Organisatie | Tilburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van leges 2013 |
Citeertitel | Legesverordening 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Tarieventabel |
Deze regeling vervangt de Legesverordening 2012
1.Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-01-2013 | 27-01-2013 | intrekking | 21-01-2013 Gemeenteblad, 2013, 08 | 2013/011 | |
01-01-2013 | 27-01-2013 | nieuwe regeling | 08-11-2012 Gemeenteblad, 2012, 48 | 2012/090 |
Onder de naam "leges" worden rechten geheven voor:
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
De leges genoemd in de in artikel 2 bedoelde tabel onder hoofdstuk 7.3 sub c, "Verklaring omtrent het gedrag", worden niet van een aanvrager geheven die de aanvraag doet met als doel tijdelijk een gastkind van de Stichting Europa Kinderhulp in hun gezin op te nemen voor het houden van een korte vakantie.
De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges voor een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 12. Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel
De "Legesverordening 2012" van 10 november 2011 en de eerste wijziging van deze verordening van 19 december 2011 worden ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 8 november 2012
Memorie van toelichting behorende bij de “Legesverordening2013”
De tarieven zijn ten opzichte van 2012 aangepast met een nominale verhoging van 0,9%.
De tarieven voor de raadsstukken komen te vervallen omdat zij niet meer op papier worden verstrekt. Ze zijn alleen in te zien in de stadswinkels en te raadplegen via internet.
·Hoofdstuk 3 t/m 7 Burgerzaken
· Op de tarieven, die meer zijn gestegen dan nominaal, drukt het bezuinigingsfiche voor de hogere kostendekkendheid van de legesverordening. Dit fiche gaat er vanuit dat we in vier jaar tijd, met treden van 25% per jaar, naar een hogere kostendekkendheid gaan.
Voor de tariefwijzigingen voor 2013 van producten van Burgerzaken worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
De uiteindelijke tarieven, die tot stand zijn gekomen na toepassing van de punten a tot en met c, zijn afgerond op 5 eurocenten nauwkeurig, naar boven dan wel naar beneden. De tarieven waarvoor een wettelijk maximum geldt en waarvoor het maximum bedrag ook in rekening wordt gebracht, zijn op 5 eurocenten nauwkeurig naar beneden afgerond.
Voor producten waarvan de tarieven landelijk worden vastgesteld en waarvan de tarieven voor 2013 bij het tot stand komen van de legesverordening voor 2013 nog niet bekend zijn, zijn de tarieven voor 2012 opgenomen. Echter de in een later stadium centraal door de overheid vastgestelde tarieven voor 2013 zullen, met de onder punt d. vermelde afronding, worden gehanteerd.
Er is voor gekozen om per 1 januari 2013 nog maar één trouwboekje uit te geven, de gehanteerde prijs hiervoor is € 17,40. Dit betreft de oude prijs van een linnen trouwboekje (€ 17,25) plus nominale ontwikkeling. Dit ligt ongeveer in lijn met de kostprijs van de nieuwe trouwboekjes.
-Hoofdstuk 3.7 Attestatie de vita
Met ingang van belastingjaar 2013 is deze opgenomen in de tarieventabel.
kinderen met een bijschrijvingsticker in het paspoort van de ouders op te nemen.
Iedereen moet een zelfstandig paspoort hebben.
De bouwkosten vormen voor wat betreft de Omgevingsvergunning met de activiteit bouwen de grondslag voor het vaststellen van de verschuldigde leges. Tot en met 2012 is de praktijk dat aanvragers de bouwkosten opgeven, waarna die worden gecontroleerd aan de hand van de meest recente uitgave van "Taxatieboekjes bouwkosten" zoals die worden uitgegeven door Reed Business (inmiddels Sdu uitgeverij). Met name het afgelopen jaar is geconstateerd dat er over de vaststelling van de bouwkosten veel onduidelijk bestaat en er daardoor ook veel discussie ontstaat met aanvragers. Vaak met bezwaar en beroepsprocedures tot gevolg.
Om tot een meer transparante werkwijze te komen is er voor de verordening 2013 gekozen voor een andere vaststellingswijze van de bouwkosten. Er is voor een werkwijze gekozen die reeds in een aantal andere gemeenten bewezen heeft een goede basis te zijn voor de vaststelling van de leges. Ook in juridische procedures is gebleken dat deze werkwijze stand houdt.
In de nieuwe werkwijze wordt voor de meest voorkomende bouwwerken de hoogte van de bouwkosten, als grondslag voor het vaststellen van de leges, bepaald aan de hand van een tabel. In deze tabel staat per bouwwerksoort een bedrag per m2 of m3. Aangezien de oppervlakte- en inhoudsmaten worden bepaald op basis van een NEN-norm levert dit als basis voor de vaststelling geen discussie op. De op deze wijze vastgestelde bouwkosten kunnen afwijken van de bouwkosten uit een aannemingsovereenkomst. Dit zal in de communicatie met betrekking tot de bouwleges duidelijk uitgelegd moeten worden. De tabel zal op de gemeentelijke website worden gepubliceerd, waardoor het voor aanvragers eenvoudig zal zijn om vooraf zelf de hoogte van de leges te berekenen.
