Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Weert

Verordening vertrouwenscommissie benoemingsprocedureburgemeester van de gemeente Weert

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWeert
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening vertrouwenscommissie benoemingsprocedureburgemeester van de gemeente Weert
CiteertitelVerordening vertrouwenscommissie benoemingsprocedure burgemeester van de gemeente Weert
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpAlgemeen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 61, lid 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-02-201118-10-2018Nieuwe regeling

09-02-2011

Land van Weert, 23-02-2011

RAD-000381

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening vertrouwenscommissie benoemingsprocedureburgemeester van de gemeente Weert

De raad van de gemeente Weert,

Gezien het voorstel van het presidium van Weert van 10 januari 2011;

Gelet op het bepaalde in artikel 61 lid 3 Gemeentewet,

Gelet op de circulaire van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 2 november 2005, kenmerk 2005-0000278431, inzake de ´Procedureregels benoeming burgemeester´, hierna te noemen ´de procedureregels´.

 

B e s l u i t

  • 1.

    een vertrouwenscommissie (hierna ook genoemd commissie) als bedoeld in artikel VI, lid 1 van de procedureregels in te stellen;

  • 2.

    de navolgende verordening, regelende de taak, samenstelling en werkwijze van de vertrouwenscommissie, alsmede de geheimhouding vast te stellen;

  • 3.

    de commissaris van de Koningin in de provincie Limburg (hierna commissaris) van de besluiten onder 1 en 2 in kennis te stellen door toezending ervan.

Taak vertrouwenscommissie
Artikel 1
  • 1.

    De vertrouwenscommissie heeft tot taak een door de commissaris aan te reiken selectie van kandidaten te beoordelen.

  • 2.

    De vertrouwenscommissie voert daartoe gesprekken met de door de commissaris geselecteerde kandidaten.

  • 3.

    Indien de vertrouwenscommissie gesprekken wenst te voeren met eventueel andere op de lijst van sollicitanten voorkomende kandidaten, die hetzij zich eigener beweging tot de commissie hebben gewend, hetzij door de commissie worden uitgenodigd, doet zij daarvan onverwijld mededeling aan de commissaris.

  • 4.

    Indien de commissie besluit een door de commissaris geselecteerde kandidaat niet te ontvangen, worden de commissaris en de kandidaat door haar schriftelijk, met vermelding van de redenen, van de beslissing op de hoogte gesteld.

  • 5.

    De gesprekken met en de oordeelsvorming over de sollicitanten vinden plaats in aanwezigheid van en door die raadsleden die lid zijn van de vertrouwenscommissie.

Artikel 2
  • 1.

    Nadat de vertrouwenscommissie haar standpunt over de geschiktheid van de door haar ontvangen kandidaten heeft bepaald, brengt zij schriftelijk en gemotiveerd verslag uit aan de raad en aan de commissaris.

  • 2.

    De commissie brengt haar in artikel 2 lid 1 bedoeld verslag uit op basis van de door de commissaris verstrekte informatie over de kandidaten en op basis van de informatie ontleend aan het gesprek met de door haar ontvangen kandidaten, zulks na afweging van een en ander.

  • 3.

    De commissie doet het verslag aan de raad vergezeld gaan van een concept-aanbeveling van twee kandidaten, die naar haar oordeel voor de benoeming in aanmerking komen. De commissie vermeldt daarbij ten aanzien van iedere kandidaat de motieven, die tot haar oordeel hebben geleid.

  • 4.

    De commissie geeft in haar verslag tevens een beredeneerde volgorde van de kandidaten aan.

Artikel 3
  • 1.

    Het verslag aan de raad en de commissaris, bedoeld in artikel 2 lid 1 en de concept-aanbeveling aan de raad, bedoeld in artikel 2 lid 3, worden bij meerderheid van stemmen vastgesteld.

  • 2.

    In het verslag aan de raad en de commissaris kunnen leden van de vertrouwenscommissie van minderheidsstandpunten blijk geven.

  • 3.

    Bij staking van stemmen over het uit te brengen verslag aan de raad en de commissaris, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering.

  • 4.

    Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden in het verslag de verschillende meningen binnen de vertrouwenscommissie ter kennis van de raad en de commissaris gebracht.

  • 5.

    De vertrouwenscommissie kan de commissaris vragen in de gelegenheid te worden gesteld de op schrift gestelde opvattingen mondeling toe te lichten.

Geheimhoudingsplicht
Artikel 4
  • 1.

    De leden van de vertrouwenscommissie hebben volstrekte geheimhoudingsplicht omtrent hetgeen direct of indirect aan hen als lid van de commissie ter kennis is gekomen.

  • 2.

    De geheimhoudingsplicht van de vertrouwenscommissie geldt ook ten opzichte van raadsleden, die geen lid van de commissie zijn of lid van de commissie zijn geweest en tegenover collegeleden.

  • 3.

    Deze geheimhouding geldt zowel vóór en tijdens het bestaan van de commissie als na ontbinding van de commissie.

  • 4.

    De leden 1 tot en met 3 van dit artikel zijn op overeenkomstige wijze van toepassing op de adviseur (artikel 5 lid 4) en de griffier en de algemeen directeur/beoogd gemeentesecretaris, die op grond van artikel 6 de vertrouwenscommissie ambtelijke bijstand verlenen.

  • 5.

    De geheimhouding brengt onder meer met zich mee, dat, anders dan door tussenkomst van de commissaris, geen inlichtingen –schriftelijk of mondeling- kunnen worden ingewonnen over de sollicitanten en dat overleg met derden is uitgesloten.

  • 6.

    De commissie treft een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de privacybelangen van de sollicitant verder worden beschermd, bijvoorbeeld bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken en bij het voeren van de correspondentie.

