lex Silencio Positivo expliciet worden uitgesloten, anders is deze van toepassing op elk vergunningstelsel dat onder de Dienstenrichtlijn valt. Het uitsluiten van de Lex Silencio Positivo is alleen mogelijk wanneer dit gerechtvaardigd kan worden door dwingende redenen van algemeen belang.
In de AVOI wordt beschreven wat de procedure is om zaken grondig af te wegen, waarbij juist onder-delen van openbare veiligheid en verkeersveiligheid een grote rol spelen. Een Lex Silencio Positivo is hier niet wenselijk om dwingende redenen van algemeen belang met name openbare orde, openbare veiligheid, verkeersveiligheid en volksgezondheid. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuurs-recht wordt niet van toepassing verklaard.
In artikel 5 van de AVOI is beschreven wat de werkwijze is bij spoedeisende werkzaamheden waarvan uitstel niet mogelijk is. Het zal dan gaan om een ernstige belemmering of storing die in de dienstverle-ning via het betreffende net is opgetreden. Deze spoedeisende werkzaamheden worden expliciet genoemd met een uitzonderingsregel, namelijk enkel het melden vooraf. Mocht het niet mogelijk zijn dit vooraf te melden, dan volstaat ook een melding achteraf binnen één werkdag. Een reguliere aan-vraag vervalt dus als het gaat om dwingende redenen van algemeen belang.
Artikel 8 Voorschriften en beperkingen
Grondroerders moeten aan een aantal verplichtingen voldoen als zij werkzaamheden gaan verrichten zoals bedoeld in de AVOI. Daarnaast kan het college aan het instemmingsbesluit aanvullende voor-schriften of beperkingen verbinden. Omwille van de uniformiteit is in de verordening geregeld onder
welke voorwaarden dit kan en welke soort voorschriften en beperkingen dit zijn. De voorschriften hebben vooral te maken met de wijze van uitvoering en zijn gericht op de (deels wettelijk vastgelegde) belangen die de gemeente geacht wordt te behartigen. Daarnaast kunnen door het college lokaal geldende regels van toepassing worden verklaard als die er ten aanzien van de aanleg van kabels en leidingen zijn.
Dit artikel benadrukt dat bewoners van percelen langs het tracé, maar ook de bedrijfsmatige gebrui-kers worden geïnformeerd. Hieronder vallen o.a. winkeliers en gebruikers van kantoorpanden, die gelijk bewoners behandeld moeten worden.
Dit artikel omschrijft ook dat toegebrachte schade vergoed moet worden en op basis waarvan de hoogte van deze vergoeding berekend wordt. Uitgangspunt hierbij is dat de vergoeding beperkt is tot de marktconforme kosten. De grondroerder moet eventuele verhardingen en beplanting terugbrengen in de oude staat, tenzij het college vooraf heeft aangegeven hiervoor zelf zorg te dragen.
Ook is geregeld dat als er binnen vijf jaar na uitvoering van groot onderhoud werkzaamheden uitge-voerd moeten worden speciale eisen gesteld kunnen worden met betrekking tot schadeherstel. Dit geldt ook voor gebieden waar bijzondere bestrating is toegepast. Dit naar oordeel van het college.
Artikel 9 (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg
Dit artikel beschrijft dat een grondroerder op verzoek van een gedoogplichtige gebruik moet maken van reeds aanwezige voorzieningen als deze tegen een marktconforme prijs worden aangeboden. Het doel hiervan is te voorkomen dat onnodig gegraven wordt in gemeentegrond of overige voorzieningen in de openbare ruimte.
Hoofdstuk Drie: Overige bepalingen
Op het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, waaronder het verplaatsen op verzoek van de gemeente, zijn de wettelijke regels van toepassing. Hiervoor geldt het principe “leggen om niet, verleggen om niet”.
Op het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen die ten dienste staan van een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen in of op openbare gronden, waaronder het verplaatsen, gelden de geformuleerde bepalingen, in samenhang met eventuele geldende privaatrechtelijke over-
eenkomsten met de netbeheerder(s) die gerespecteerd worden voor zover deze regelingen niet aanvullend daarop zijn. Een netbeheerder is verplicht te verleggen als dat noodzakelijk is voor werken door of vanwege de gemeente. De gemeente zal dus de noodzakelijkheid moeten aantonen. De eventuele compensatie van kosten van de verleggingen worden vooralsnog berekend aan de hand van de tussen partijen van toepassing zijnde afspraken, totdat er algemeen geldende regels zijn overeengekomen.
Het college is bevoegd een breekverbod in te stellen als er sprake is van extreme weers-omstandigheden. Dit naar oordeel van het college. Een afweging die gemaakt wordt is de kans op schade en de omvang hiervan aan de openbare gronden als er gegraven wordt. Het breekverbod wordt op de dag dat het breekverbod geldt, gecommuniceerd naar de betrokken grondroerders. In ieder geval één dag voor het beëindigen van het breekverbod wordt dit meegedeeld aan de betrokken grondroerders. Ten tijde van het breekverbod mogen er op geen enkele wijze breek- en/of graafwerk-zaamheden plaatsvinden in de grond en/of bestrating. In het geval van spoedeisende werkzaamheden is het breekverbod niet van toepassing. Overtreding van het breekverbod leidt tot (opnieuw) stillegging van het werk.
