Organisatie | Nuenen, Gerwen en Nederwetten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Erfgoedverordening 2010 Gemeente Nuenen c.a. |
Citeertitel | Erfgoedverordening 2010 Gemeente Nuenen c.a. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Erfgoedverordening 2010 |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2010 | Nieuwe regeling | 23-06-2010 Rond de Linde, 23-09-2010 | Onbekend |
De Raad van de gemeente Nuenen c.a.;
gezien het voorstel van het college van 18 mei 2010;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 12, 15 en 38 van de Monumentenwet 1988 en de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
besluit vast te stellen de volgende ‘Erfgoedverordening 2010 gemeente Nuenen c.a.’.
Deze verordening verstaat onder:
a. gemeentelijk monument: een overeenkomstig deze verordening als beschermd gemeentelijk monument aangewezen:
b. gemeentelijke monumentenlijst: de lijst waarop zijn geregistreerd de overeenkomstig deze verordening als gemeentelijk monument aangewezen zaken of terreinen bedoeld in onderdeel a;
c. beschermd monument: beschermd monument als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (beschermd rijksmonument);
d. kerkelijk monument: onroerend monument, dat eigendom is van een kerkgenootschap, kerkelijke gemeente of parochie of van een kerkelijke instelling en dat uitsluitend of voor een overwegend deel wordt gebruikt voor de uitoefening van de eredienst;
e. monumentencommissie: de op basis van art.15 Monumentenwet 1988 ingestelde commissie met als taak het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de verordening en het monu-mentenbeleid;
f. bouwhistorisch onderzoek: in schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de bouwgeschiedenis en de bouwhistorische kwaliteit van een monument;
g. gemeentelijk dorpsgezicht: groep van onroerende zaken die van algemeen belang is wegens haar schoonheid, karakteristieke eigenschappen, onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang dan wel haar wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde en welke door het college als beschermd gemeentelijk dorpsgezicht is aangewezen;
h. gemeentelijke archeologische waardenkaart: topografische kaart van het gemeentelijke grondgebied of delen van het grondgebied, waarop archeologische monumenten en archeologische verwachtingsgebieden zijn aangegeven;
i. landelijke Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden: landelijke kaart met een schaal van 1:50.000, die op basis van geomorfologische gegevens, de kans weergeeft op de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen, waarbij onderscheid wordt gemaakt in hoge, middelhoge, lage en zeer lage trefkans;
j. provinciale Archeologische Monumentenkaart: topografische kaart van (delen van) het provinciale grondgebied, waarop archeologische monumenten en archeologische gebieden zijn aangegeven;
k. archeologisch verwachtingsgebied: gebied, aangegeven op de archeologische waardenkaart, waarvan is aangegeven dat in bepaalde mate archeologische vondsten of sporen te verwachten zijn;
l. gebied van archeologische waarde: zone die als zodanig op de archeologische beleidskaart van de gemeente Nuenen is aangeduid en waarvan is aangetoond dat er concentraties archeologische resten voorkomen die als behoudenswaardig kunnen worden gekarakteriseerd;
m. hoge verwachtingswaarde: grote kans op archeologische vondsten of informatie;
n. middelhoge verwachtingswaarde: gemiddelde kans op archeologische vondsten of informatie;
o. lage verwachtingswaarde: kleine kans op archeologische vondsten of informatie;
p. plan van aanpak: plan dat weergeeft hoe een archeologische uitvoerder de vragen zoals omschreven in het programma van eisen denkt te gaan beantwoorden;
q. programma van eisen: programma dat door het college wordt vastgesteld en waarmee kaders worden gesteld voor het ontwerp en de uitvoering van archeologisch onderzoek;
r. gemeentelijke archeologische beleidskaart: kaart behorende bij de archeologische paragraaf van het bestemmingsplan;
s. bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
t. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nuenen, Gerwen en Nederwetten;
u. vergunning: een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, of 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
v. Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
w. Beleidskaart archeologie gemeente Nuenen: kaart, getekend door SRE Milieudienst in opdracht van de gemeente Nuenen, d.d. 20 januari 2009, met projectnummer 453472 en bijlagenummer 008.
Hoofdstuk 2 Aanwijzing gemeentelijke monumenten
Met ingang van de datum waarop de eigenaar van een monument de kennisgeving van het voornemen tot aanwijzing als gemeentelijk monument ontvangt tot het moment dat de aanwijzing en registratie als bedoeld in artikel 7 plaatsvindt, dan wel vaststaat dat het monument niet wordt geregistreerd, zijn de artikelen 10 tot en met 14 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 6 Mededeling aanwijzingsbesluit
De aanwijzing als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt medegedeeld aan degenen die als zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan.
Artikel 9 Wijzigen van de aanwijzing
1. Het college kan al dan niet op aanvraag van een belanghebbende de aanwijzing wijzigen.
2. Artikel 3, tweede tot en met vijfde lid, alsmede artikel 4, 5 en 6 zijn van overeenkomstige toepassing op het wijzigingsbesluit.
