Organisatie | Eijsden-Margraten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening leerlingenvervoer gemeente Eijsden-Margraten 2013 |
Citeertitel | Verordening leerlingenvervoer gemeente Eijsden-Margraten 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | onderwijs |
Deze regeling is vervangen door de Verordening G.R. leerlingenvervoer Maastricht-Heuvelland, gemeente Eijsden-Margraten 2014.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2014 | 01-08-2014 | intrekking | 01-07-2014 Elektronisch Gemeenteblad, 16-07-2014 | 14IN002724 | |
01-01-2013 | 01-08-2014 | Onbekend | 18-12-2012 | 11IN003947 |
De Raad van de gemeente Eijsden-Margraten;
gezien het bepaalde in de artikelen 4 van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de Expertisecentra tot het vaststellen van een regeling door de Raad;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op het advies van de raadscommissie Inwonerszaken;
In de verordening wordt verstaan onder
de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens het schoolplan, minus maximaal 10 minuten indien en voor zover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan het schoolgids aangeeft dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens het schoolgids, een eventuele wachttijd, en de aankomst bij de woning.
voor wat betreft basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting, dan wel de openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;
voor wat betreft scholen voor speciaal onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs en scholen voor voortgezet onderwijs: de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school van de soort waarop de leerling is aangewezen.
de commissie die is ingesteld door het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde een instelling, of de bevoegde gezagsorganen van twee of meer scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde instellingen, die hetzelfde regionaal expertisecentrum in stand houden.
de begeleiding door een personeelslid van een school of instelling begeleiding als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatst op een basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs.
Artikel 2 Bekostiging van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten
Indien het college toepassing geeft aan het eerste lid, verlangt het dat de ouders, aan wie slechts een gedeeltelijke vergoeding van de vervoerskosten toekomt, hun kinderen van het aldus verzorgde vervoer gebruik laten maken tegen betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders ingevolge het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering tot of nalatigheid in de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op bekostiging vervallen.
Artikel 3 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school
Bekostiging van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weg gelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.
Indien ouders bekostiging van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 9, 15 of 19 is bepaald, terwijl een of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen, ontstaat er slechts aanspraak op bekostiging naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.
Artikel 4 Uitbetaling van de bekostiging
Het college bepaalt bij het verstrekken van bekostiging van de vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de verstrekte bekostiging.
Artikel 6 Doorgeven van wijzigingen
Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte bekostiging is verstrekt, vervalt de aanspraak op bekostiging van de vervoerskosten terstond en verstrekt het college al dan niet opnieuw bekostiging van de vervoerskosten. Het college deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.
Artikel 7 Peildatum leeftijd leerling
Voor het verstrekken van bekostiging op basis van artikel 10 en 16 is bepalend de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de bekostiging betrekking heeft.
De aanspraak op bekostiging wordt verminderd met de aanspraak op een toelage, voor zover die voor de betrokken leerling betrekking heeft op de reiskosten.
Artikel 10 Bekostiging van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider
Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 9, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien de leerling jonger dan negen jaar is en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.
Artikel 11 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer
Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 9, en
Artikel 12 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling Binnenland.
TITEL 3 BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE (NIET GEHANDICAPTE) LEERLINGEN VAN SPECIALE SCHOLEN VOOR BASISONDERWIJS
Artikel 13 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt bekostiging verstrekt van de kosten van het vervoer over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en:
Artikel 14 Permanente commissie leerlingenzorg
Indien het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op een school voor speciaal onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking de beslissing te betrekken van de permanente commissie leerlingenzorg over de toelating van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs.
Artikel 16 Bekostiging van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider
Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 15, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien de leerling jonger dan negen jaar is en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.
Artikel 17 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer
Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 15, en
Artikel 18 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling Binnenland.
Artikel 20 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke WEC school cluster 4
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 geldt voor de leerling die een school voor speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionaal expertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.
Artikel 21 Commissie voor de begeleiding
Als de commissie voor de begeleiding binnen vier schoolweken na verzending van de adviesaanvraag geen advies heeft uitgebracht of niet schriftelijk om verlenging van de adviestermijn met ten hoogste twee weken heeft verzocht, wordt door het college het besluit genomen zonder het advies van de commissie voor de begeleiding.
