Organisatie | Cranendonck |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening welzijn 2010 |
Citeertitel | Subsidieverordening Welzijn 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Subsidieverordening Welzijn gemeente Cranendonck 2005.
Nadere regels bij de subsidieverordening welzijn 2010
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 30-04-2018 | nieuwe regeling | 22-09-2009 Weekblad de Grenskoerier, 07-10-2009 | Onbekend. |
DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK
Gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Cranendonck d.d. 4 augustus 2009
Gelet op artikel : 147 en 149 van de Gemeentewet alsmede artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht.
1. In te trekken de subsidieverordening welzijn 2005;
2. vast te stellen de bij dit besluit horende subsidieverordening welzijn 2010
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1. begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. BCF: Bij beleidsgestuurde contractfinanciering (BCF) worden op voorhand afspraken gemaakt over de gemeentelijke beleidsdoelen die worden nagestreefd, welke diensten daarvoor bij (professionele) organisaties worden afgenomen en hoe de prestaties worden gemeten;
i. college: het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Cranendonck;
ii. raad: de gemeenteraad van de Gemeente Cranendonck;
b. leden: personen die contributie of enige andere jaarlijkse bijdrage betalen die hen recht geeft op deelname aan structurele activiteiten van de organisatie;
c. organisatie: een vereniging of stichting die bij notariële akte is opgericht en is ingeschreven in het openbare register van de Kamer van Koophandel;
i. professionele organisatie: een instelling waarvan de dagelijkse leiding berust bij professionele, betaalde krachten en de dagelijkse werkzaamheden in overwegende mate door professionele, betaalde krachten worden uitgevoerd;
ii. vrijwilligersorganisatie: een organisatie waarvan de dagelijkse werkzaamheden in overwegende mate door vrijwilligers worden uitgevoerd;
iii. organisatie met maatschappelijk functie: deze titel is toegekend aan de EHBO vereniging, kindervakantiewerk, het oranjecomité en het Sint Nicolaas comité;
b. subsidie : het subsidiebegrip als bedoeld in art. 4: 21 Awb;
i. basissubsidie: een subsidie voor activiteiten die bij voortduring dan wel periodiek plaatsvinden waarmee de gemeente aangeeft het aanbod van bepaalde activiteiten door een organisatie van belang te vinden, zonder deze activiteiten overwegend naar aard of inhoud te beïnvloeden;
ii. budgetsubsidie: een subsidie voor activiteiten die bij voortduring dan wel periodiek plaatsvinden en die op grondslag van meetbare activiteiten wordt verleend aan (professionele) organisaties, waarbij een uitvoeringsovereenkomst met de organisatie kan worden gesloten;
iii. stimuleringssubsidie: een eenmalige subsidie voor een activiteit/activiteiten met een eenmalig of experimenteel karakter; of een eenmalige subsidie voor activiteiten waarvan het college heeft aangegeven dat ze die wil stimuleren;
c. subsidiejaar: het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt verleend.
d. Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een subsidiejaar ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies.
Deze verordening is van toepassing op subsidieaanvragen op het gebied van cultuur, educatie, emancipatie, hengelsport, kunst, maatschappelijke zorg, sport en welzijn.
a. het verlenen, vaststellen of weigeren van subsidie;
b. het college kan besluiten het verlenen en vaststellen van subsidie te mandateren aan het hoofd van de afdeling beleid;
c. het intrekken of wijzigen van subsidieverlenings- en vaststellingsbesluiten;
d. het toekennen of weigeren van voorschotten;
e. het terugvorderen van subsidie;het aangaan van uitvoeringsovereenkomsten
Artikel 5. begrotingsvoorbehoud
Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt zij verleend onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.
Artikel 6. algemene weigeringsgronden
Een aanvraag voor subsidieverlening wordt in ieder geval geweigerd indien er gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:
a. de activiteiten van de aanvrager niet zijn gericht op de gemeente of niet in belangrijke mate ten goede komen aan de ingezetenen van de gemeente Cranendonck;
b. binnen de gemeente reeds voldoende aanbod op het aandachtsgebied van de aanvragende organisatie wordt gerealiseerd, dit ter beoordeling van het college;
c. de activiteiten van de aanvrager niet open staan voor alle groeperingen of personen, zonder onderscheid naar ras, godsdienst, levensovertuiging, sekse of seksuele geaardheid, behoudens indien er sprake is van een op een specifieke doelgroep gerichte activiteit;
d. de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde.
Een aanvraag voor subsidieverlening kan tevens worden geweigerd indien de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden, heeft of redelijkerwijs kan genereren om de kosten van de activiteiten te dekken, dit ter beoordeling van het college.
Het subsidiebedrag waarvoor een organisatie in aanmerking komt, bedraagt nooit meer dan de totale contributie die organisaties aan hun leden vragen. Uitgezonderd, indien de organisatie kan aantonen dat zij een beleid voert gericht op het genereren van extra inkomsten dan wel besparen van de kosten door het uitvoeren van niet-reguliere vrijwilligersactiviteiten, dan mag de totale contributie minder bedragen dan de totale subsidie. Dit ter beoordeling van het college.
