Organisatie | Vlissingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling maatschappelijke ondersteuning gemeente vlissingen 2010 |
Citeertitel | Regeling maatschappelijke ondersteuning gemeente vlissingen 2010 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Vlissingen 2010
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-02-2010 | 01-01-2010 | 02-01-2012 | nieuwe regeling | 26-01-2010 Gemeenteblad, 2010, V.12 | Geen. |
Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.
Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording.
Een aantal woonvoorzieningen wordt bij voorkeur in natura en in bruikleen verstrekt, deze zijn: mobiele tilliften, bad-, douche- en toiletvoorzieningen en trapliften. Wanneer de aanvrager echter uitdrukkelijk om een PGB vraagt om zelf een dergelijke voorziening te kunnen aanschaffen, zal een PGB worden toegekend. Het toe te kennen PGB is gelijk aan de aanschafprijs van het voor de aanvrager goedkoopst-adequate hulpmiddel inclusief (6% of 19%) BTW. De medisch/ergonomisch adviseur bepaalt wat het voor de aanvrager goedkoopst-adequate hulpmiddel is. Aan de toekenning van een PGB voor de aanschaf van een mobiele tillift, een bad-, douche- of toiletvoorziening, of een traplift is een minimale gebruiksduur van respectievelijk tien jaar, zeven jaar en vijftien jaar verbonden. Andere woonvoorzieningen zoals opgenomen in de Beleidsregels, kunnen in de vorm van in natura, PGB of financiële tegemoetkoming verstrekt worden.
De verantwoording van het ‘klassiek’ persoonsgebonden budget door de budgethouder aan het college vindt plaats:
De budgethouder dient aan te tonen dat het persoonsgebonden budget daadwerkelijk is besteed aan het doel waarvoor het is verstrekt. In de verantwoording moet tevens het aantal verleende uren hulp bij het huishouden per week vermeld worden. De gemeente beoordeelt de uitgaven per kalenderjaar of na afloop van de verstrekking.
De budgethouder hulp bij het huishouden mag tot een bedrag van € 250,00 per kalenderjaar besteden aan kosten die gemaakt moeten worden in relatie tot het persoonsgebonden budget, zoals de kosten van telefoongesprekken met de gemeente, een budgethoudersvereniging of de Sociale Verzekeringsbank, lidmaatschapsgeld van een budgethoudersvereniging of een cadeau voor de hulpverlener. Het betreft hier de ‘bestedingsvrije ruimte’ binnen het persoonsgebonden budget.
Het (deels) niet besteden van het persoonsgebonden budget aan het doel waarvoor het is verstrekt, leidt tot terugvordering van het niet bestede (deel van het) persoonsgebonden budget. Op het terug te vorderen bedrag wordt de ‘ bestedingsvrije ruimte’ tot ten hoogste een bedrag van € 250,00 in mindering gebracht.
De kosten van WA-verzekering, rechtsbijstandverzekering en het loon van de vervangende hulp bij ziekte van de hulpverlener komen op grond van de tussen de gemeente en de Sociale Verzekeringsbank gesloten aansluitovereenkomst ten laste van de gemeente. Daarnaast kunnen de budgethouders met een beroep op deze aansluitovereenkomst hun administratie kosteloos aan de Sociale Verzekeringsbank uitbesteden.
De verantwoording van het persoonsgebonden budget voor een alfahulp vindt namens de werkgever van de alfahulp plaats door het door deze werkgever gekozen servicebureau. Dit servicebureau vervult in opdracht van de gemeente onder meer de ‘kassiersfunctie’. Het servicebureau betaalt het loon aan de alfahulp in opdracht en voor rekening van de werkgever van de alfahulp. Het servicebureau maakt voor de werkgever van de alfahulp een jaaroverzicht met de daadwerkelijk door de alfahulp gewerkte uren en de daarvoor voor rekening van de werkgever aan de alfahulp betaalde vergoeding. Het servicebureau zendt dit jaaroverzicht tevens aan de gemeente. De kosten van het loon van de vervangende hulp bij ziekte van de hulpverlener komen ten laste van het persoonsgebonden budget. De loonkosten van de zieke alfahulp komen (na twee wachtdagen) gedurende maximaal zes weken direct ten laste van de gemeente.
a. De verantwoording van het persoonsgebonden budget zoals bedoeld in artikel 1, vijfde lid komt bij de aanschaf van een vervoermiddel of een rolstoel te vervallen indien de persoon die in aanmerking komt voor het persoonsgebonden budget, de gemeente machtigt de aanschafprijs rechtstreeks over te maken aan de door de aanvrager gekozen leverancier. De aanvrager overlegt daartoe de factuur aan de gemeente. Na het betalen van de leverancier maakt de gemeente het resterend deel van het persoonsgebonden budget over aan de aanvrager.