Artikel 22 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider
Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 19, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap of leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.
Artikel 24 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren of laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid van de Reisregeling Binnenland.
Artikel 25 Bekostiging vervoerskosten van gehandicapte leerlingen
Het college verstrekt eveneens bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor speciaal onderwijs bezoekt, in het geval dat de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 19, indien het college van oordeel is dat de leerling gehandicapt is.
TITEL 5 BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS
Artikel 26 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets
In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel per bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.
Artikel 27 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke WEC school voor cluster 4
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 geldt voor de leerling die een school voor voortgezet speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt geldt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionaal expertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.
Artikel 28 Commissie voor de begeleiding
Als de commissie voor de begeleiding binnen vier schoolweken na verzending van de adviesaanvraag geen advies heeft uitgebracht of niet schriftelijk om verlenging van de adviestermijn met ten hoogste twee weken heeft verzocht, wordt door het college het besluit genomen zonder het advies van de commissie voor de begeleiding.
Artikel 29 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider
Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 26, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap of leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.
Artikel 31 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren of laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid van de Reisregeling Binnenland.
Artikel 32 Bekostiging vervoerskosten van gehandicapte leerlingen
Het college verstrekt eveneens bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor voortgezet speciaal onderwijs bezoekt, in geval dat de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 26, indien het college van oordeel is dat de leerling gehandicapt is.
TITEL 6 BEPALINGEN OMTRENT WEEKEINDE- EN VAKANTIEVERVOER
Artikel 33 Bekostiging kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders
Het college bekostigt desgewenst de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend special onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs, in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze titel.
Artikel 34 Bekostiging van de kosten weekeinde- en vakantievervoer
Het college verstrekt aan de ouders bekostiging van de kosten van het weekeindenvervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.
Het college bekostigt de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in het schoolplan van de school die de leerling bezoekt.
TITEL 7 DREMPELBEDRAG EN VERGOEDING NAAR FINANCIËLE DRAAGKRACHT
Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan € 23.850- wordt slechts een bekostiging verstrekt voor zover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 9 of 15 bepaalde afstand te boven gaan.
Ingeval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 9 of 15 bepaalde afstand, indien hun inkomen meer bedraagt dan € 23.850,-
De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die op grond van de zone-indeling in de regeling die is gebaseerd op artikel 30, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000, voor de afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan.
Het bedrag van € 23.850,- genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 2013 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de CAO-lonen heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 450,-. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 23.850,-
Artikel 36 Financiële draagkracht
In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 kilometer bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.
De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2013 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5,-.
TITEL 8 BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN GEHANDICAPTE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR PRIMAIR ONDERWIJS EN VOORGEZET ONDERWIJS
Artikel 37 Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 verstrekt het college bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling die een basisschool, een speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en die gehandicapt is. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 13 in acht.
Artikel 39 Bekostiging op basis van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk vervoeren of laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets of bromfiets, afgeleid van de Reisregeling Binnenland.
Artikel 40 Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet
In gevallen die de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffen en waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Artikel 41 Afwijken van bepalingen
Het college kan in bijzondere gevallen, het vervoer voor onderwijs aangaande, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie voor de begeleiding, de regionale verwijzingscommissie of andere deskundigen.
Artikel 42 Ontzegging toegang tot vervoer
Leerlingen, die zich naar het oordeel van daartoe door het college aangewezen personen, hinderlijk gedragen in het door de gemeente georganiseerde leerlingenvervoer, kunnen door of vanwege het college de toegang tot dat vervoer, al dan niet tijdelijk, worden ontzegd.
Artikel 43 Intrekking oude regelingen
De ‘Verordening leerlingenvervoer gemeente Eijsden’ van 8 juli 2003 in te trekken per 1 januari 2013.
De ‘Verordening leerlingenvervoer gemeente Margraten 2007’ van 29 mei 2007 in te trekken per 1 januari 2013.
