Organisatie | Cranendonck |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels bij de subsidieverordening welzijn 2010 |
Citeertitel | Nadere regels bij de subsidieverordening welzijn 2010 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Nadere subsidieregels Cranendonck 2015.
Deze regeling vervangt de Nadere regels bij de subsidieverordening welzijn 2005.
Deze regeling treedt in werking met terugwerkende kracht tot 1 januari 2010.
Subsidieverordening Welzijn 2010
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 01-01-2010 | 19-11-2016 | nieuwe regeling | 23-02-2010 Weekblad de Grenskoerier, 03-03-2010 | Onbekend. |
Hoofdstuk 1. algemene bepalingen
Artikel 1. begripsomschrijvingen
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
leden met een handicap/beperking: personen die ten gevolge van ziekte of gebrek langdurig aantoonbare beperkingen ondervinden bij algemene levensverrichtingen, zoals op het gebied van zich binnen of buiten de woning verplaatsen en het deelnemen aan activiteiten buiten de woning: en die blijkens betaling van een donatie of contributie aangesloten zijn bij een organisatie;
Artikel 2. subsidiabele activiteiten
Organisaties komen in aanmerking voor een basissubsidie indien zij activiteiten uitvoeren op het gebied van:
Organisaties die bij ingang van de nieuwe subsidieverordening op 1/1/2010 meer dan 20% en/of € 1000,- achteruitgaan in subsidie anders dan ten gevolge van wijzigingen in het aantal Cranendonckse leden, en minimaal de afgelopen 3 jaar subsidie hebben ontvangen, komen in aanmerking voor de zogenaamde afbouwregeling.
De subsidie voor carnavalsverenigingen bedraagt:
een bedrag van € 24,- per deelnemende jongere van 12 tot 18 jaar woonachtig in de Gemeente Cranendonck, met een maximum van € 1.500,- per vereniging. Het college behoudt zich het recht voor om het financiële kader per kern aan te passen indien de per vereniging beschikbaar gestelde subsidie niet binnen het financiële kader van € 1.500,-- per kern valt. Indien op basis van het aantal deelnemende jongeren het totaal van € 9.000,-- wordt overschreden, dan behoudt het college zich het recht voor om de bijdrage per jongere zodanig bij te stellen dat het maximum van € 9.000,-- niet wordt overschreden. Op deze manier krijgen alle deelnemende groepen een gelijk bedrag per jeugdlid;
De subsidie voor sportorganisaties bedraagt:
een bedrag bestaande uit 68% van het tarief dat het VTBC de organisatie in rekening brengtvoor het gebruik van zwemaccommodaties conform de notitie Basisvoorzieningen. Indien geen gebruik kan worden gemaakt van een zwemaccommodatie van het VTBC wordt 68% van de betaalde accommodatiekosten vergoed, zoals opgenomen in de jaarafrekening van de organisatie;
een bedrag bestaande uit 44% van het tarief dat het VTBC de organisatie in rekening brengtvoor het gebruik van binnensportaccommodaties conform de notitie Basisvoorzieningen. Indien geen gebruik kan worden gemaakt van een binnensportaccommodatie van het VTBC wordt 44% van de betaalde accommodatiekosten vergoed, zoals opgenomen in de jaarafrekening van de organisatie;
Hoofdstuk 3. stimuleringssubsidies
Artikel 21. subsidiabele activiteiten
Het college kan organisaties een stimuleringssubsidie verstrekken voor:
Artikel 24. kennismakingsactiviteiten
Een organisatie kan in aanmerking komen voor een stimuleringssubsidie indien zij samen met een andere, professionele organisatie kennismakingsactiviteiten voor jeugd, ouderen en/of mensen met een beperking organiseert, en de professionele organisatie daarvoor ruimte maakt in zijn reguliere programma.
De subsidie bedraagt 50% van de kosten van de kennismakingsactiviteiten, met een maximum van € 1.000,-. Indien ook anderen dan jeugd, ouderen en mensen met een beperking aan de kennismakingsactiviteiten deelnemen, wordt de subsidie naar evenredigheid van het aantal jeugd- , ouderendeelnemers en deelnemers met een beperking berekend.