Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bergen op Zoom

Verordening op de heffing en invordering van leges 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bergen op Zoom
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van leges 2013
CiteertitelLegesverordening Bergen op Zoom 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpFinanciën & gemeentelijke belastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de "Legesverordening Bergen op Zoom 2012", vastgesteld bij raadsbesluit van 22 december 2011, met ingang van 1 januari 2013, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef, onderdeel b
  2. Wet 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (stb. 2011, 440), art. 1
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-12-201201-01-2014nieuwe regeling

19-12-2012

Bergen op Zoomse Bode, d.d. 30-12-2012

RVB12-0108

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN LEGES 2013

De raad van de gemeente Bergen op Zoom;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 13 november 2012, nr. RVB12-0108;

gelet op artikel 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef, onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 1 van de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb. 2011, 440);

mede gelet op het advies van de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking West-Brabant;

BESLUIT:

vast te stellen de:

VERORDENING OP DE HEFFING EN

INVORDERING VAN LEGES 2013

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • c.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2 a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);

  • d.

    het in behandeling nemen van een vergunningaanvraag van:

    • -

      een plaatselijke non-profitinstelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard en waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers;

    • -

      een organisatie die is opgenomen op de actuele lijst van erkende goede doelen met CBF-keur, zoals die jaarlijkse wordt gepubliceerd door Centraal Bureau Fondswerving;

    • -

      een organisatie die is opgenomen op de actuele lijst van Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI) zoals die door de rijksbelastingdienst wordt vastgesteld, voor zover de aanvraag betrekking heeft op in inzamelen van kleding (als bedoeld in artikel 2.5 van de Afvalstoffenverordening van de gemeente Bergen op Zoom 2007); het innemen van een standplaats gedurende maximaal een dag (als bedoeld in de Vent- en Standplaatsenverordening 2010); het ten gehore brengen van muziek of het houden van een snuffelmarkt gedurende maximaal een dag, of het houden van een evenement (als bedoeld in respectievelijk onderdeel, 2:25 en 5:24 van de Algemene Plaatselijke Verordening).

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

  • 3. Indien de leges, op het moment van aanvraag van een dienst, niet tot het definitieve bedrag kunnen worden vastgesteld, kan een voorlopige vordering worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de vordering vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 8 Kwijtschelding

Van leges voor andere diensten dan die genoemd in onderdeel 1.18.2.1 van de bij de verordening behorende tarieventabel (gehandicaptenparkeerkaart) wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

    • a.

      van zuiver redactionele aard zijn;

    • b.

      een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

      • -

        onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand);

      • -

        hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

      • -

        hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

      • -

        onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);

      • -

        hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

      • -

        onderdeel 1.9 1 (verklaring omtrent het gedrag);

      • -

        hoofdstuk 16 (kansspelen);

        een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. De ‘Legesverordening Bergen op Zoom 2012’, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 december 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt inwerking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Legesverordening Bergen op Zoom 2013’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 19 december 2012

De griffier,De voorzitter,
       
C.J.M. Terstappen