Organisatie | Dalfsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2013 |
Citeertitel | Verordening rioolheffing 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013
Gemeentewet, artikel 228a, eerste lid, aanhef en onderdeel a
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-12-2012 | 01-01-2018 | Nieuwe regeling | 01-11-2012 KernPUNTEN, 24-12-2012 | 24-09-2012, nummer 89 |
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een direct belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
Met betrekking tot het eigenarendeel wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Artikel 4 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, worden de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt. Een garagebox wordt in het kader van deze verordening niet als zelfstandig eigendom aangemerkt.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Ter zake van percelen, die na de aanvang van het belastingjaar worden aangesloten op de gemeentelijke riolering, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Van deze percelen wordt als genothebbende aangemerkt degene, die op de datum waarop de aansluiting tot stand is gebracht, als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden voldaan in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
Artikel 11 Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders
Het College van Burgemeester en Wethouders kan andere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.
Vastgesteld door de raad van de gemeente Dalfsen in zijn openbare vergadering van 1 november 2012.
De raad voornoemd,
de voorzitter, de griffier,
drs. H.C.P. Noten N.A. IJnema
Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2013
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Artikel 2 Aard van de belasting
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
Artikel 4 Zelfstandige gedeelten
Artikel 5 Maatstaf van heffing
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Artikel 10 Termijnen van betaling
Artikel 11 Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders