Organisatie | Voorschoten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | BESLUIT voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013 Voorschoten |
Citeertitel | Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Voorschoten 2013 |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | voorzieningen maatschappelijke ondersteuning |
Geen
Wet maatschappelijke ondersteuning
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 11-12-2012 Groot Voorschoten, 27-12-2012 | 2808 |
Hoofdstuk 2 Te bereiken resultaat: een schoon en leefbaar huis, beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften, beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding en het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren
Artikel 2 Toekenning persoonsgebonden budget
Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget, waaronder de vergoeding voor een arbeidsverhouding als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting vindt plaats op verzoek van de aanvrager, nadat deze uitdrukkelijk is geïnformeerd over de voor- en nadelen hiervan.
Artikel 4 Uitbetaling van het persoonsgebonden budget
1.Het persoonsgebonden budget wordt na toekenning bij wijze van voorschot per maand uitbetaald. Indien het bruto budget lager is dan € 2500,- wordt het bedrag in één keer uitbetaald. Is het bruto budget hoger dan € 2500,- dan wordt het budget per half jaar uitbetaald.
Hoofdstuk 3 Te bereiken resultaat: een geschikte woning
Artikel 7 Omvang van het persoonsgebonden budget
Het persoonsgebonden budget kan indien nodig worden aangevuld met een vergoeding voor instandhoudingkosten. Onder instandhoudingkosten worden verstaan: de kosten die noodzakelijk zijn om de verstrekte voorziening in stand te houden, in het bijzonder de kosten van onderhoud en reparatie en, voor zover noodzakelijk, de verzekeringskosten. Deze instandhoudingkosten worden jaarlijks vooraf betaald. De kosten bedragen 7% van het verstrekte persoonsgebonden budget met een maximum van € 250,- per jaar.
Artikel 9 Uitbetaling van het persoonsgebonden budget/de financiële tegemoetkoming
De financiële tegemoetkoming dan wel het persoonsgebonden budget wordt na verzending van de beschikking beschikbaar gesteld door storting op rekening van de aanvrager dan wel de eigenaar van de woonruimte. Uitzondering hierop vormt de financiële tegemoetkoming in de kosten van verhuizing en inrichting. Deze wordt op declaratiebasis uitbetaald.
Artikel 10 Verantwoording van het persoonsgebonden budget/financiële tegemoetkoming
Verantwoording van het persoonsgebonden budget dan wel de financiële tegemoetkoming door de budgethouder aan het college vindt plaats binnen drie maanden na dagtekening van het besluit. Uitzondering hierop vormt de financiële tegemoetkoming in de kosten van verhuizing en inrichting. Deze tegemoetkoming wordt op declaratiebasis verstrekt en heeft een geldigheidsduur van maximaal twee jaar.
Hoofdstuk 4 Te bereiken resultaat: Zich verplaatsen in en om de woning
Artikel 12 Omvang van het persoonsgebonden budget bij koop en huur
Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel omvat twee bestanddelen: een eenmalige vergoeding voor de aanschaf inclusief standaard fabrieksopties (A) en een jaarlijkse tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, reparatie en eventueel verzekering (B). Het persoonsgebonden budget bedraagt, rekening houdend met de kosten voor verzekering en onderhoud voor de gehele gebruiksperiode, als bedoeld in het derde lid, ten hoogste:
Indien de aanvrager het persoonsgebonden budget aanwendt voor het huren van een rolstoel, ontvangt hij per kalenderjaar het in het eerste lid genoemde totaalbedrag (A + B), gedeeld door het aantal gebruiksduurjaren als bedoeld in het vierde lid. Bij overlijden of verhuizen van de aanvrager of het niet meer adequaat zijn van de rolstoel wordt het persoonsgebonden budget stopgezet.
Indien vast staat dat de aanvrager de rolstoel niet meer gebruikt, is hij gehouden deze aan de gemeente in eigendom over te dragen dan wel de restwaarde ervan te vergoeden. Bij overlijden van de aanvrager binnen de gebruiksduur van de voorziening rust deze verplichting op de erfgenamen van de aanvrager.
Indien degene aan wie een persoonsgebonden budget voor een rolstoel is toegekend, binnen 7 jaar verhuist, dan wordt het bedrag van de restwaarde van de eerder verstrekte rolstoel gevorderd, tenzij de gemeente van de nieuwe woonplaats de verstrekking overneemt.
Artikel 14 Uitbetaling van het persoonsgebonden budget/de financiële tegemoetkoming
De financiële tegemoetkoming dan wel het persoonsgebonden budget wordt na verzending van de beschikking beschikbaar gesteld door storting op rekening van de aanvrager.
Hoofdstuk 5 Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
In afwijking van het eerste lid vindt op aanvraag van de persoon aan wie maatschappelijke ondersteuning is verleend een voorlopige vaststelling van het bijdrageplichtig inkomen plaats, indien redelijkerwijs te verwachten is dat het inkomen in het lopende jaar ten minste € 1.816,00 lager zal zijn dan het inkomen, bedoeld in het eerste lid.
Indien het derde lid is toegepast, vindt na afloop van het jaar definitieve vaststelling van het bijdrageplichtig inkomen over dat jaar plaats. Indien daarbij blijkt dat het bijdrageplichtig inkomen minder dan € 1.816,00 lager is geweest dan het inkomen, bedoeld in het eerste lid, vindt definitieve vaststelling plaats in overeenstemming met het eerste lid.
Artikel 18 Omvang van de financiële tegemoetkoming
De financiële tegemoetkoming voor individueel vervoer bedraagt op jaarbasis maximaal:
Artikel 19 Wijzigen omvang bij echtparen
Voor zover echtgenoten beiden in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming in kosten van vervoer dan wel voor het CVV en tenminste één van hen kan geen gebruik maken van het CVV, wordt aan elk van hen een percentage (25%, 50% dan wel 75%, afhankelijk van de gezamenlijke vervoersbehoefte) van het maximumbedrag voor vervoer per reguliere taxi toegekend.
Artikel 20 Wijzigen omvang bij meerdere vervoersvoorzieningen
Indien belanghebbende gebruik kan maken van een andere, verstrekte, voorziening zoals een scootmobiel, dan wel een eigen verplaatsingsmiddel, kan het aantal kilometers met 25%, 50% dan wel 75% worden verlaagd, afhankelijk van de mate waarin het andere verplaatsingsmiddel in de vervoersbehoefte voorziet.
Artikel 21 Omvang van het persoonsgebonden budget
Het persoonsgebonden budget kan indien nodig worden aangevuld met een vergoeding voor instandhoudingkosten. Onder instandhoudingkosten worden verstaan: de kosten die noodzakelijk zijn om de verstrekte voorziening in stand te houden, in het bijzonder de kosten van onderhoud en reparatie en, voor zover noodzakelijk, de verzekeringskosten. Deze instandhoudingkosten worden jaarlijks vooraf betaald, voor het eerst in het jaar volgende op het jaar van aanschaf. De kosten bedragen 7% van het verstrekte persoonsgebonden budget met een maximum van € 250,- per jaar.
Artikel 22 Omvang van het persoonsgebonden budget voor scootmobielen koop en huur
Het persoonsgebonden budget voor een scootmobiel omvat twee bestanddelen: een eenmalige vergoeding voor de aanschaf inclusief standaard fabrieksopties (A) en een jaarlijkse tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, reparatie en verzekering (B). Het persoonsgebonden budget bedraagt, rekening houdend met de kosten voor verzekering en onderhoud voor de gehele gebruiksperiode, als bedoeld in het derde lid, ten hoogste:
Indien de aanvrager het persoonsgebonden budget aanwendt voor het huren van een rolstoel, ontvangt hij per kalenderjaar het in het eerste lid genoemde totaalbedrag (A + B), gedeeld door het aantal gebruiksduurjaren als bedoeld in het vierde lid. Bij overlijden of verhuizen van de aanvrager of het niet meer adequaat zijn van de rolstoel wordt het persoonsgebonden budget stopgezet.
Indien vast staat dat de aanvrager de scootmobiel niet meer gebruikt, is hij gehouden deze aan de gemeente in eigendom over te dragen dan wel de restwaarde ervan te vergoeden. Bij overlijden van de aanvrager binnen de gebruiksduur van de scootmobiel rust deze verplichting op de erfgenamen van de aanvrager.
Artikel 27 Omvang van de eigen bijdrage
De in een kalenderjaar verschuldigde eigen bijdrage in de kosten van hulp bij het huishouden zoals bedoeld in artikel 23 lid 2 van de Verordening bedraagt:
voor degehuwde personen waarvan tenminste één van beiden jonger is dan 65 jaar:
€ 26,60 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke inkomen meer bedraagt dan € 28.733,00 het bedrag van € 26,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen hun gezamenlijke inkomen en € 28.733,00;
voor de voor de gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn: € 26,60 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke inkomen meer bedraagt dan € 22.676,00 het bedrag van € 26,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen hun gezamenlijke inkomen en € 22.676,00.