Het zakelijk karakter van de verkregen instemming is gewenst, opdat ook een nieuwe netbeheerder die gebruik maakt van de kabel en/of leiding, de betreffende graafrechten heeft, maar ook gehouden is aan de geldende voorschriften. Het college moet op de hoogte gesteld worden van het feit dat het eigendom wordt overgedragen. De wettelijke bepalingen zijn van toepassing op het eigendom van kabelnetwerken in grond van anderen.
Artikel 13 Niet-openbare kabels en leidingen
Bij werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van niet-openbare kabels en leidingen in openbare wegen en wateren is het bepaalde in de AVOI van overeenkomstige toepas-sing. Onder niet-openbare kabels en leidingen worden kabels en leidingen bedoeld die niet gebruikt worden om openbare diensten aan te bieden. Een voorbeeld hiervan is een point-to-point glasvezel-verbinding tussen twee bankgebouwen als deze is aangelegd door de bankinstelling zelf.
Wettelijk is voor wat betreft openbare elektronische communicatienetwerken voorzien in regels ten aanzien van kabels en leidingen (en bijbehorende voorzieningen) voor wat betreft de duur van de
gedoogplicht. Het is van groot belang om inzichtelijk te hebben of kabels en leidingen nog deel uitma-ken van een netwerk. Ook gezien de mogelijkheden tot medegebruik van al bestaande voorzieningen.
Op basis van de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION) is de netbeheerder ver-plicht kabels en leidingen te registreren. Netbeheerders zijn verplicht het college te informeren over het al dan niet in gebruik zijn van bepaalde voorzieningen. Op verzoek van het college moeten zij gegevens kunnen overleggen van alle al dan niet in gebruik zijnde kabels en leidingen.
Wijzigingen kunnen ook optreden door het vervallen van het openbare karakter van gronden. Dit heeft ook gevolgen voor het karakter van kabels en leidingen in deze gronden.
Als het college dit wenst, moeten gegevens op digitale wijze verstrekt worden. Dit echter op verzoek van het college. Als er geen verzoek ligt tot digitale verstrekking, moet een aanvraag op schrift aange-leverd worden.
Ter afstemming van allerlei zaken wordt een overleg gepland tussen de gemeente en netbeheerders en andere betrokken of belanghebbende partijen. Dit op initiatief van de gemeente. Dit kan ook in samenwerking met andere gemeenten of overheden gebeuren.
Hoofdstuk Vier: Handhavings- en toezichtbepalingen
Artikel 17 Toezicht en handhaving
Dit artikel geeft aan dat het college ambtenaren kan aanwijzen die belast zijn met toezicht op de naleving van het bepaalde krachtens deze AVOI.
Dit artikel maakt alle betrokken partijen bewust van het niet-vrijblijvende karakter van de AVOI.
Artikel 18 Strafbepaling bij overtreding
Dit artikel heeft vooral ten doel alle partijen bewust te maken van het niet-vrijblijvende karakter van deze AVOI. Uitgangspunt is dat partijen zich houden aan de bepalingen van de AVOI, waarmee nagestreefde doeleinden bereikt kunnen worden.
Als één of meer partijen zich echter niet houden aan de voorschriften en beperkingen van deze AVOI behoudt het college zich nadrukkelijk het recht voor gebruik te maken van de haar toekomende be-voegdheden en mogelijkheden zowel bestuursrechtelijk als civielrechtelijk en eventueel strafrechtelijk.
Bestuursrechtelijk zijn met name de AWB en de Gemeentewet van belang met de huidige bepalingen inzake bestuursdwang, last onder dwangsom en bestuurlijke boete. Civielrechtelijk blijven de opties van onrechtmatige daad van toepassing. Strafrechtelijk is naast het wetboek van Strafrecht in alge-mene zin ook de Wet op de economische delicten relevant, omdat daarin rechtstreeks bepalingen uit de Telecommunicatiewet van toepassing zijn verklaard.
Artikel 19 Naleving voorschriften
Het college heeft de mogelijkheid de verleende instemming in te trekken als er niet voldaan is aan de voorschriften wat betreft plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden, afgezien van de in artikel 18 genoemde straf- of handhavingsmogelijkheden.
Artikel 20 Bevoegdheid college
Afgezien van voornoemde preventieve en vooral correctieve of repressieve acties kan het college in voorkomende gevallen ook ingrijpen in het lopende proces en werkzaamheden (onder bepaalde voorwaarden) ook tijdelijk stil leggen. In dit artikel staat beschreven in welke gevallen dit kan.
Hoofdstuk Vijf: Overgangs- en slotbepalingen