Artikel 9. aanvraag tot subsidieverlening
1. De aanvraag wordt ingediend middels een door het college vastgesteld aanvraagformulier en is vergezeld van:
a. een programma van activiteiten voor de periode waarop de aanvraag betrekking heeft, met een toelichting op de aard, omvang en intensiteit van de geplande activiteiten, de doelgroepen waarop de activiteiten zijn gericht en het verwachte aantal deelnemers/gebruikers;
b. een ledenlijst per 1 januari van het jaar voorafgaand aan de subsidieperiode, gesorteerd op leeftijd met vermelding van naam, adres, woonplaats en geboortedatum en eventuele beperkingen van leden;
c. een overzicht van de van de leden te heffen contributies, bijdragen en/of tarieven met vermelding van de activiteiten waaraan deze verbonden zijn;
d. een jaarrekening en balans per 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de aanvraag wordt gedaan, waar in ieder geval de eindsaldi van de bank, giro en kas zijn vermeld, tenzij deze stukken reeds ten behoeve van de vaststelling van een andere subsidie bij het college aanwezig zijn;
e. een jaarverslag waaruit blijkt welke activiteiten de organisatie het voorgaande jaar heeft gerealiseerd.
Ingeval voor de eerste maal subsidie wordt aangevraagd legt de organisatie tevens de volgende stukken over:
a. de oprichtingsakte met de statuten;
b. een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel;
c. een exemplaar van het huishoudelijk reglement met de vaststellingsdatum ervan;
d. een overzicht van de bestuurssamenstelling van de organisatie.
Het college beslist uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar op een aanvraag om een basissubsidie. Het college kan besluiten het verlenen en vaststellen van subsidie te mandateren aan het hoofd van de afdeling beleid
Artikel 12. verplichtingen subsidieontvanger
a. een administratie bij te houden die altijd een getrouw en inzichtelijk beeld geeft van de ondernomen activiteiten en de daaraan verbonden inkomsten en uitgaven evenals de financiële positie van de organisatie;
b. zijn roerende en onroerende goederen tenminste tegen vervangingswaarde te verzekeren en verzekerd te houden tegen schade van brand, storm en inbraak. Hij dient voorts een verzekering aan te gaan tot dekking van schade, voortvloeiende uit de wettelijke en contractuele aansprakelijkheid van het bestuur, de beroepskrachten en vrijwilligers;
c. wijzigingen in de statuten, reglementen en bestuurssamenstelling schriftelijk ter kennis te brengen aan het college;
d. indien de organisatie het voornemen heeft de organisatie op te heffen, dit onmiddellijk schriftelijk mede te delen aan het college en hen zo spoedig mogelijk een liquidatierekening en balans te overleggen.
Organisaties, uitgezonderd “organisaties met een maatschappelijke functie”, die subsidie ontvangen dienen jaarlijks uiterlijk 1 mei de volgende stukken aan te leveren:
a. de door de ledenvergadering vastgestelde jaarrekening en balans per 31 december van het afgelopen subsidiejaar waar in ieder geval de eindsaldi van de bank, giro en kas zijn vermeld, tenzij deze stukken reeds ten behoeve van de vaststelling van een andere subsidie bij het college aanwezig zijn;
b. het door de ledenvergadering vastgestelde jaarverslag waaruit blijkt of en zo ja, in welke mate de gesubsidieerde activiteiten zijn gerealiseerd, tenzij dit stuk reeds ten behoeve van de aanvraag van een andere subsidie bij het college aanwezig is;
c. geactualiseerde ledenlijst, gesorteerd op leeftijd, per 31 december van het voorgaandesubsidiejaar.
Paragraaf 3 subsidievaststelling
Artikel 13. beschikking tot subsidievaststelling
Vaststelling basissubsidie op het gebied van cultuur, educatie, emancipatie, hengelsport, kunst, maatschappelijke zorg en welzijn:
a. geschiedt op basis van de subsidieverlening;
b. wordt jaarlijks vastgesteld uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan hetsubsidiejaar, tegelijk met het verlenen van de basissubsidie;
c. indien uit controle blijkt dat de organisatie niet heeft voldaan aan haar verplichtingen (zoals beschreven in artikel 12 en in de nadere regels) kan (een deel van) de basissubsidie worden teruggevorderd.
Artikel 16. aanvraag tot subsidieverlening
Ingeval voor de eerste maal subsidie wordt aangevraagd legt de organisatie tevens de volgende stukken over:
a. de oprichtingsakte met de statuten;
b. een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel;
c. een exemplaar van het huishoudelijk reglement met de vaststellingsdatum ervan;
d. een overzicht van de bestuurssamenstelling van de organisatie.
Het college beslist uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar op een aanvraag voor een budgetsubsidie. Het college kan besluiten het verlenen en vaststellen van subsidie te mandateren aan het hoofd van de afdeling beleid.
