Verordening op de heffing en de invordering van Precariobelasting 2014

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

• a.

  een jaar: een kalenderjaar;

• b.

  een kwartaal: een kalenderkwartaal;

• c.

  een maand: een kalendermaand;

• d.

  een week: een kalenderweek;

• e.

  een dag: een etmaal.

Onder de naam 'precariobelasting' wordt voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, een directe belasting geheven.

De precariobelasting wordt geheven van degene die één of meer voorwerpen heeft onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, danwel van degene ten behoeve van wie die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond worden aangetroffen.

• 1.

  De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaf en het tarief, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

• 2.

  Voor de berekening van de precariobelasting wordt een gedeelte van de in de tarieventabel genoemde eenheid van tijd, hoeveelheid of afmeting voor een geheel gerekend.

• 3.

  Indien de oppervlakte maatstaf van heffing is, wordt de precariobelasting berekend naar de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.

• 1.

  Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

• 2.

  Indien het belastbare feit zich heeft voorgedaan gedurende een gedeelte van het kalenderjaar is, in afwijking van het eerste lid, het heffingstijdvak gelijk aan dat gedeelte.

• 3.

  Indien met toepassing van het tweede lid in één kalenderjaar meer dan één tijdvak voorkomt, worden deze tijdvakken voor de toepassing van deze verordening aangemerkt als één tijdvak.

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven, met uitzondering van de belasting genoemd in artikel 4 van de Tarieventabel behorende bij deze verordening. Die belasting wordt geheven door voldoening op aangifte en moet worden betaald bij de aanvang van het plaatsen van de camper

De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgende op die waarin de dagtekening van het aanslagbiljet is gesteld.

• 1.

  De naar jaartarieven geheven precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

• 2.

  Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

• a.

  voorwerpen, welke ingevolge een wettelijk voorschrift, een overeenkomst of anderszins rechtens moeten worden gedoogd;

• b.

  voorwerpen, waarvoor de gemeente een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;

• c.

  voorwerpen van publiekrechtelijke lichamen, noodzakelijk voor de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak;

• d.

  voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;

• e.

  voorwerpen, of werken, welke door of vanwege het rijk, provincie, waterschap en gemeente noodzakelijk voor de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak, zijn aangebracht en geplaatst;

• f.

  voorwerpen, die ten algemene nutte zijn aangebracht, zoals verkeersborden, wegwijzers, brievenbussen, telefooncellen, postzegelautomaten en niet voor reclame dienende borden;

• g.

  voorwerpen voor niet commerciële doeleinden die een bijdrage leveren aan de sociale cohesie in een straat, buurt of wijk.

Voor deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Voor bedragen beneden de € 25,00 worden geen heffingen opgelegd, met uitzondering van de belasting genoemd in artikel 4 van de tarieventabel behorende bij deze verordening.

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

• 1.

  De 'Verordening precariobelasting 2013' van 5 november 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

• 2.

  Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van bekendmaking.

• 3.

  De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

• 4.

  Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening precariobelasting 2014'.