Organisatie | Vlissingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling variabele werktijden gemeente Vlissingen 2008 |
Citeertitel | Regeling variabele werktijden gemeente Vlissingen 2008 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de "Regeling variabele werktijden", zoals vastgesteld op 8 februari 1995.
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-06-2008 | 04-04-2018 | nieuwe regeling | 18-03-2008 Gemeenteblad, 2008, X.15 | Geen. |
In deze regeling wordt uitgegaan van een volledige betrekking, bij een deeltijdbetrekking wordt de regeling naar evenredigheid toegepast.
Langer werken dan 9 uur per dag of werken buiten de op grond van artikel 3, tweede lid, vastgestelde tijden is alleen mogelijk in opdracht van een bevoegde leidinggevende op basis van het dienstbelang. Deze werktijd wordt in het in artikel 4 genoemde systeem apart geregistreerd.
De aanleiding voor het opnieuw vaststellen van de regeling is het vervangen van de
klokkaarten door een geautomatiseerd systeem, Interflex. De regeling is eigenlijk sinds het ontstaan meer dan 30 jaar geleden nooit aangepast. De regeling van de werktijden moet altijd plaatsvinden binnen de grenzen die in de CAR/UWO en de Arbeidstijdenwet worden bepaald. Dat betekent dat er nu twee wijzigingen worden voorgesteld die voorheen niet
mogelijk waren. Dan gaat het om:
Dat zijn eigenlijk de enige twee formele wijzigingen in de regeling variabele werktijden. Met name de mogelijkheid om vier maal 9 uur per week te werken is een belangrijke wijziging. Tot nu toe was dit op incidentele basis wel mogelijk, maar nu staat de mogelijkheid open voor iedereen. Wel gaat een nieuwe regeling op een andere manier met de bestaande afspraken om, zodat er uiteindelijk meer duidelijkheid ontstaat. Met name de digitalisering
maakt dat mogelijk. Het gaat dan vooral om het omgaan met de 36-urige werkweek.
In de oude situatie (de huidige regeling) rekenen we steeds terug naar een 40 urige werkweek, en daardoor ontstaat het ADV-verlof.
De nieuwe regeling gaat uit van een 36-urige werkweek, en dan is dus veel eenvoudiger. 36 uur per week is 7,2 uur per dag. Werk je langer, dan is het meerdere een positief saldo. Dat saldo is op twee manieren gemaximeerd:
De nieuwe regeling is mogelijk omdat het nieuwe systeem in minuten rekent, en niet
meer met “klokkaartpunten” van 5 minuten. Groot voordeel is ook dat er geen sprake
meer is van een korting bij ziekte. De nieuwe regels gaan uit van een werkdag van 7,2 uur per dag (7 uur en 12 minuten) zoals ook in de CAR/UWO is neergelegd.
Werkt iemand precies 7 uur en 12 minuten dan is het saldo 0 op die dag.
Langer werken leidt tot een positief saldo, waarbij een maximum geldt van 9 uur per dag. De minimum arbeidsduur wordt, net als nu, bepaald door de bloktijden. Per dag kan dus maximaal een positief saldo ontstaan van 1 uur en 48 minuten.
Bijvoorbeeld: iemand met een volledige betrekking werkt van maandag tot en met donderdag 9 uur per dag en op vrijdag niet. Van maandag tot en met donderdag ontstaat een positief saldo van 4 maal 1 uur en 48 minuten is 7 uur en 12 minuten. Op vrijdag wordt niet gewerkt dus daar ontstaat een negatief saldo van 7 uur en 12 minuten. Beide saldo’s vallen tegen elkaar weg en dat klopt, want er is 36 uur gewerkt.
Een positief saldo kan dus behoorlijk oplopen maar het is niet nodig om daar een maximum aan te stellen. Verlof gaat eerst van dat saldo af en daarna pas van het verlofsaldo. Wel blijft gelden dat aan het eind van het jaar niet meer dan 10 uur mag worden meegenomen naar volgend jaar. Tussentijds is er geen beperking meer nodig. In feite komt het dus – in termen van de huidige regeling – neer op een combinatie van het ADV-verlof en het spaarsaldo.
De nieuwe regeling heeft de volgende voordelen:
In artikel 5 en 6 worden nog wel grenzen aangegeven.
Het kan incidenteel nodig zijn langer dan 9 uur per dag te werken. Dat kan, maar alleen als dat in opdracht en in het dienstbelang gebeurt. Er is dan sprake van overwerk. De keuze om langer dan 9 uur te werken kan niet door de medewerker worden gemaakt. De CAR/UWO staat dat ook niet toe.
Een ander punt is dat het vaak voorkomt dat er ’s avonds wordt gewerkt, met name voor vergaderingen of overwerk. Die uren worden wel geregistreerd in het systeem en zullen dus op enig moment moeten worden opgenomen. Overwerktoeslag wordt altijd uitbetaald.
Verder is in artikel 6 neergelegd dat de vrijheid wordt beperkt door het dienstbelang. Aangezien de dienstverlening altijd gegarandeerd moet zijn, leidt de vrijheid van de één tot een beperking voor een collega. Daarover moeten onderling afspraken worden gemaakt en het management ziet daarop toe. Het management is verantwoordelijk voor de dienstverlening en is dus, om die verantwoordelijkheid waar te maken, ook bevoegd om beperkingen op te leggen.
In ieder geval geldt dat wie structureel 4 maal 9 uur wil werken dat tijdig van te voren
aan de manager moet melden. Tot slot, het gebruik van Interflex is verplicht. De uitleg van hoe dat systeem werkt en hoe om te gaan met allerlei bijzondere situatie zal apart worden gegegeven. Daar is deze regeling niet voor bedoeld.