De tabel is afgeleid van de eerder genoemde Taxatieboekjes en zal jaarlijks worden geactualiseerd op basis van de meest recente uitgave. Op basis van een controleberekening is vastgesteld dat de nieuwe werkwijze geen effecten heeft op de totale legesopbrengst.
De leges voor het onderdeel Wabo in de tarievenverordening mogen 100% kostendekkend zijn, maar mogen niet worden verrekend met andere onderdelen uit de verordening. De verordening bepaalt de wijze van verdelen van de totale kosten over de aanvragen. Behalve dat de voorgestelde werkwijze transparant is, zal die ook beter aansluiten bij het geleverde product/dienstverlening. Nu kan het voorkomen dat voor twee verschillende aanvragen, maar voor een zelfde type woning er afhankelijk van de opgegeven aanneemsom verschillende legesbedragen in rekening worden gebracht.
In de praktijk blijkt dat niet alle bouwwerktypen in een tabel te vatten zijn. Daarom is er voor gekozen om de meest voorkomende bouwwerkentypen op te nemen in de tabel. Indien de tabel niet voorziet in het bouwwerktype van de aanvraag, zullen de bouwkosten worden berekend op basis van de "Taxatieboekjes (her)bouwkosten" van Sdu Uitgevers. Voor de categorie bouwwerktypen, waarbij de bouwkosten niet op genoemde wijzen kunnen worden bepaald, zullen de bouwkosten voor de legesberekening door de aanvrager aannemelijk gemaakt moeten aan de hand van een open begroting. Als voorbeelden van deze categorie bouwwerktypen kan gedacht worden aan bijvoorbeeld de verbouwing van het Centraal Station aan de Spoorlaan of de verbouwing van het AaBe complex.
De nieuwe werkwijze heeft ten opzichte van de huidige een aantal voordelen, waarbij transparantie, eenduidigheid en het voorkomen van discussies achteraf het meest belangrijk zijn.
-Hoofdstukken 8.1.1.3; 8.3.7.1.2; 8.3.7.1.3; 8.3.7.3 m.b.t. slopen zijn vervallen.
De leges voor een sloopvergunningsaanvraag op basis van de bouwverordening (10m³ en/of asbest), hoofdstuk 8 is per 1 april 2012 met de komst van het Bouwbesluit 2012 (sloopmelding) komen te vervallen.
In de legesverordening 2013 kunnen deze regels derhalve verwijderd worden. De sloopvergunning op basis van de WABO - monumenten, bestemmingsplannen, leefmilieuverordening etc blijven bestaan. Voor een sloopmelding mag geen leges gevraagd worden. Daarnaast is de definitie van sloopkosten vervallen. De leges voor een sloopvergunning worden bepaald op basis van het aantal m³ sloopafval en niet op basis van de sloopkosten.
Voor de bouwvergunningen wordt uitgegaan van een 100% kostendekkendheid. De tarieven die dit betreft zijn met 7,65 % verhoogd. Hierdoor zijn de kosten van de bouwleges 100% kostendekkend.
-Hoofdstuk 8.3.1.4 Verplicht advies agrarische commissie
Het bedrag is verhoogd conform de opgave van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen.
De kostentoerekening is op dit onderdeel gewijzigd. Geconstateerd is dat tot op heden de kosten voor Ontwikkelbestemmingsplannen, niet bij de kostenramingen werden betrokken. Dat is nu gecorrigeerd.
-Hoofdstuk 8.10 Monumentenvergunning
Vervallen. Direct na het ingaan van de Wabo waren er nog aanvragen tot monumentenvergunning aan de orde. Inmiddels zijn alle aanvragen tot monumentenvergunning afgerond en kan dit onderdeel vervallen.
·Hoofdstuk 9 Regionaal Archief Tilburg
De tarieven zijn in overeenstemming gebracht met de vergelijkbare tarieven in de andere Hoofdstukken van de Tarieventabel
De tarieven zijn niet nominaal verhoogd omdat deze op het wettelijke maximum zijn vastgesteld.
-Hoofdstuk 11.2 Wet op de kansspelen
De tarieven zijn niet nominaal verhoogd. Betreft geen kostendekkende tarieven. Dit is een bewuste politieke keuze omdat dit ten koste zou gaan van een aantrekkelijk prijzenpakket. Bedragen zijn wel afgerond op een veelvoud van € 0,05.
In verband met het besluit van een hogere kostendekkendheid van de legesverordening worden de tarieven voor de drank- en horecawet vanaf 2012 verhoogd. In 4 stappen wordt de kostendekkendheid verhoogd, dit gebeurt in stappen van 25% per jaar. De eerste verhoging heeft in 2012 plaats gevonden, in de berekening van het tarief voor 2013 is de tweede verhoging meegenomen. Het tarief van € 50- is nominaal verhoogd, waardoor het uitkomt op € 50,45.
