Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ommen

Verordening Jaarprogramma Recreatie & Toerisme 2002

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOmmen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Jaarprogramma Recreatie & Toerisme 2002
CiteertitelVerordening Jaarprogramma Recreatie & Toerisme 2002
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-12-200220-06-2013nieuwe regeling

28-11-2002

Ommer Nieuws, 11-12-2002

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

SUBSIDIEVERORDENING JAARPROGRAMMA RECREATIE & TOERISME

 

 

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

Deze verordening verstaat onder:

 

Toerisme:

het geheel van verschijnselen en betrekkingen dat voorvloeit uit de reis of het verblijf van personen, waarbij de verblijfsplaats niet hoofdzakelijk woon- of verblijfplaats is.

 

Recreatie:

het geheel van gedragingen die men in de vrije tijd geheel vrijwillig onderneemt of ondergaat, waarvan verondersteld wordt dat ze primair gericht zijn op het bevredigen van de (eigen) verlangens naar ontspanning.

 

Subsidiabele kosten:

kosten die naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders noodzakelijk zijn om de activiteit(en) tot uitvoer te brengen.

 

Activiteiten:

bezigheden van een instelling ter verwezenlijking van haar doelstelling, waarvan het gemeentebestuur de ideële en/of materiële waarde voor de bevolking erkent.

 

Incidentele activiteiten:

activiteiten die verricht worden in het jaar waarin de aanvraag wordt gedaan.

 

Structurele activiteiten:

activiteiten die leiden tot een resultaat van onbepaalde duur, een duurzaam karakter hebben.

 

Jaarprogramma:

een jaarlijks vast te stellen staat van alle op het toeristisch-recreatieve terrein betrekking hebbende subsidies van het desbetreffende jaar.

Artikel 2 Toepassing

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op subsidiëring van door de gemeenteraad aangewezen activiteiten van Recreatie en Toerisme, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.

  • 2.

    Op deze verordening zijn van toepassing de hoofdstukken I en VI van de Algemene subsidieverordening Ommen 2002.

  • 3.

    Deze verordening is niet van toepassing op de structurele subsidies als bedoeld in Hoofdstuk 2 van de Algemene subsidieverordening, maar op activiteiten uit het Jaarprogramma Recreatie & Toerisme en de daarvoor resterende financiële middelen, nadat de structurele vaste bijdragen, vastgesteld in de begroting, zijn toegekend.

Artikel 3 Subsidieplafond

  • 1.

    De raad stelt jaarlijks bij de begrotingsvaststelling een subsidieplafond vast voor het daarop volgende kalenderjaar als bedoeld in afdeling 1.2 van de Algemene subsidieverordening gemeente Ommen 2002.

  • 2.

    Het subsidieplafond bedoeld in lid1 is uitsluitend van toepassing op de regeling "Subsidie Jaarprogramma Recreatie & Toerisme", zoals weergegeven in hoofdstuk 2.

  • 3.

    Indien het toewijzen van subsidieaanvragen die betrekking hebben op hoofdstuk 2, leidt tot overschrijding van het subsidieplafond als bedoeld in lid 1, bepalen burgemeester en wethouders met inachtneming van de in artikel 7 genoemde toetsingscriteria de rangorde waarin aanvragen worden toe- of afgewezen.

Artikel 4 Begrotingsvoorbehoud

Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen ten laste van een begroting van het volgende jaar, die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, onder voorbehoud dat voldoende financiële middelen beschikbaar worden gesteld.

HOOFDSTUK 2 Subsidie Jaarprogramma Recreatie & Toerisme

Artikel 5 Aanvraagprocedure

  • 1.

    De aanvraag om subsidie als bedoeld in hoofdstuk 2 moet schriftelijk bij burgemeester en wethouders worden ingediend. Burgemeester en wethouders kunnen verlangen dat bij het aanvragen van subsidie gebruik wordt gemaakt van een daartoe beschikbaar te stellen formulier.

  • 2.

    De aanvraag kan gedurende het jaar worden ingediend. Er zal in ieder geval bekendheid aan worden gegeven middels een jaarlijkse oproep via de plaatselijke media.

  • 3.