Samenstelling vertrouwenscommissie
Artikel 5
  • 1.

    De vertrouwenscommissie bestaat uit 6 leden, te benoemen door en uit de gemeenteraad.

  • 2.

    Plaatsvervangende leden worden niet benoemd.

  • 3.

    De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

  • 4.

    Een wethouder kan door de raad als adviseur aan de commissie worden toegevoegd. Deze is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht.

Artikel 6

De vertrouwenscommissie wordt ambtelijk bijgestaan door de raadsgriffier en de algemeen directeur/beoogd gemeentesecretaris. Zij zijn geen lid van de commissie en hebben geen stemrecht. De griffier fungeert als secretaris van de vertrouwenscommissie.

Werkwijze vertrouwenscommissie
Artikel 7
  • 1.

    De vertrouwenscommissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of twee leden dit noodzakelijk achten.

  • 2.

    Van elke vergadering wordt door de voorzitter tenminste 24 uur van te voren aankondiging gedaan aan de leden van de commissie.

Artikel 8
  • 1.

    De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

  • 2.

    Alle stukken voor de commissie worden aan zijn adres gericht en vervolgens door hem ter bewaring aan de griffier overhandigd. De griffier bewaart de stukken in een afgesloten ruimte, totdat de uiteindelijke archivering plaatsvindt.

  • 3.

    Alle stukken, die van de commissie uitgaan, worden door de griffier persoonlijk verzonden, zonder tussenkomst van derden. De stukken worden door de griffier in een afgesloten ruimte bewaard, totdat de uiteindelijke archivering plaatsvindt.

Artikel 9

De voorzitter nodigt de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie.

Overige bepalingen
Artikel 10
  • 1.

    De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die, waarop aan het gemeentebestuur bekend is gemaakt, dat in de vacature is voorzien.

  • 2.

    De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor, dat op het in het eerste lid bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden, die de commissie zelf heeft opgemaakt, op last van burgemeester en wethouders onverwijld in verzegelde envelop en gerubriceerd als ´geheim´ worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats. Zij dragen er eveneens zorg voor, dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de volgende leden van dit artikel.

  • 3.

    Van de in het tweede lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1, sub a en c van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 4.

    Originele bescheiden, die de commissie van derden heeft ontvangen, worden onmiddellijk aan dezen teruggezonden.

  • 5.

    Alle overige bescheiden van de commissie en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk vernietigd.

Artikel 11

In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de procedureregels niet voorzien beslist de commissie.

Artikel 12
  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar vaststelling.

  • 2.

    De “Verordening vertrouwenscommissie benoemingsprocedure burgemeester van de gemeente Weert”, vastgesteld op 11 oktober 2004, wordt ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Weert van 9 februari 2011,

De griffier,                   De burgemeester,

Bijlage

Wijzigingen ten opzichte van modelverordening

  • -

    De Gemeentewet maakt het niet langer mogelijk om een raadplegend referendum te houden bij de burgemeestersbenoemingsprocedure. De bepalingen in de model-verordening die daarop betrekking hebben zijn weggelaten.

  • -

    Artikel 2 lid 3: in de model-verordening staat dat de concept-aanbeveling tenminste twee kandidaten bevat. Op grond van artikel 61 lid 5 van de Gemeentewet omvat de aanbeveling twee personen. Het woord tenminste is derhalve weggelaten.

  • -

    Artikel 4 lid 2: voor alle duidelijkheid is toegevoegd, dat de geheimhoudingsplicht ook geldt tegenover collegeleden.

  • -

    Artikel 4 lid 3: vanwege de krappe planning is het noodzakelijk dat de beoogde leden van de vertrouwenscommissie een aanvang nemen met hun werkzaamheden vóór hun daadwerkelijke benoeming op 9 februari 2011. Daarom is de geheimhouding uitgebreid, zodat ook de periode vóór het formele bestaan van de commissie eronder begrepen is. Dit is conform de Procedureregels.

  • -

    Artikel 4 lid 4: de geheimhouding geldt eveneens voor de wethouder/adviseur en de griffier en de algemeen directeur/beoogd gemeentesecretaris, die de ambtelijke bijstand van de vertrouwenscommissie verzorgen.

  • -

    Artikel 6: In onderhavige verordening is bepaald, dat de griffier als commissiesecretaris fungeert. De ambtelijke ondersteuning gebeurt door de griffier en de algemeen directeur/beoogd gemeentesecretaris.

  • -

    Artikel 7: De bepaling dat de commissie voor de eerste maal bijeen wordt geroepen door het oudste lid in jaren is om praktische redenen niet overgenomen. De commissie is reeds vóór de daadwerkelijke instelling bijeen gekomen en is daartoe uitgenodigd door de griffier.

  • -

    Artikel 8 lid 2: de model-verordening gaat ervan uit, dat de stukken worden bewaard op het adres van de voorzitter van de vertrouwenscommissie. Met het oog op de ambtelijke ondersteuning door de griffier dient deze er de beschikking over te hebben. Daarom is er voor gekozen, dat de voorzitter de stukken ter bewaring (achter slot en grendel) aan de griffier overhandigt.

  • -

    Artikel 8 lid 3: bepaald is, dat de griffier verantwoordelijk is voor het verzenden en bewaren van de stukken, die van de commissie uitgaan, zonder dat derden, aan wie de stukken niet gericht zijn, hiervan kennis kunnen nemen. Dit behoort tot de ambtelijke ondersteuning door de griffier en is praktischer dan verzending vanaf het adres van de voorzitter.

  • -

    In artikel 12 is ook de intrekking van de vorige verordening geregeld.