Organisatie | Middelburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen en het crematorium |
Citeertitel | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen en het crematorium 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | Proces-verbaal Toelichting beheersverordening |
Geen
Nadere regels voor grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaats 2012
(vastgesteld door B&W d.d. 31-07-2012)
Nadere regels voor de graven en asbezorging
(vastgesteld door B&W d.d. 31-07-2012)
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-12-2012 | Nieuwe regeling | 16-04-2012 De Faam, 19-12-2012 | Raadsstuk 12-49 |
Hoofdstuk 2 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaatsen kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.
Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 7 Kennisgeving begraven of cremeren en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene die wil doen begraven of cremeren, as wil doen bijzetten, as wil doen verstrooien of as wil doen ophalen, geeft daarvan uiterlijk om 09.00 uur van de werkdag, voorafgaande aan die waarop de begraving, crematie, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven of te cremeren moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan. De kennisgeving aan de beheerder wordt gedaan door gebruikmaking van een door het college vastgesteld formulier.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 09.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Indien voor het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as een grafbedekking van een naastgelegen graf tijdelijk verwijderd dient te worden, dan mag die grafbedekking op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder worden verwijderd. De beheerder draagt er zorg voor dat de verwijderde grafbedekking zo spoedig mogelijk weer wordt aangebracht c.q. geplaatst.
Artikel 8 Aanwezig zijn van registratienummer op kist of lijkomhulsel
Ter vaststelling van de identiteit van het te begraven of te cremeren lijk als bedoeld in artikel 8 van de wet dient de kist of het lijkomhulsel op het moment dat het lijk op de begraafplaats of op het terrein van het crematorium wordt gebracht te zijn voorzien van het registratienummer bedoeld in artikel 8, eerste lid van de wet en te zijn vergezeld van het document bedoeld in artikel 8, tweede lid van de wet.
Als registratienummer bedoeld in het voorgaande lid van dit artikel wordt uitsluitend gebezigd het registratienummer dat het college toekent bij de verlening van toestemming tot begraving op een gemeentelijke begraafplaats of tot crematie in het gemeentelijk crematorium. Het college regelt dit registratienummer.
Bij niet voldoening aan het eerste of het tweede lid van dit artikel kan voordat tot begraving of verbranding wordt overgegaan identificatie van het lijk worden verlangd. Identificatie vindt plaats door twee personen die de overledene bij het leven hebben gekend, in tegenwoordigheid van personeel van de begraafplaats of crematorium. Identificatie van een doodgeborene vindt op dienovereenkomstige wijze plaats. Van de identificatie wordt proces-verbaal opgemaakt. Het proces-verbaal wordt ingeval van begraving gevoegd in het register bedoeld in artikel 27 van de wet en ingeval van crematie gevoegd in het register bedoeld in artikel 50 van de wet.
Artikel 9 Verbod mee begraven of mee cremeren van dierlijke resten
In een omhulsel waarin zich het te begraven of te cremeren lijk bevindt, mogen geen resten van dieren aanwezig zijn.
Artikel 10 Gebouwen, muziek/geluidsinstallatie, luidklok
Het gebruik van de ontvangstruimte, de aula, de condoleanceruimte alsmede van de muziek- en geluidsinstallatie moet uiterlijk om 09.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte, de aula of de condoleanceruimte gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.
Geluid- en beelddragers ten behoeve van de begrafenis- of crematieplechtigheid moeten uiterlijk om 09.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop de begrafenis- of crematieplechtigheid plaatsvindt bij de beheerder worden afgegeven. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.
Het verzoek tot het luiden van de luidklok op de begraafplaats Westelijke Oude Havendijk of de torenklok in Sint Laurens, Nieuw- en Sint Joosland en Arnemuiden, moet uiterlijk om 09.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop de begrafenis- of crematieplechtigheid plaatsvindt, worden aangevraagd bij de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.
Artikel 11 Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.
Hoofdstuk 4 Indeling, uitgifte van DE graven en asbezorging
Artikel 13 Indeling graven en asbezorging
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en hoeveel verstrooiingen van as er op de particuliere graven kunnen plaatshebben. Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.
Artikel 16 Volgorde van uitgifte
De particuliere graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.
Indien op begraafplaatsen een te hoge grondwaterstand heerst om twee lijken in één graf te begraven, kan tevens grafrecht worden verleend voor een toekomstige begrafenis in een naastgelegen grafruimte.
Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Artikel 18 Termijnen particuliere graven
Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van tien jaar recht op een particulier graf, uitgezonderd een particuliere urnennis waarvoor een termijn van vijf jaar van toepassing is. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven.
Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van tien jaar indien het betreft een particulier graf en met telkens een termijn van vijf jaar indien het betreft een particuliere urnennis, mits de aanvraag vòòr het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.
Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het college te stellen voorwaarden.
Artikel 20 Overschrijving van verleende rechten
Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.
Artikel 21 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Het college kan het aanbrengen c.q. plaatsen van een gedenkteken weigeren, indien:
a. niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het derde lid;
b. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;
c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;
d. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is;
e. de op grond van de Verordening Lijkbezorgingsrechten Middelburg 1998 verschuldigde rechten na aanmaning niet geheel zijn voldaan binnen de daarbij gestelde termijn.
Artikel 25 Onderhoud door de gemeente
Het onderhoud en verzorgen van graven, winterharde beplanting en grafbedekking alsmede van urnen gebeurt vanwege de gemeente. Onder dit onderhoud en verzorgen wordt verstaan het maaien van gras, jaarlijks snoeien van beplanting en het regelmatig verwijderen van onkruid en blad.
Artikel 26 Onderhoud door rechthebbende of gebruiker
Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden.
Artikel 27 Niet-blijvende grafbeplanting
Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, van de belanghebbende indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.
Artikel 28 Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats bekend.
Hoofdstuk 6 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 29 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de belanghebbende van een algemeen graf bekend gemaakt. Wanneer het adres van de belanghebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste één jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.
De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen (schudden) dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. Indien de rechthebbende het particulier graf wil laten schudden dient hij afstand te doen van het uitsluitend recht. Aansluitend wordt het graf ingericht en uitgegeven als nieuw particulier graf. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
Hoofdstuk 7 Gedeelte voor kerkgenootschap
Artikel 30 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven
Het college kan na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikelen 3, eerste lid, 13, tweede lid, 17 en 24, derde lid, van deze verordening.