Wanneer de aanvrager er echter uitdrukkelijk om vraagt om het persoonsgebonden budget in zijn geheel te ontvangen om daarna zelf de leverancier te betalen voor de gekochte voorziening, is de in artikel 1, vijfde lid, beschreven verantwoording van het persoonsgebonden budget van overeenkomstige toepassing.
Dit houdt in dat de aanvrager binnen dertig dagen na betaling van de voorziening een kopie van de factuur en het bewijs van betaling aan de gemeente moet zenden. Het niet besteden van het persoonsgebonden budget aan het doel waarvoor het is verstrekt, leidt tot terugvordering van het niet bestede persoonsgebonden budget. Het deels niet besteden van de voor de aanschaf bestemde component binnen het persoonsgebonden budget (het in artikel 5 onder a (en b) bedoelde deel dan wel het in artikel 8 onder a (en b) bedoelde deel van het persoonsgebonden budget), leidt eveneens tot terugvordering van dit niet bestede deel van het persoonsgebonden budget. Wanneer het gekochte niet voldoet aan het programma van eisen opgesteld door de adviseur wordt eveneens het budget teuggevorderd.
Hoofdstuk 2. Eigen bijdragen, eigen aandeel en besparingsbijdrage.
Artikel 3. Vaststelling bedrag en persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden.
Nadere voorwaarden en condities omtrent (uurtarieven) persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden: De hoogte van het budget wordt afgeleid van de geïndiceerde categorie hulp bij het huishouden (HH 1 of HH 2) en het aantal geïndiceerde uren per week binnen die categorie, afgerond op decimalen. De uurtarieven persoonsgebonden budget omvatten tevens een vergoeding voor de kosten die gemaakt moeten worden in relatie tot het persoonsgebonden budget zoals vermeld in artikel 1, vijfde lid, en een vergoeding van eventuele reiskosten. De kosten van WA-verzekering, rechtsbijstandverzekering , het loon van de vervangende hulp bij ziekte van de hulpverlener, ziekteverzuimbegeleiding en arbodienst komen op grond van de tussen de gemeente en de Sociale Verzekeringsbank gesloten aansluitovereenkomst ten laste van de gemeente. Daarnaast kunnen de budgethouders met een beroep op deze aansluitovereenkomst hun administratie kosteloos aan de Sociale Verzekeringsbank uitbesteden. De gemeente neemt alle voorwaarden en condities omtrent het persoonsgebonden budget op in (een bijlage bij) de beschikking.
Uurtarief pgb voor een alfahulp: De hoogte van het persoonsgebonden budget voor een alfahulp wordt afgeleid van het aantal geïndiceerde uren per week tot het maximum van de betreffende klasse. De kosten van het loon van de vervangende hulp bij ziekte van de hulpverlener komen ten laste van het persoonsgebonden budget. De loonkosten van de zieke alfahulp komen (na twee wachtdagen) gedurende maximaal zes weken direct ten laste van de gemeente. De kosten van de door het servicebureau verleende bemiddeling komen evenals de kosten van de door het servicebureau verrichte kassierswerkzaamheden ten laste van het persoonsgebonden budget voor de alfahulp (zit in het uurtarief).
Artikel 3a. De indeling in klassen van hulp bij het huishouden in natura
Op basis van de indicatie wordt hulp bij het huishouden in natura in een van onderstaande klassen toegekend.
Indeling in klassen van hulp bij het huishouden in natura
klasse 1 (0 - 1,9 uur per week)
klasse 2 (2 - 3,9 uur per week)
klasse 3 (4 - 6,9 uur per week)
klasse 4 (7 - 9,9 uur per week)
Hoofdstuk 4. Woonvoorzieningen.
Artikel 21 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Vlissingen 2010 bepaalt dat de eigenaar-bewoner van een aangepaste woning, waarvan de waarde is gestegen als rechtstreeks effect van de door de gemeente gesubsidieerde woningaanpassingen, de eventuele verkoop van deze woning binnen een periode van tien jaar na gereedmelding van de gesubsidieerde aanpassingen aan het college moet melden.