Artikel 19. verplichtingen subsidieontvanger
a. een administratie bij te houden die altijd een getrouw en inzichtelijk beeld geeft van de ondernomen activiteiten en de daaraan verbonden inkomsten en uitgaven evenals de financiële positie van de organisatie;
b. zijn roerende en onroerende goederen tenminste tegen vervangingswaarde te verzekeren en verzekerd te houden tegen schade van brand, storm en inbraak. Hij dient voorts een verzekering aan te gaan tot dekking van schade, voortvloeiende uit de wettelijke en contractuele aansprakelijkheid van het bestuur, de beroepskrachten en vrijwilligers;
c. wijzigingen in de statuten, reglementen en bestuurssamenstelling schriftelijk ter kennis te brengen aan het college;
d. indien de organisatie het voornemen heeft de organisatie op te heffen, dit onmiddellijk schriftelijk mede te delen aan het college en hen zo spoedig mogelijk een liquidatierekening en balans te overleggen.
Paragraaf 3 subsidievaststelling
Artikel 20. beschikking tot subsidievaststelling
Ten behoeve van de vaststelling van de subsidie worden door de organisatie, waarmee géén uitvoeringsovereenkomst wordt gesloten, jaarlijks de volgende bescheiden aan het college verstrekt:
a. Bij een professionele organisatie, een door of namens het bestuur getekende jaarrekening over het jaar waarop de subsidie betrekking heeft, voorzien van een getrouwheidsverklaring van een daartoe wettelijk bevoegd accountant;
b. bij een vrijwilligersorganisatie, een door of namens het bestuur getekende jaarrekening over het jaar waarop de subsidie betrekking heeft, goedgekeurd in de algemene ledenvergadering;
Ten behoeve van de vaststelling van de subsidie worden door de organisatie, waarmee wél een uitvoeringsovereenkomst wordt gesloten, jaarlijks de volgende bescheiden aan het college verstrekt:
a. bij een professionele organisatie, een door of namens het bestuur getekende jaarrekening over het jaar waarop de subsidie betrekking heeft, voorzien van een getrouwheidsverklaring van een daartoe wettelijk bevoegd accountant;
b. bij vrijwilligersorganisaties een door of namens het bestuur getekende jaarrekening over het jaar waarop de subsidie betrekking heeft, goedgekeurd in de algemene ledenvergadering;
c. een kostenverdeelstaat, waarbij de professionele instelling aangeeft welke productiviteitsnormen zijn gehanteerd;
d. een opgave van de gehanteerde integrale uurtarieven;
e. een registratie van de diensten en de teleenheden;
f. een verslag van de gerealiseerde productie conform de opdrachtformulering;
g. de resultaten van een tevredenheidsonderzoek onder de cliënten van de professionele organisatie, indien dit in de uitvoeringsovereenkomst voor het betreffende kalenderjaar is bepaald.
Hoofdstuk 4 Stimuleringssubsidies
Artikel 22. subsidieontvangers
Paragraaf 2. subsidieverlening
Artikel 23. aanvraag tot subsidieverlening
De aanvraag wordt ingediend middels een door het college vastgesteld aanvraagformulier en is vergezeld van:
a. een beschrijving van de te subsidiëren activiteit, de aanleiding, de doelstelling en de te verwachte resultaten;
b. een gespecificeerde begroting met toelichting van de te subsidiëren activiteit;
c. indien van toepassing, een overzicht van de bijdragen van deelnemers aan de te subsidiëren activiteit en van de bijdragen van derden;
d. indien van toepassing en indien nog niet bij de gemeente aanwezig in verband met andere subsidieaanvragen een ledenlijst per 1 januari van het jaar voorafgaand aan de subsidieperiode, gesorteerd op leeftijd met vermelding van naam, adres, woonplaats, geboortedatum en eventuele beperkingen van leden.
Het college beslist op een aanvraag voor een eenmalige subsidie uiterlijk zes weken nadat deaanvraag is ingediend. Het college kan besluiten het verlenen en vaststellen van subsidie temandateren aan het hoofd van de afdeling beleid.
Artikel 26. verplichtingen subsidieontvanger
Onverminderd het bepaalde in artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht, dient een subsidieontvanger in ieder geval:
a. een administratie bij te houden die een getrouw en inzichtelijk beeld geeft van de ondernomen activiteiten en de daaraan verbonden inkomsten en uitgaven evenals de financiële positie van de organisatie;
b. zijn roerende en onroerende goederen tenminste tegen vervangingswaarde te verzekeren en verzekerd te houden tegen schade van brand, storm en inbraak. Hij dient voorts een verzekering aan te gaan tot dekking van schade, voortvloeiende uit de wettelijke en contractuele aansprakelijkheid van het bestuur, de beroepskrachten en vrijwilligers.
Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen
In bijzondere gevallen en voor zover de toepassing van bepalingen in deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden, kan het college ten gunste van een organisatie van deze verordening afwijken.
Organisaties die bij ingang van de nieuwe subsidieverordening op 1/1/2010 meer dan 20% en/of € 1000,- achteruit gaan in subsidie anders dan ten gevolge van wijzigingen in het aantal Cranendonckse leden, en minimaal de afgelopen 3 jaar subsidie hebben ontvangen, komen in aanmerking voor de zogenaamde afbouwregeling.