Organisatie | Assen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN MARKTGELDEN 2013 |
Citeertitel | Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | algemeen bestuur |
Geen.
Gemeentewet, artikel 229, lid 1, onderdeel a en b.
NVT
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | wijziging artikel 8 | 21-12-2017 | |||
01-01-2015 | 01-01-2018 | Redactionele wijziging ivm wijziging opzet jaarmarkt | 06-11-2014 | R 00602 | |
01-01-2013 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 08-11-2012 | Onbekend |
Onder de naam marktgelden worden rechten geheven terzake van het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten, bestaande uit het ter beschikking stellen van een standplaats voor de uitoefening van de markthandel en daarmee verband houdende handelingen en/of het gebruik van verstrekte hulpmiddelen, met uitzondering van de jaarmarkt.
Met betrekking tot de marktgelden die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Tarieven behorend bij deze verordening zijn opgenomen in bijbehorende Tarieventabel gemeente Assen voor belastingen, heffingen en rechten met inachtneming van het overige in deze verordening bepaalde.
Als de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt voor het in het eerste lid van dit artikel bedoelde marktgeld ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van het eindigen van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet moet het marktgeld bedoeld in artikel 6 worden betaald in vier gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de derde maand volgende op die van de dagtekening van het aanslagbiljet. De volgende termijnen vervallen elke drie maanden na het vervallen van de vorige termijn.
Als de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, moet het marktgeld worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na het ontstaan van de belastingplicht nog volle tijdvakken van drie kalendermaanden zijn tot het einde van het belastingjaar, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de derde maand volgende op die van de dagtekening van de aanslag. De volgende termijnen vervallen elk drie maanden na de vorige termijn.
Als na het ontstaan van de belastingplicht vijf kalendermaanden resteren tot het einde van het belastingjaar moet het marktgeld worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de derde maand volgende op die van de dagtekening van de aanslag. De tweede termijn vervalt drie maanden na de eerste termijn.