Hoofdstuk 5. Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Artikel 5. Persoonsgebonden budget vervoermiddel
Het persoonsgebonden budget voor een vervoermiddel wordt op basis van de volgende criteria bepaald:
de tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, reparatie en verzekering van het vervoermiddel gedurende de totale gebruiksduur met een minimum van zeven jaar bedraagt 28% van de aanschafprijs van het vervoermiddel exclusief BTW. Dit bedrag wordt tegelijk en eenmalig met de onder a (en b) bedoelde vergoeding(en) uitgekeerd.
De inkomensgrens waarboven een auto, met een auto vergelijkbare voorzieningen en de daarmee samenhangende gebruiks- en onderhoudskosten niet voor verstrekking of vergoeding in aanmerking komen, zoals genoemd in artikel 25 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning, bedraagt € 15.256,- voor alleenstaanden 65 + en € 22.222,- voor 65- en voor echtparen 65 + € 21.058,- en 65 - € 27.222,- bruto.
Hoofdstuk 6. Verplaatsen in en rond de woning.
Artikel 8. Persoonsgebonden budget rolstoel
Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt op basis van de volgende criteria bepaald:
De tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, reparatie en verzekering van de rolstoel gedurende de totale gebruiksduur met een minimum van zeven jaar bedraagt 28% van de aanschafprijs van de rolstoel exclusief BTW. Dit bedrag wordt tegelijk en eenmalig met de onder a (en b) bedoelde vergoeding(en) uitgekeerd.
Hoofdstuk 7. Advisering en samenhangende afstemming.
Artikel 9. Verplicht medisch advies.
Artikel 32, tweede lid, van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Vlissingen 2010 regelt in welke gevallen advies gevraagd kan worden aan een extern medisch adviseur. In de volgende gevallen zal altijd om extern advies worden gevraagd:
Hoofdstuk 5: Collectief vervoer is enkel verkrijgbaar in natura (artikel 24
van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning). Overige vervoersvoorzieningen zijn verkrijgbaar in natura en bruikleen, of als PGB dan wel een financiële tegemoetkoming. In geval van een PGB of een financiële tegemoetkoming zijn de artikelen 5 tot en met 7 van toepassing.
ad a. De medisch/ergonomisch adviseur houdt bij het bepalen van wat voor de aanvrager het goedkoopst-adequate vervoermiddel is, rekening met de door de gemeentelijke leveranciers aangeboden kernassortimenten. Wanneer in geen van beide kernassortimenten een voor de aanvrager goedkoopst-adequaat vervoermiddel beschikbaar is, kiest de medisch/ergonomisch adviseur het voor de aanvrager goedkoopst-adequate vervoermiddel buiten het kernassortiment van de gemeentelijke leveranciers. De gemeente vergoedt in beide gevallen de gehele aanschafprijs inclusief 6% BTW zoals die door de gemeentelijk leveranciers is of wordt vastgesteld. In de aanschafprijs zijn de kosten van eventueel noodzakelijke aanpassingen zoals bedoeld onder b) (eveneens inclusief 6% BTW) inbegrepen.
ad c. De termijn van zeven jaar komt overeen met de economische afschrijvingstermijn van de in natura verstrekte voorzieningen. De tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, reparatie en verzekering is afgeleid van de in de revalidatiebranche gehanteerde vuistregel dat deze kosten per jaar uitgedrukt kunnen worden in een percentage van de aanschafprijs exclusief BTW, zijnde 4% van de aanschafprijs exclusief BTW.
ad a. De medisch/ergonomisch adviseur houdt bij het bepalen van wat voor de aanvrager de goedkoopst-adequate rolstoel is, rekening met de door de gemeentelijke leveranciers aangeboden kernassortimenten. Wanneer in geen van beide kernassortimenten een voor de aanvrager goedkoopst-adequate rolstoel beschikbaar is, kiest de medisch/ergonomisch adviseur de voor de aanvrager goedkoopst-adequate rolstoel buiten het kernassortiment van de gemeentelijke leveranciers. De gemeente vergoedt in beide gevallen de gehele aanschafprijs inclusief 6% BTW zoals die door de gemeentelijk leveranciers is of wordt vastgesteld. In de aanschafprijs zijn de kosten van eventueel noodzakelijke aanpassingen zoals bedoeld onder b) (eveneens inclusief 6% BTW) inbegrepen.
Ad c. De termijn van zeven jaar komt overeen met de economische afschrijvingstermijn van de in natura verstrekte voorzieningen. De tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, reparatie en verzekering is afgeleid van de in de revalidatiebranche gehanteerde vuistregel dat deze kosten per jaar uitgedrukt kunnen worden in een percentage van de aanschafprijs exclusief BTW, zijnde 4% van de aanschafprijs exclusief BTW.