De raad der gemeente Appingedam;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders
d.d. 27 november 2012;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de
Gemeentewet;
B E S L U I T
:
besluit vast te stellen de volgende:
Verordening op de heffing en de invordering van liggeld woonschepen
20
1
3
.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
woonschip: elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt
gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting
uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot dag- of nachtverblijf van
een of meer personen;
- b.
ligplaats: een gedeelte van de woonschepenhaven, bestemd of geschikt
om door een woonschip met bijbehorende voorzieningen te worden
ingenomen;
- c.
bijbehorende voorzieningen: zaken zonder welke het gebruik van het
schip als woning niet goed mogelijk is, zoals een bijboot, steiger
en een loopplank;
- d.
dag : een etmaal of gedeelte daarvan;
- e.
maand : een kalendermaand;
- f.
Artikel 2 Belastbaar feit
- 1.
Onder de naam 'liggeld woonschepen' wordt een recht geheven voor het
hebben van een ligplaats voor een woonschip, daaronder begrepen de
diensten die met de ligplaats verband houden, bij een verblijf op de
aangewezen ligplaatsen.
- 2.
Met betrekking tot het eerste lid wordt het liggeld woonschepen geheven
vanaf de dag, waarop het verblijf binnen de gemeente met een woonschip
op de aangewezen ligplaatsen een termijn van 14 al dan niet
aaneengesloten dagen binnen hetzelfde kalenderjaar te boven gaat.
Artikel 3 Belastingplicht
- 1.
Het liggeld wordt geheven van degene die de ligplaats heeft.
- 2.
Als degene die de ligplaats heeft wordt aangemerkt de gebruiker van
een woonschip in de woonschepenhaven.
Wie als gebruiker wordt aangemerkt, wordt naar de omstandigheden
beoordeeld.
Artikel 4 Belastingtarief
Het liggeld woonschepen bedraagt per ligplaats voor een woonschip per jaar
€ 558,00.
Artikel 5 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 6 Wijze van heffing
Het liggeld woonschepen wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
- 1.
De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo
dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is
de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat
jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de
belastingplicht, nog volle kalendermaanden
overblijven.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt,
bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de
voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde
van de belastingplicht, nog volle
kalendermaanden overblijven.
- 4.
Het tweede lid en derde lid zijn niet van toepassing indien de
belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een andere
ligplaats feitelijk in gebruik neemt.
Artikel 8 Termijnen van betaling/Automatische incasso
- 1.
De aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de
eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in
de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende
termijnen telkens een maand later.
- 2.
Ingeval het totaalbedrag van het aanslagbiljet waarop de aanslagen staan
vermeld € 4.000 of meer bedraagt, moet dit bedrag, in
afwijking van het bepaalde in het eerste lid, worden betaald op de
laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van
het aanslagbiljet is vermeld.
- 3.
De belastingschuldige kan machtiging tot automatische incasso verlenen
indien het totale bedrag van het gecombineerde aanslagbiljet
gemeentelijke belastingen minder dan € 4.000 bedraagt. Het
minimum termijnbedrag bedraagt € 10. Ingeval een machtiging tot
automatische incasso is verleend, wordt het aantal termijnen bepaald
door het totale bedrag van het gecombineerde aanslagbiljet gemeentelijke
belastingen te delen door het minimum termijnbedrag, met dien verstande
dat het aantal termijnen niet meer dan tien bedraagt. De eerste termijn
vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de
dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende
termijnen telkens een maand later.
- 4.
De in het derde lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt
geacht niet te zijn verleend indien twee van de tien termijnen niet zijn
betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de
belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na
afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan gelden de betaaltermijnen als
bedoeld in het eerste lid.
- 5.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande
leden gestelde termijnen.
Artikel 9 Kwijtschelding
Bij de invordering van het liggeld woonschepen wordt geen kwijtschelding
verleend.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met
betrekking tot de heffing en invordering van liggeld woonschepen.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De Verordening liggeld woonschepen 2012 van 15 december 2011 wordt
ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van
ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing
blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben
voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de datum van
bekendmaking.
- 3.
In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde,
blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening
ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de
heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de
tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover
terzake daarvan de heffing van de rechten in die periode
plaatsvindt.
- 4.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.
- 5.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening liggeld
woonschepen 2013.
Aldus besloten in de openbare
vergadering d.d. 20 december 2012.
, voorzitter. , griffier.
(H.K. Pot) (E.P. Faber-van Brug)