Betreft een bewust door de raad gekozen minimaal tarief.
Hoofdstuk 13.5e komt te vervallen en bij hoofdstuk 13.5a vervalt de toevoeging op of aan de openbare weg. Er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen standaard, evenementen klein regulier op of aan de openbare weg of en dezelfde evenementen anders dan op de openbare weg.
-Hoofdstuk 13.6 Exploitatie seksinrichtingen en Hoofdstuk 13.7 Exploitatievergunning grow-, smart- en headshops
in verband met het besluit van een hogere kostendekkendheid van de legesverordening worden de tarieven voor de exploitatie seksinrichtingen en exploitatievergunning grow-, smart- en headshops vanaf 2012 verhoogd. In 4 stappen wordt de kostendekkendheid verhoogd, dit gebeurt in stappen van 25% per jaar. De eerste verhoging heeft in 2012 plaats gevonden, in de berekening van het tarief voor 2013 is de tweede verhoging meegenomen.
Het tarief is lager dan in 2012. Dit komt omdat de daadwerkelijke stijging van de tarieven van 2011 naar 2012 lager is dan de procentuele correctie van 1,85% bij de berekening van de tarieven voor 2012.
-Hoofdstuk 14.2 Ontheffingen RVV 1990
Hoofdstuk 14.2.b is aan de Tarieventabel toegevoegd. Hierdoor heeft er een vernummering plaatsgevonden van Hoofdstuk 14.2.
Deze tarieven worden niet naar boven of beneden afgerond op € 0,05 omdat deze leges middels verzamelfacturen in rekening worden gebracht.
Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning (Hoofdstuk 8)
De leges omgevingsvergunning maakt deel uit van de totale legesverordening van de gemeente. De dienstverlening vallend onder de fysieke leefomgeving (omgevingsvergunning) is opgenomen in Hoofdstuk 8 van de tarieventabel. Gezien de parlementaire behandeling van de omgevingsvergunning wordt kruissubsidiëring tussen dienstverlening voor de omgevingsvergunning en overige diensten binnen de legesverordening afgeraden.
De kostenonderbouwing voor de leges omgevingsvergunning is daarom apart opgesteld.
Hoofdstuk 8 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning
Europese Dienstenrichtlijn (EDR)
De EDR streeft ter bevordering van de vrijheid van vestiging en de vrije verrichting van grensoverschrijdende diensten naar een vereenvoudiging van administratieve procedures, opheffing van belemmeringen voor dienstenactiviteiten en vergroting van het wederzijds vertrouwen tussen lidstaten onderling en van dienstverrichters en consumenten in de interne markt. Een vergunningenstelsel valt alleen onder de EDR als het vergunningenstelsel specifiek is gericht op dienstverrichters of dienstverleners. Een algemeen vergunningenstelsel (bijvoorbeeld de omgevingsvergunning voor bouw- of aanlegactiviteiten) valt niet onder de EDR omdat dit zich niet aansluitend richt op de dienstverrichters/ dienstverleners, maar ook op particuliere burgers. Slechts een beperkt aantal vergunningenstelsels valt onder de werking van de EDR:
Het totaal van onderstaande hoofdstukken van de tarieventabel dienen maximaal kostendekkend te zijn:
-Hoofdstuk 13.6 Exploitatie sexinrichtingen
-Hoofdstuk 15.2 Terrasvergunning (tijdens de kermis).
-Hoofdstuk 15.9 Omzettingsvergunning
Kostendekking Legesverordening 2013
Sedert de invoering van de Europese Dienstenrichtlijn is het niet meer toegestaan onderlinge verrekening van baten en lasten over de gehele legesverordening maar wel binnen bepaalde groepen toe te passen in het kader van de berekening van het dekkingspercentage. Dit maakt het berekenen van het dekkingspercentage complexer.
Voor de gemeente Tilburg geldt dat de totale kostendekking onder de 100 % ligt.
De totale lasten van de legesverordening (x € 1.000) € 15.217
De geraamde opbrengsten (x € 1.000) € 11.054
Hierbij moet vermeld worden dat bij het opstellen van de Legesverordening 2013 de verhoging van de wettelijk vastgestelde tarieven nog niet bekend zijn. De verwachting is dat de wettelijke tarieven 2013 hoger worden vastgesteld dan de tarieven voor 2012. Op het moment dat de wettelijke tarieven 2013 worden vastgesteld door het Rijk zal de kostendekkendheid van deze legesverordening verder stijgen.
Het college heeft de bevoegdheid tot het vaststellen van de legesverordening met betrekking tot de van rijkswege in de loop van het belastingjaar gewijzigde tarieven (art. 11, lid 2 van de Legesverordening 2013). Daar waar deze wettelijke tarieven bij het opstellen van de Legesverordening 2013 nog niet beschikbaar zijn, zijn de meest recente tarieven opgenomen in deze verordening.