Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dongen

Verordening op de heffing en invordering van marktgeld 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDongen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van marktgeld 2013
CiteertitelVerordening marktgeld 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Ingangsdatum heffing is 01-01-2013

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-12-201201-01-2014nieuwe regeling

09-11-2012

Informatiekrant 20-12-2012

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

DE RAAD VAN DE GEMEENTE DONGEN;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 oktober 2012;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN MARKTGELD 2013

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

Standplaats: de door het college aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel.

Vaste plaatsen: een standplaats, die tot wederopzegging beschikbaar wordt gesteld

Dagplaats: een standplaats, die per marktdag beschikbaar wordt gesteld.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam "marktgeld" wordt een recht geheven voor het hebben van een staanplaats op de markt, daaronder begrepen de diensten die met de standplaats verband houden.

Artikel 3. Belastingplicht

Belastingplichtig is degene die gebruik maakt van de standplaats als bedoeld in artikel 1.

Artikel 4. Maatstaf van heffing

De maatstaf van heffing waarnaar het in artikel 2 bedoelde marktgeld wordt geheven is de lengte van de standplaats. Een standplaats, al dan niet voorzien van stroomvoorziening, van minder dan 4 meter lengte wordt bepaald op 4 meter, een standplaats van meer dan 4 meter en minder dan 8 meter wordt bepaald op 8 meter. Een standplaats langer dan 8 meter wordt per meter bepaald.

Artikel 5. Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak kan bestaan uit een kalenderkwartaal of een kalenderjaar

Artikel 6. Tarief

De belastingplichtige van een vaste plaats, dient voor aanvang van het belastingtijdvak aan de marktmeester aan te geven of hij per kwartaal of per jaar wil betalen.

De rechten worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 7.Wijze van heffing

De rechten worden:

  • a.

    per week geheven bij dagplaatsen door middel van een gedagtekende en genummerde schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

  • b.

    per kwartaal geheven bij vaste plaatsen door middel van een gedagtekende en genummerde schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

  • c.

    per jaar geheven bij vaste plaatsen door middel van een gedagtekende en genummerde schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8. Termijn van betaling

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de leges als volgt betaald worden:

  • a.

    De wekelijkse rechten moeten worden betaald op het moment van uitreiking van de in artikel 7 bedoelde kennisgeving.

  • b.

    Bij vaste plaatsen moet worden betaald binnen een maand na het moment van uitreiking.

Artikel 9. Ontstaan van de belastingschuld
  • 1.

    Het recht is verschuldigd, zodra een standplaats zoals bedoeld in artikel 1, in gebruik wordt genomen.

  • 2.

    Indien de belastingplichtige heeft gekozen voor betaling per kalenderkwartaal: de belastingplicht ontstaat bij de aanvang van het kalenderkwartaal of indien de belastingplicht in de loop van het kalenderkwartaal aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3.

    Indien de belastingplichtige heeft gekozen voor betaling per kalenderjaar:

    de belastingplicht ontstaat bij de aanvang van het kalenderjaar of indien de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht

  • 4.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de belasting ver­schul­digd over de resterende volle maanden van het heffingstijdvak.

  • 5.

    Bij tussentijdse ontruiming van de standplaats wordt op verzoek van de belasting­plichtige naar evenredig­heid ontheffing verleend over de na de ontruiming resteren­de volle kalendermaanden van het heffingstijdvak.

Artikel 10. Kwijtschelding/restitutie

Bij de invordering van marktgelden wordt géén kwijtschelding verleend. Er wordt geen restitutie verleend voor niet ingenomen standplaatsen.

Artikel 11. Nadere regels door het college burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van marktgeld.

Artikel 12. Overgangsrecht
  • 1.

    De ‘Marktgeldverordening 2012’ van 10 november 2011, vervalt met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13. Inwerkingtreding
  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

Artikel 14. Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening marktgeld 2013.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 november 2012.

DE RAAD VOORNOEMD,

,voorzitter

, griffier

Tarieventabel behorende bij de Verordening marktgeld 2013

 

 

 

Het tarief voor het marktgeld 2013 bedraagt:

 

 

 

1. Voor vaste standplaatsen, die per kwartaal betalen

 

 

 

a.

Elke standplaats van 4 strekkende meter of gedeelte daarvan, per kwartaal

 

64,35

b.

Elke standplaats van 4 strekkende meter of gedeelte daarvan met stroomvoorziening, per kwartaal

 

77,55

c.

Elke standplaats langer dan 4 maar korter dan 8 strekkende meter, per kwartaal

 

129,25

d.

Elke standplaats langer dan 4 maar korter dan 8 strekkende meter met stroomvoorziening, per kwartaal

 

153,45

e.

Elke standplaats langer dan 8 strekkende meter, per strekkende meter boven het aantal van acht of gedeelte daarvan, per kwartaal

 

17,60

g.

Elke standplaats langer dan 8 strekkende meter, per strekkende meter boven het aantal van acht of gedeelte daarvan met stroomvoorziening, per kwartaal

 

20,35

2. Voor vaste standplaatsen, die per jaar betalen

 

 

 

a.

Elke standplaats van 4 strekkende meter of gedeelte daarvan, per jaar

 

234,00

b.

Elke standplaats van 4 strekkende meter of gedeelte daarvan met stroomvoorziening, per jaar

 

282,00

c.

Elke standplaats langer dan 4 maar korter dan 8 strekkende meter, per jaar

 

470,00

d.

Elke standplaats langer dan 4 maar korter dan 8 strekkende meter met stroomvoorziening, per jaar

 

558,00

e.

Elke standplaats langer dan 8 strekkende meter, per strekkende meter boven het aantal van acht of gedeelte daarvan, per jaar

 

64,00

g.

Elke standplaats langer dan 8 strekkende meter, per strekkende meter boven het aantal van acht of gedeelte daarvan met stroomvoorziening, per jaar

 

74,00

3. Voor dagplaatsen

 

 

 

 

Op aanvraag bestaat de mogelijkheid dat de marktmeester een marktkoopman een dagplaats ter beschikking stelt.

 

 

 

a.

Elke standplaats van 4 strekkende meter of gedeelte daarvan, per dag

 

5,85

b.

Elke standplaats van 4 strekkende meter of gedeelte daarvan met stroomvoorziening, per dag

 

7,05

c.

Elke standplaats langer dan 4 maar korter dan 8 strekkende meter, per dag

 

11,75

d.

Elke standplaats langer dan 4 maar korter dan 8 strekkende meter met stroomvoorziening, per dag

 

13,95

e.

Elke standplaats langer dan 8 strekkende meter, per strekkende meter boven het aantal van acht of gedeelte daarvan, per dag

 

1,60

g.

Elke standplaats langer dan 8 strekkende meter, per strekkende meter boven het aantal van acht of gedeelte daarvan met stroomvoorziening, per dag

 

1,85