    Een verzoek om subsidie dient tenminste 3 maanden voor het plaatsvinden van de activiteit bij burgemeester en wethouders te worden ingediend.

  • 4.

    De aanvraag omvat in ieder geval een omschrijving van het programma van de recreatief-toeristische activiteit(en) c.q. activiteitenplan voor het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft met een daaraan gerelateerde gespecificeerde begroting.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de inhoudelijke omschrijving en financiële begroting nadere voorwaarden stellen.

  • 6.

    Bij een eerste subsidieaanvraag overhandigd de instelling, indien aanwezig, tevens:

    • a.

      de oprichtings- of stichtingsakte;

    • b.

      een exemplaar van de statuten;

    • c.

      een exemplaar van het huishoudelijk reglement;

    • d.

      een opgave van de bestuurssamenstelling.

  • 7.

    Een verzoek als bedoeld in lid 1 van dit artikel wordt tijdig voordat de activiteit plaatsvindt, afgehandeld door burgemeester en wethouders.

Artikel 6 Subsidieverlening
  • 1.

    Subsidie vanuit het Jaarprogramma Recreatie & Toerisme fungeert slechts ter verlichting van de kosten.

  • 2.

    De subsidie in de kosten van incidentele activiteiten zullen niet meer dan 25% van de kosten bedragen.

  • 3.

    De subsidie in de kosten van structurele activiteiten komen voor een bijdrage van maximaal 50% in aanmerking.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen van bovenstaande percentages afwijken, indien zij van mening zijn dat de activiteit voor een hogere subsidie uit het Jaarprogramma in aanmerking komt omdat deze activiteit van groot belang is voor het recreatief-toeristisch product Ommen.

Artikel 7 Toetsingscriteria
  • 1.

    De doelstellingen van het Jaarprogramma Recreatie & Toerisme zijn het stimuleren en ondersteunen van projecten en activiteiten welke gericht zijn op:

    • a.

      de verbetering van het bestaand recreatief-toeristisch product in de gemeente Ommen;

    • b.

      de verbreding van het recreatief-toeristisch aanbod in de gemeente;

    • c.

      de ondersteuning van het gemeentelijk recreatief-toeristisch beleid.

  • 2.

    De aangemelde activiteiten dienen zonder winstoogmerk te worden georganiseerd.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan het toekennen van steunvoorwaarden verbinden.

Artikel 8 Afwijzingscriteria

  • 1.

    Subsidie wordt niet verleend indien:

    • a.

      door het verlenen van subsidie het in artikel 3 bedoelde subsidieplafond wordt overschreden;

    • b.

      de activiteiten geen openbaar karakter dragen;

    • c.

      de activiteiten niet voldoen aan de criteria gesteld in artikel 7;

    • d.

      de eventueel voor de activiteiten benodigde vergunningen (bijv. op grond van de Apv) niet zijn verleend.

Artikel 9 Besluitvorming
  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen het Jaarprogramma als bedoeld in artikel 1 vast, waarin besluitvorming over de subsidieaanvragen wordt opgenomen.

  • 2.

    In het Jaarprogramma wordt tenminste opgenomen:

    • a.

      een opgaaf van de subsidieaanvragen welke betrekking hebben op de werkvelden die in het programma zijn opgenomen;

    • b.

      besluitvorming over de subsidietoekenning per in het programma opgenomen aanvraag, waarbij wordt aangegeven hoe de hoogte van de subsidie is bepaald;

    • c.

      een schema van de te verstrekken voorschotten op subsidies.

  • 3.

    In het Jaarprogramma kan worden bepaald dat burgemeester en wethouders tot een daarin aangegeven bedrag subsidies kunnen toekennen voor onvoorziene activiteiten binnen de werkvelden waarop het programma betrekking heeft. In het Jaarprogramma kunnen aan het gebruik van deze bevoegdheid voorwaarden worden verbonden.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders maken het besluit tot subsidieverlening binnen 4 weken na vaststelling van het Jaarprogramma schriftelijk aan de aanvrager bekend.

Artikel 10 Uitvoering

  • 1.

    De subsidie vervalt als niet binnen 12 maanden na datum van verzending van het besluit tot subsidieverlening de activiteit heeft plaatsgevonden.

  • 2.

