Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Uithoorn

Verordening vertrouwenscommissie burgemeestersprocedure 2009-2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUithoorn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening vertrouwenscommissie burgemeestersprocedure 2009-2010
CiteertitelVerordening vertrouwenscommissie burgemeestersprocedure 2009-2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Verordening vervalt met ingang van de dag volgend op die waarop door de minister een besluit is genomen op de aanbeveling van de raad.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 61 
  2. Gemeentewet, art. 82 
  3. Gemeentewet, art. 147a 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-10-2009nieuwe regeling

01-10-2009

Nieuwe Meerbode, 28-10-2009

RI09.22

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening vertrouwenscommissie burgemeestersprocedure 2009-2010

De raad van de gemeente Uithoorn,

Gelezen het voorstel van de heer ing. J.H. Hoogkamer van 1 oktober 2009, nr. RI09.22;

Gelet op de artikel 61, 82en 147a van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de

Verordening vertrouwenscommissie burgemeestersprocedure 2009-2010

luidende als volgt:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de minister: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • b.

    de commissaris: de Commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Holland;

  • c.

    de commissie: de vertrouwenscommissie burgemeestersprocedure 2009-2010.

Artikel 2 Instelling en samenstelling van de commissie

  • a.

    De raad stelt de commissie in ter voorbereiding van de door de raad vast te stellen aanbeveling aan de minister ter vervulling van de burgemeestersvacature in de gemeente Uithoorn.

  • b.

    De commissie bestaat uit zes leden, te benoemen door en uit de raad.

  • c.

    De commissie kent geen plaatsvervangende leden.

  • d.

    De commissie wijst uit zijn midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • e.

    Het lidmaatschap van de commissie vervalt bij verlies van het raadslidmaatschap. Bij een tussentijdse vacature, ontstaan vóór het moment dat de commissie de namen van de kandidaten van de commissaris heeft ontvangen, benoemt de raad een nieuw lid uit zijn midden. Een vacature die is ontstaan ná het moment dat de commissie de namen van de kandidaten van de commissaris heeft ontvangen, wordt niet opgevuld.

  • f.

    De commissie kan worden bijgestaan door adviseurs, te benoemen door de raad. Zij zijn geen lid van en hebben geen stemrecht in de commissie.

Artikel 3 Taak van de commissie

  • a.

    De commissie heeft tot taak de geschiktheid van kandidaten voor het ambt van burgemeester van de gemeente Uithoorn vast te stellen en haar opvattingen daarover schriftelijk en gemotiveerd ter kennis te brengen van de gemeenteraad van Uithoorn en de commissaris.

  • b.

    De commissie voert daartoe gesprekken met de door de commissaris in overleg met de commissie geselecteerde kandidaten.

  • c.

    De commissie verschaft zich slechts door tussenkomst van de commissaris de door haar nodig geachte informatie over de kandidaten.

  • d.

    Bij haar werkzaamheden neemt de commissie het gestelde in de circulaire van de minister van 4 november 2005, kenmerk 2005-278431, in acht.

Artikel 4 Ondersteuning commissie

  • a.

    De griffier is secretaris van de commissie. Bij ontstentenis van de griffier is de plaatsvervangend griffier secretaris van de commissie.

  • b.

    De secretaris verleent ambtelijke ondersteuning aan de commissie.

  • c.

    De secretaris is geen lid van en heeft geen stemrecht in de commissie.

Artikel 5 Vergaderingen

  • a.

    De vergaderingen van de commissie zijn besloten.

  • b.

    De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of ten minste twee leden dit noodzakelijk achten.

  • c.

    De voorzitter doet van elke vergadering ten minste vierentwintig uur tevoren aankondiging aan de leden van de commissie.

  • d.

    De commissie vergadert niet als minder dan vier leden aanwezig zijn.

Artikel 6 Contactpersoon

  • a.

    De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

  • b.

    Alle stukken bestemd voor de commissie worden gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privé-adres van de secretaris en aldaar bewaard tot het moment van ontbinding van de commissie.

  • c.

    Alle stukken die van de commissie uitgaan, worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend en vanaf het privé-adres van de secretaris verzonden.

Artikel 7 Geheimhouding

  • a.

    De voorzitter en de leden van de commissie zijn blijvend tegenover een ieder gehouden tot volstrekte geheimhouding van persoonlijke gegevens of tot personen herleidbare gegevens die aan hen in verband met hun lidmaatschap van de commissie direct of indirect ter kennis zijn gekomen.

  • b.

    De commissie en de individuele leden van de commissie verstrekken geen inzage in of informatie uit de stukken die aan de commissie zijn aangeboden, noch over hetgeen in de vergaderingen van de commissie is besproken met uitzondering van hetgeen noodzakelijk is om te voldoen aan de taakopdracht als bedoeld in artikel 3, eerste lid.

  • c.

    De geheimhoudingsplicht blijft ook na ontbinding van de commissie van kracht.

  • d.

    Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de secretaris en de adviseurs van de commissie.

Artikel 8 Bevindingen

  • a.

    De bevindingen, bedoeld in artikel 3, worden vastgesteld bij meerderheid van stemmen.

  • b.

    Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in het verslag gemeld.

  • c.

    Bij het staken van de stemmen wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel niet mogelijk of staken de stemmen ook in de volgende vergadering dan worden geen bevindingen van de commissie opgesteld, maar worden de verschillende meningen binnen de commissie ter kennis gebracht van de raad en de commissaris.

Artikel 9 Gesprekken met de kandidaten

  • a.

    De secretaris nodigt, in opdracht van de commissie, de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie.

  • b.

    De plaats en het tijdstip voor een gesprek worden zodanig gekozen dat wordt voorkomen dat de kandidaten hierdoor aan anderen bekend raken of tijdens het bezoek aan de commissie met elkaar in contact komen.

Artikel 10 Ontbinding commissie

De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop door de minister aan de gemeenteraad is bekend gemaakt dat in de vacature van burgemeester is voorzien.

Artikel 11 Vernietiging stukken

  • a.

    De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor, dat op het in artikel 10 bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden die de commissie zelf heeft opgemaakt onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als "geheim" worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats. Zij dragen er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de navolgende leden van dit artikel.

  • b.

    Van de in het eerste lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1 sub a. en c. van de archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • c.

    De originele bescheiden die de commissie heeft ontvangen van de Commissaris van de Koningin of van de kandidaten worden onmiddellijk aan dezen teruggezonden.

  • d.

    Alle overige bescheiden van de commissie en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk vernietigd.

Artikel 12 Onvoorziene aangelegenheden

In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire van de minister d.d. 4 november 2005, kenmerk 2005-278431, niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 13 Inwerkingtreding, vervaldatum en citeertitel

  • a.

    Deze verordening treedt direct naar haar vaststelling in werking.

  • b.

    Deze verordening vervalt met ingang van de dag volgend op die waarop door de minister een besluit is genomen op de aanbeveling van de raad.

  • c.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening vertrouwenscommissie burgemeestersprocedure 2009-2010”

Vastgesteld in de openbare vergadering van de

raad van Uithoorn van 1 oktober 2009, nr. 4.1/3.2

de griffier, de voorzitter,

(mr. J.H. van Leeuwen) (mevr. H.L. Groen)