Artikel 44 Overgangsregelingen
Aanvragen voor een vervoersvoorziening die worden ingediend na inwerkingtreding van deze verordening en nog betrekking hebben op het lopende schooljaar 2012/2013, worden voor de duur van dat schooljaar afgedaan conform respectievelijk de ‘Verordening leerlingenvervoer gemeente Eijsden’ en de Verordening leerlingenvervoer gemeente Margraten 2007’.
Indien een vervoersvoorziening wordt toegekend voor het schooljaar 2013/2014 en eventueel daaropvolgende schooljaren op basis van Titel 3 van deze verordening (sbo-school), en het betreft een leerling die in één of meerdere schooljaren voorafgaande aan het schooljaar 2013/2014 ook een sbo-school bezocht en aan wie toen een vervoersvoorziening was toegekend op basis van artikel 17 van de ‘Verordening leerlingenvervoer gemeente Margraten 2007’, met uitzondering van degene aan wie met toepassing van artikel 44 lid 1 onder a een vervoersvoorziening is toegekend, wordt in afwijking van artikel 35 lid 2 van deze verordening een eigen bijdrage geheven – met inachtneming van het overig bepaalde in artikel 35 van deze verordening – als volgt:
Bijlage BELEIDSREGEL LEERLINGENVERVOER
Beleidscriterium dichtstbijzijnde toegankelijke school
- Wet op het primair onderwijs (WPO) artikel 4
- Verordening leerlingenvervoer gemeente Eijsden-Margraten 2013 artikel 3
Het college van B&W van Eijsden-Margraten heeft op 23 oktober 2012 de volgende beleidsregel vastgesteld ten aanzien van het leerlingenvervoer binnen de gemeente Eijsden-Margraten:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 3 en 13 van de ‘Verordening leerlingenvervoer gemeente Eijsden-Margraten 2013’ wordt bekostiging verstrekt van de kosten van het vervoer over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de door de ouders gewenste speciale school voor basisonderwijs die deel uitmaakt van het WSNS-samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is en die voor de leerling toegankelijk is.
Leerlingenvervoer wordt toegekend naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school. Met deze beleidsregel wordt dit criterium verruimd waar het gaat om speciale scholen voor basisonderwijs (SBO) binnen het samenwerkingsverband Weer Samen Naar School (WSNS). Het betreft hier de SBO-scholen SBO De Sprong en SBO De Opstap in Maastricht, en SBO Bernardus in Gulpen.
Als ouders een voorkeur hebben voor een verder weg gelegen SBO-school wordt in het vervoer de keuze van de ouders gerespecteerd mits de school toegankelijk is voor de leerling. De overige criteria en bepalingen uit de verordening zijn onverminderd van toepassing.
Bijlage BELEIDSREGEL LEERLINGENVERVOER
Beleidscriterium eigen bijdrage bij meerdere kinderen uit eenzelfde gezin
- Wet op het primair onderwijs (WPO) artikel 4
- Verordening leerlingenvervoer gemeente Eijsden-Margraten 2013 artikel 35
Het college van B&W van Eijsden-Margraten heeft op 23 oktober 2012 de volgende beleidsregel vastgesteld ten aanzien van het leerlingenvervoer binnen de gemeente Eijsden-Margraten:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 35 van de ‘Verordening leerlingenvervoer gemeente
Eijsden-Margraten 2013’ wordt, voor zover er meerdere kinderen uit eenzelfde gezin gelijktijdig een vervoersvoorziening hebben waarvoor een eigen bijdrage van toepassing is en voor zover de kinderen dezelfde school bezoeken en van dezelfde vervoersvorm gebruik maken, de eigen bijdrage in rekening gebracht, als volgt:
Bij kinderen die een school voor primair onderwijs of speciale school voor basisonderwijs bezoeken en van wie de ouders een inkomen hebben dat meer bedraagt dan het drempelbedrag als genoemd in artikel 35 lid 1, wordt een eigen bijdrage in rekening gebracht. Als dit drempelbedrag meerdere malen moet worden toegepast bij kinderen uit eenzelfde gezin, geldt een oplopend gereduceerd tarief. Kinderen vallen onder eenzelfde gezin als ze ouders/aanvrager en woning gemeen hebben en geen sprake is van verblijf in een instelling.