    Bij onvoorziene omstandigheden - die buiten de invloedsfeer van de aanvrager liggen - kunnen burgemeester en wethouders de in het eerste lid genoemde termijn schriftelijk verlengen op verzoek van de aanvrager.

Artikel 11 Gereedmelding

  • 1.

    Binnen 12 weken na het organiseren van de activiteit of binnen 12 weken na afloop van de subsidieperiode dient de aanvrager schriftelijk te verklaren, dat de activiteiten zijn afgerond. Deze gereedmelding dient vergezeld te gaan van alle gevraagde gegevens als bedoeld in artikel 12, lid 1, sub c.

  • 2.

    Indien de gereedmelding naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet voldoet aan het bepaalde in het eerste lid, doen zij daarvan binnen vier weken na ontvangst schriftelijk mededeling aan de aanvrager onder vermelding van de nog te verstrekken gegevens.

  • 3.

    De aanvrager dient binnen de in de mededeling aangegeven termijn zijn gereedmelding aan te vullen met de nog ontbrekende gegevens of deze gegevens desgevraagd te verduidelijken.

  • 4.

    De gereedmelding is tevens een verzoek om vaststelling van de definitieve hoogte en uitbetaling van de subsidie.

  • 5.

    Het recht op vaststelling en uitbetaling vervalt, indien niet is voldaan aan het bepaalde in het eerste of derde lid. De aanvrager ontvangt hiervan een schriftelijk besluit.

Artikel 12 Subsidievaststelling

  • 1.

    De definitieve vaststelling van de hoogte van een op grond van Hoofdstuk 2 toegekende subsidie vindt plaats nadat:

    • a.

      de in de aanvraag opgenomen activiteiten conform artikel 11 zijn gereedgemeld onder indiening van de daarop betrekking hebbende gegevens;

    • b.

      de onder a bedoelde activiteiten door of in opdracht van burgemeester en wethouders zijn gecontroleerd en akkoord bevonden;

    • c.

      de aanvrager een activiteitenverslag, een financieel verslag bestaande uit de exploitatierekening en de balans per ultimo van het afgelopen jaar dan wel de exploitatierekening van de gesubsidieerde activiteit tezamen met een goedkeurende accountantsverklaring overlegd en dit akkoord wordt bevonden;

    • d.

      burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat met minder bescheiden kan worden volstaan.

  • 2.

    De definitieve subsidie is gelijk aan de verleende subsidie, tenzij:

    • a.

      de werkelijke subsidiabele kosten lager zijn dan geraamd;

    • b.

      de werkelijke kosten lager uitvallen omdat er minder onderdelen van de activiteit zijn georganiseerd;

    • c.

      de activiteiten zonder schriftelijke toestemming als bedoeld in artikel 9 hebben plaatsgevonden in afwijking van de bij de aanvraag verstrekte gegevens.

  • 3.

    Indien door onvoorziene omstandigheden - die buiten de invloedsfeer van de aanvrager liggen - de activiteit(en) geen doorgang hebben gevonden, kunnen burgemeester en wethouders toch bepalen dat (een deel van) de subsidie wordt vastgesteld.

  • 4.

    Het besluit tot subsidievaststelling worden binnen 8 weken na indiening van de gereedmelding en het verzoek om subsidievaststelling als bedoeld in artikel 11, lid 4, genomen.

Artikel 13 Bevoorschotting
  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen de aanvrager op diens verzoek een voorschot verlenen tot ten hoogste 50% van de verleende subsidie.

  • 2.

    De hoogte van een voorschot wordt vastgesteld naar de mate waarin de uitvoering van de activiteit is gevorderd.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen het verlenen van voorschotten opschorten indien een instelling naar hun oordeel niet in voldoende mate aan de subsidietoekenning verbonden verplichtingen nakomt.

  • 4.

    Voorschotten worden verrekend bij de vaststelling van de subsidie.

HOOFDSTUK 3 Slotbepalingen
Artikel 14 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen van de bepalingen van deze verordening afwijken, indien de toepassing ervan zou leiden tot kennelijke onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 15 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als "Verordening Jaarprogramma Recreatie & Toerisme 2002.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op een nader door het college te bepalen datum.