Organisatie | Zeist |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit Betaald Parkeren 2010 |
Citeertitel | Besluit Betaald Parkeren 2010 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Parkeerverordening 2007, art. 2
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2009 | 01-01-2011 | Nieuwe regeling | 10-11-2009 De Nieuwsbode, 30-12-2009 | Nr. 697 |
De plaatsen waar mag worden geparkeerd tegen betaling van de parkeerbelastingen als bedoeld in artikel 2 onderdeel a van de verordening op de heffing en de invordering van Parkeerbelastingen 2010 zijn aangegeven in de bij dit besluit behorende tekening met nummer W3835 E en als volgt omschreven:
De plaatsen waar mag worden geparkeerd met een vergunning als bedoeld in artikel 2 onderdeel b van de verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2010 zijn aangegeven in de bij dit besluit behorende tekening met nummer W3835E blad 1, als volgt omschreven:
Het betaald parkeren, zoals bedoeld in artikel 2 onderdeel a van de verordening parkeerbelastingen 2010, geschiedt door het in werking stellen van de bijbehorende parkeerapparatuur bij aanvang van het parkeren danwel door een telefonische aanmelding bij de computer van het bedrijf waarmee de gemeente Zeist een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon..
In de situaties waarbij het niet mogelijk is een parkeerkaartje bij een parkeerautomaat te kopen in verband met een defect of een storing van de automaat dient een kaartje gekocht te worden bij de dichtstbijzijnde gelegen parkeerautomaat. Het bij de dichtstbijzijnde gelegen parkeerautomaat gekochte kaartje is geldig voor de locatie die betrekking heeft op de defecte parkeerautomaat.
Artikel 4 Overgangs- en slotbepalingen