3. Indien de wijziging naar het oordeel van het college van ondergeschikte betekenis is, blijft overeenkomstige toepassing als bedoeld in lid 2, achterwege.
4. De inhoud en de datum van de wijziging worden op de gemeentelijke monumentenlijst aangetekend.
Hoofdstuk 3 Instandhouding van gemeentelijke monumentale zaken
Artikel 10 Instandhoudingbepaling
Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag:
a. een gemeentelijk monument, als bedoeld in artikel 1, onder a, sub 1, af te breken, te verstoren, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen;
b. een gemeentelijk monument, als bedoeld in artikel 1, onder a, sub 1, te herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een dusdanige wijze, dat het wordt ontsierd of in gevaar gebracht.
Artikel 11 De schriftelijke aanvraag
Een aanvraag als bedoeld in artikel 4.2. Besluit omgevingsrecht voor een vergunning als bedoeld in artikel 10 en de daarbij te overleggen gegevens en bescheiden worden in viervoud ingediend.
Artikel 14 Intrekken van de vergunning
De vergunning kan door het bevoegd gezag worden ingetrokken indien:
a. blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;
b. blijkt dat de vergunninghouder de voorschriften als bedoeld in artikel 10 niet naleeft;
c. de omstandigheden aan de kant van de vergunninghouder zich zodanig hebben gewijzigd, dat het belang van het monument zwaarder dient te wegen;
d. niet binnen 1 jaar van de vergunning gebruik wordt gemaakt.
Hoofdstuk 4 Beschermde gemeentelijke dorpsgezichten
Artikel 18 Wijzigen en intrekken van de aanwijzing
De artikelen 8 en 9 zijn overeenkomstig van toepassing, met dien verstande dat aan artikel 9, tweede lid nog wordt toegevoegd dat de aanwijzing tevens wordt geacht te zijn ingetrokken als toepassing wordt gegeven aan artikel 35 van de Monumentenwet 1988.
Artikel 19 Vaststellen beschermend bestemmingsplan
1. De gemeenteraad stelt, binnen twee jaar na vaststelling van het gemeentelijk dorpsgezicht, ter bescherming van het beschermd dorpsgezicht een bestemmingsplan vast als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening.
2. Bij het besluit tot aanwijzing van een beschermd dorpsgezicht wordt door het college bepaald in hoeverre geldende bestemmingsplannen als beschermend plan in de zin van het eerste lid kunnen worden aangemerkt.
3. Voor het college de gemeenteraad een bestemmingsplan voor legt, wordt de monumentencommissie om advies gevraagd.
4. De monumentencommissie adviseert schriftelijk binnen acht weken na ontvangst van het verzoek van het college.
Hoofdstuk 6 Instandhouding van archeologische terreinen
Artikel 22 Instandhoudingsbepaling
Het verbod in lid 1 is niet van toepassing indien:
het bevoegd gezag nadere regels stelt met betrekking tot de uitvoering van werkzaamheden die kunnen leiden tot een verstoring van een archeologisch monument of archeologisch verwachtingsgebied, zoals aangegeven op de ‘Beleidskaart archeologie gemeente Nuenen’, mits het roeren als bedoeld in lid 1 overeenkomstig deze nadere regels plaatsvindt;
Artikel 23 Opgravingen en begeleiding
Indien binnen het grondgebied van de gemeente Nuenen onderzoek wordt uitgevoerd in het kader van het doen van opgravingen in de zin van artikel 1 onder h van de Monumentenwet 1988, dient, onverminderd de overige bepalingen van deze wet:
a. het college, als bevoegd gezag, een programma van eisen vast te stellen als bedoeld in artikel 1 onder q van deze verordening, waarbij nadere regels worden gesteld ten aanzien van het onderzoek.
b. de verstoorder, voorafgaande aan het onderzoek, een plan van aanpak als bedoeld in artikel 1 onder p van deze verordening ter goedkeuring aan het bevoegd gezag te overleggen.
Hoofdstuk 7 Overige bepalingen
Artikel 24 Tegemoetkoming in schade
Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kent het bevoegd gezag hem op zijn aanvraag een naar billijkheid te bepalen tegemoetkoming toe, indien de schade in relatie staat tot:
a. de weigering van het bevoegd gezag een vergunning als bedoeld in artikel 10 te verlenen;
b. de voorschriften door het bevoegd gezag verbonden aan een vergunning als bedoeld in artikel 10;
c. de door het college nader te stellen regels als bedoeld in artikel 10, derde lid;
d. de door het college nader te stellen regels als bedoeld in artikel 22, tweede lid, onder d;
e. een aanwijzing als bedoeld in artikel 23, tweede lid, tweede volzin.
Hoofdstuk 8 Slot- en overgangsbepalingen
Artikel 27 Intrekken oude regeling
De ‘Monumentenverordening gemeente Nuenen c.a.’, vastgesteld door de Raad op 29 maart 2007, wordt ingetrokken.